Daar heb je weer zoiets: de nijlgans is geen gans, maar een eend, een grondelende eend. Hij behoort tot de familie van zwanen, ganzen en eenden. Bergeend is een neef van hem, maar nijlgans is veel agressiever. Eigenlijk is dat zo gek weer niet, wanneer je bedenkt dat hij half eend, half gans is. Ik bedoel, wie zou daardoor niet geestelijk uit balans raken?

Als gans verwacht je dat het beest zou gakken, maar nee, hij snatert.
Niet weten wie je bent kan vaak heel verwarrend zijn. Bij de keuze van een geschikte nestplaats hinkt hij ook op twee gedachten. Soms nestelt hij in een holle boom, vaak ook zoekt hij het hogerop en bouwt een nest boven in de kruin van een knotwilg. Welke eend doet nou zoiets?

Agressiviteit is zijn handelsmerk. Met bruut geweld verjaagt hij andere broedende vogels van hun nest. Grauwe gans en kraai, maar ook havik en buizerd moeten vaak opnieuw beginnen met nestelen nadat nijlgans met veel machtsvertoon aanspraak maakte op hun bouwsel. Minder broedsucces is daardoor soms het lot van de verdreven vogels.

Een koppel nijlganzen bezet een territorium van meer dan een kilometer oeverlengte, waar elke andere vogelsoort uit wordt verdreven. Zeker in de tijd dat ze pullen hebben zijn ze zo agressief dat zelfs vossen ervoor wijken. Een woedende nijlgans is een geduchte tegenstander. Aan het handgewricht heeft hij een stompe hoornachtige spoor, een soort boksbeugel waarmee hij enorme klappen kan uitdelen.

Nijlgans komt oorspronkelijk uit delen van Afrika ten zuiden van de Sahara. In de 18e eeuw namen terugkerende kolonialen de vogel mee om er thuis mee te pochen. Ontsnapte vogels gingen al snel in het wild broeden en hun aantallen nemen de laatste jaren enorm toe.
Om die reden staat deze vreemde eend in de bijt sinds 2017 op de Europese lijst met invasieve exoten. Lidstaten hebben de plicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen en te verwijderen. Als dat niet lukt moeten beheermaatregelen worden genomen om verspreiding tegen te gaan.

Kom daar maar eens om bij een soort die gekend is door een lang broedseizoen met meerdere legsels vaak tot midden in de winter. Zijn proactieve verdediging tegen predatoren zorgt er ook nog voor dat bijna alle kuikens volwassen kunnen worden. Eind februari, begin maart zagen we al weer veel pullen achter de ouders aanhobbelen.
En maar snateren.

Tekst en foto © Jan Smith