Op een mooie zomeravond vergaderden we aan de picknicktafels bij het Trefpunt. Omgeven door wegstervende zanggeluiden in de schemer streek een laatste gast in de tuin neer en vloog van boom tot boom tot hij vlakbij z’n nachtgeluid liet horen: de bosuil. En dat was de enige gast die we misten toen op dinsdag 22 oktober in een overvol Trefpunt Michel Kuijpers, regiocoördinator Zuid-Holland van de kerkuilenwerkgroep én van STONE (waar u hopelijk de ‘steen’uil in herkent).
Misschien is het niet zien en soms horen de magie van deze bijzondere vogels. Bij gebrek aan steenhopen om in te nestelen in onze noordelijke regio, krijgt de steenuil een nestkast als broedplek. Veel inventiviteit wordt gevraagd van de makers, omdat de slimme kauw, ook op zoek naar een nestplek, steenuil en mens vaak net een stapje voor is.
De velduil, die velen van ons een paar jaar geleden bij de Eendragtspolder bewonderd hebben, laat zich heel praktisch leiden door een muizenexplosie: voedsel in overvloed. Zij verblijven hier soms in de winter.
De ransuil, met z’n flapjes bovenop z’n kop, die geen oren zijn, maar wel z’n alertheid kunnen aangeven, gaat snel in aantallen achteruit. De reden is niet eenduidig. We weten dat opgeruimde, efficiënte boerenerven weinig voedsel en bescherming meer bieden voor vogels. We weten ook dat gif voor ratten en muizen doorwerkt in de magen van vogels die de vergiftigde muizen eten. We weten dat we bij onze manier van steden bouwen niet de belangen van de oorspronkelijke bewoners van de regio mee laten tellen. De mens is een vreemd wezen: zoveel ratio en dan toch zoveel vergeten in het verbeteren van onze leefomstandigheden.
De kerkuil is als jager in de nacht het minst gezien en sinds Harry Potter een rage geworden. Mensen generen zich helaas niet om een kerkuil als huisdier te houden. Hij kan dan helaas niet z’n stille nachtelijke vluchten maken. En z’n donkere ogen blijven hopelijk verwijtend de eigenaars aankijken.
De ransuil heeft oranje ogen: zij beginnen met jagen in de schemering en de steenuil kijkt je als uil die de dag niet schuwt met gele ogen aan.
We genoten van de mooie plaatjes van bolletjes dons tot takkelingen. En we blijven hopen op het in stilte langs vliegen van een donkere schaduw.
Nog een praktische tip van Michel: als u een takkeling vindt, kijk of hij op een veilige plek in berm of bos zit en laat hem daar zitten of plaats hem op een tak: de ouders zijn in de buurt.