Op mijn opstapplaats bij metro Westpolder begint de excursie eigenlijk al want hier zingt de grasmus en hij laat zich goed zien als hij vanuit een struikje op een draad gaat zitten.
Er staat een stevig windje maar later op de dag zal het goed warm worden. Na een klein uur rijden zien we terwijl we op de anderen wachten twee hazen, kievit, grote bonte specht, gaai en aalscholver.

Bert onze gids © Ingrid

De Bol

De Bol © Ina

 

De Bol © Marian

 

Rivierduin © Ina

Vanaf de Lekdijk West in Lopik lopen we met 17 natuurliefhebbers via een strekdam natuurgebied De Bol in. Het is een mini schiereilandje tussen Lek en Binnenlek waar bijzondere planten groeien door de aldaar gevormde rivierduinen, getijdekreek en steilrandjes. De vegetatie trekt weer insecten en vogels aan die hier voedsel en een schuilplaats vinden.
Het ingeslagen pad loopt evenwijdig aan het water waar enkele imposante wilgen groeien.

Kruisdistel © Ina

Tussen de stenen en in het zand bekende en minder bekende planten zoals teunisbloem, springbalsemien, honingklaver, smal weegbree, duizendblad, moeraswederik, zuring, grote kattenstaart, kruisdistel en kattendoorn. Rechts schraal grasland, met hier en daar meidoorns en struikjes en aan de dijkkant hoge bomen.

Rietzanger© Marian

We lopen een lus en horen de bosrietzanger, tjiftjaf en Cetti’s zanger. We noteren kruisdistel, geel walstro, wit vetkruid en geoorde zuring, en daarbij klinken de zoete zang van de fitis en de alarmkreet van een fazant. In de bodem opvallend veel ronde gaten, waarschijnlijk insecten nesten. Uit een er van vliegen inderdaad bijen in en uit.

We kijken ook regelmatig om ons heen want in deze omgeving zit de purperreiger. Een aantal keren zien we hem overvliegen. Een smal pad terug gaat langs hooiland waar de zwartkop, merel, vink en winterkoning melden dat ze ons allang in de smiezen hebben.

Ver weg vliegt een vrouw bruine kiekendief, herkenbaar aan haar lichtgele kop. Dichterbij scheren boerenzwaluwen over en snerpt de groenling vanuit de hoge populieren. Dan ook een korte roep van scholekster en tureluur.

Inmiddels hebben de plantenkenners hun lijstje uitgebreid met mosterdzaad, akker- en haagwinde, zilverschoon dat opvallend hoog groeit, witbloeiende echte valeriaan en engelwortel herkenbaar aan zijn rode steel.

Gehakkelde aurelia © Marian

Ook vlinders als koolwitje, gehakkelde aurelia, atalanta en het vuurvlindertje fladderen rond in dit eldorado. Vanuit het riet klinkt naast de korte zang van de rietgors een geluid dat ik eens eerder gehoord heb maar helaas de eigenaar niet aan kan koppelen. Drie keer iets als ’bie-bie-bie’, helaas te kort om te registreren via Cornell Lab.

In de hoge walnootbomen hangen al groene bolsters, tussen het gras een kleurige combinatie van de gele vogelwikke en het paarse moeraskruiskruid. Net voor we terug zijn op het startpunt passeert ons in snelle, rechte vlucht een torenvalk.

De Wielewaal en de veerpont

We tuffen naar de pont bij Schoonhoven die ons vlot overzet aan de andere kant van de Lek bij Lexmond. In het voorbij gaan zien we een grote zilverreiger.

Nu eerst de innerlijke mens bevoorraden met koffie en koek bij de Wielewaal. Een prachtig aangelegd terras met een natuurmuseum en klompenmakerij en zithoekjes met kleurige bloemen en bomen omzoomd. In de schaduw onder grote parasols worden we vriendelijk verwelkomd met een glas koud water. Hier komen de mussen nog ouderwets buurten om de kruimels op te pikken.

Zouweboezem

Rond 14 uur wandelen we de Zouweboezem in om zo’n 4,5 km te lopen met de kijker in de aanslag. Het gebied, in beheer bij het Zuid-Hollands Landschap, diende vroeger als opslag van overtollig polderwater. De uitgestrekte moerassen en rietvelden, wilgengrienden en elzenbroekbossen vormen één groot natuurgebied van wel 118 ha. en herbergen bijzondere watervogels. Hier broedt bijvoorbeeld de grootste kolonie purperreigers van ons land.

Op de vlonder naar de zwarte sterns kijken © Ingrid

Zwarte stern © Marian

Zwarte stern © Marian

De zwarte sterns broeden op nestvlotjes – geplaatst ter bescherming van de eieren en pullen – tussen de waterplanten. Je moet dus goed kijken om tussen de dichte bladeren van gele plomp en waterlelie de jongen te ontwaren, zo goed verscholen zitten ze. Van verre horen we de ouders al snerpen, zachte scherpe kreetjes, terwijl ze met een visje of een snavel vol insecten af en aan vliegen.

Gele plomp en moerasspirea

Dagpauwoog© Marian

Aan de linkerkant van het pad ruig grasland met oa. kale jonker die bezocht wordt door de dagpauwoog. Een ooievaar scharrelt naar voedsel en vliegt dan op met rustige vleugelslagen om zijn jongen te voorzien van de nodige eiwitten. We horen putters en zien kieviten. Plots is daar ook weer even een kiekendief in beeld, lange slanke vleugels en staart. Via een paar bruggetjes gaat het door een griendgebied met wilgen. De moerasspirea, smeerwortel en watereppe, zwanenbloem, lever- of koninginnenkruid en pitrus fleuren het op.

Rietorchis © Marian

Vanuit een dichte braamstruik met bleekroze bloemen klinkt een tuinfluiter gevolgd door de meer zeldzamere spotvogel. Hoog in de lucht is een mooie buizerd te zien. Een hekje door en we zijn weer ter hoogte van de zwarte sterns waar een deel van de groep afscheid neemt en huiswaarts gaat. Een klein groepje bewandelt nog even het vlonder pad door het rietland.

Met dank aan onze leider Bert en de chauffeurs.
Ook iedere deelnemer gaf door zijn kennis en belangstelling een gewaardeerde bijdrage aan deze prachtige excursie.
Wat mij betreft staat dit gebied volgend jaar weer op de lijst.

Verslag: Ina Geenen

Foto’s: Ina, Ingrid, Marian