Wat zullen ze vanmiddag gaan zien? Daar zijn de 13 kinderen die zich inschrijven voor deze natuurmiddag heel nieuwsgierig naar.

We zijn er helemaal klaar voor! © Esmeralda

Uitleg insecten herkennen

Gert vertelt dat we de natuur in gaan maar dat hij niet weet wat we gaan zien…!
Nou zeg….is dat raar of logisch?
Hij laat een grote foto met verschillende insecten zien.
Wie herkent er een?
Ik hoor al wat goede antwoorden. Gert wijst met een echte aanwijsstok de insecten aan die de kinderen benoemen.
Simon wijzend naar de vlinder, vertelt vol vuur dat hij samen met zijn moeder een blad met rupsen heeft gevonden en thuis gekeken heeft hoe het koolwitjes werden.
Luuk, kent wel een paar van de getoonde insecten en noemt gelijk de bij. Amber herkent meteen de hommel.
Stef heeft een streepje voor want hij kan de namen al lezen en vindt het zuringhaantje.
Ruben heeft zelf al een insect ontdekt. In de hoek van de zaal ligt een gaasvlieg. Zijn vleugels die je met een loep goed kunnen bekijken, lijken net heel fijn gaas, zo is hij aan zijn naam gekomen.
Gert glundert van trots, wat weten jullie al veel. Hij vertelt verder dat je op de zuringplant een insect kunt vinden dat zuringhaantje heet. Het is groenblauw van kleur en glanst als metaal als de zon erop schijnt.
Hij laat nog wat foto’s zien van bekende vlinders zoals de atalanta: oranje met wit, zij legt piepkleine gele eitjes onderaan het brandnetelblad.
De kleine vos is oranje met blauwe stipjes aan de zoom van zijn mantel.
De dagpauwoog heeft vier ronde, blauwe vlekken die net ogen lijken, op zijn vleugels
En de waterjuffer die aan het achtereind van zijn lijf een blauw stukje heeft, noemen ze lantaarntje.

Insectenlied

Bzzz, bzzzz, bzzz…
Bij brengt honing, wàt een kei.
Libel vliegt met vier vleugels,
Wel twee keer zo snel.
Zoem-zoem-zoem…
Hommel draagt een jas van bont.
Èn aan elke poot een stuifmeelklont
Hé, wat zit daar op de grond?
Vlinder fladdert vrolijk rond.
Knabbel-knabbel, kauw-kauw-kauw…
Kever eet, schrokken gauw,
Zijn buikje vol, weg is het blad
Juffer wiegelt boven het water
Mijmert zachtjes over later
Spiegelt zich in het blinkend nat,
Oh, wat ben ik slank en glad

Wat zit er onder de bladeren Stef? © Yvonne

Naar buiten en zoeken maar
Elk kind krijgt een groen tasje voor de buik geriemd, waarin een loepje en een loeppotje gaan, dat is makkelijk meenemen zo.
De gids neemt informatiekaarten mee van bodemdiertjes en luchtacrobaatjes (vlinders) en andere insecten.
Al gauw hangt Stef ondersteboven aan de armen van zijn moeder, om met zijn loep – als een echte Jean Fabre – onder de blaadjes te speuren naar eitjes van insecten.
Olivier en Evi zoeken mee.
Amber en Cynthia trekken er met zijn tweeën op uit; Jack, Joslin, Jibbe en Jasper met oma en opa.

Lieveheersbeestje: vervelling en larve (in loeppotje) © Esmeralda

Rond het Trefpunt
Eerst lijkt het of de insecten siësta houden maar met zoveel kinderogen en al die loepjes wordt er toch heel wat gezien.
Een ijverige hommel vliegt op de zoet geurende rozen, als je goed luistert hoor je een brommend geluid.
In het riet zit een huisjesslak; het heeft een huisje dat versierd is met gekleurde ringen.
Een jong slakje wordt in de loeppot gedaan, hij is lichtgeel en heeft nog geen gekleurde strepen.
Stef vindt een grijze tor op een brandnetel, helaas is het op naam brengen nog niet zo eenvoudig.
Iemand gooit kleefkruid op mijn shirt. Dat ken ik nog van toen ik zelf klein was. Wist mijn moeder meteen dat ik lekker buiten had gestruind, want de takjes en bolletjes hebben hele kleine haakjes en blijven aan je kleren hangen.
Daar kruipt de larve van het lieveheersbeestje. Hij is zwart met oranje, maar hij is recht en lijkt nog niet op het ronde kevertje.
Op een blaadje vinden we zelfs een achtergelaten huidje van zo’n larve.
Net zoals een rups die zijn cocon verlaat.
Evi heeft met haar scherpe ogen een mier ontdekt in het zand en dan zien we er steeds meer.
De brandnetelplant prikt dus goed opletten als je erlangs loopt. Daar vliegt een koolwitje naar de lavendel, geen wonder want die ruikt ook zo lekker. Wist je dat ze er zeep en shampoo van maken?

Wat zien jullie daar tussen het hooi? © Yvonne

Bij de parkeerplaats
Hier groeit een moerbeiboom met eetbare vruchtjes, ze lijken wel wat op bramen maar ze zijn wat platter. De donkerpaarse zijn rijp en kun je eten, ze smaken lekker zoet.
We komen bij de Wilgwam, helemaal groen begroeid met wilg, hop en druivenblad. Gauw naar binnen. Een kreet. De kinderen zien een dode, jonge meerkoet liggen met maar één poot. Wat zielig. Hoe komt ie daar?
Is het de vos geweest of een ander dier? Even bijkomen van de schrik.

De 6 jonge Heemskinderen lekker aan de (fris)drank © Mieke

Net als er een leuke foto van de kinderen gemaakt wordt, limonade drinkend op de boomstammetjes zittend. Horen we ….. ‘krak’ …. de boomstam is helemaal vermolmd. We schrikken weer want net als kabouter Spillebeen vliegt Simon de lucht in. Daarna hebben we allemaal gelachen!

Samen genieten in de natuur © Rose

De Paddenpoel
We lopen door het hoge gras, oppassen voor de distels.
Er zit nog wel water in de Paddenpoel al staat het niet meer zo hoog. Rondom groeit een plant die lekker fris naar pepermunt ruikt, de watermunt. Er groeien paarse pluimen, die heten kattenstaart. De waterjuffer! Goed gezien Stef. De andere groep ziet op het water schaatsenrijdertjes heen en weer schieten.
Hebben we onze oren al gebruikt? We horen een merel die alarm slaat, dat klinkt anders dan zijn mooie lied.
We vinden de zuringplant, tillen een paar bladeren op en daar zitten drie barnsteenslakjes, hun huisje heeft een scherpe punt.

Vol aandacht luisteren naar Karin © Rose

De groep van Gert en Karin zien juist veel metallic haantjes, soms parend maar helaas geen eitjes aan de onderkant van de zuringbladeren. De bladeren waren ‘doorzeefd’ met gaatjes, daar hebben de haantjes en de slakjes dus goed van gegeten.
In een dode boom zien zij houtduiven en eksters die ze aandachtig bekijken. Wat heeft zo’n grote houtduif eigenlijk een klein kopje. En die eksters kunnen zo trots lopen en met hun lange staart zwaaien.
Ook zien ze een groene kikker die in overtreding is, want hij springt op het ruiterpad rond. Nou dat is toch zeker voor paarden. Ze hebben meer geluk want zij vinden een padje, dat nog zo klein is dat hij in het loeppotje past. Even maar hoor. Goed bekijken en dan weer loslaten. Meerdere kinderen vinden een lieveheersbeestje.

Wij horen een paar hoge kreetjes van een overvliegende visdief. Met sierlijke vleugelslagen is hij steeds op zoek naar visjes voor zijn jongen. Ga maar eens kijken met vader of moeder of opa en oma. In de Bleiswijkse Fles liggen een paar visdievenvlonders waar de visdiefjongen te zien zijn.
De zon doet erg zijn best en dat merk je meteen aan de vlinders die houden er ook van. Klein koolwitjes, een bruinoranje nachtuiltje en op het schelpenpaadje de gewone oeverlibel (mannetje blauw en vrouwtje geel).
Ook zien ze een parend stel, dat heet een wiel.

Zuringhaantje, waterjuffer, libelle en pad © Karin en Esmeralda

Na afloop worden de vondsten op tafel uitgeschud. De kinderen krijgen een tekening van een mooie vlinder die ze kunnen kleuren voor Vaderdag en een zaaddoos van de gele lis mee. Thuis maar eens bekijken en aan de waterkant uitstrooien. Wie weet groeien er volgend jaar dan van die mooie gele bloemen bij jou in de buurt.
Wat was dit een gezellige en leerzame middag.

Dank aan Gert, Karin, Esmeralda, Ina en alle begeleiders van thuis. Fijne vakantietijd en kijk intussen naar de vogels in de lucht en alles wat er rondkruipt of fladdert. Misschien kun je er dan wel een verhaaltje over vertellen de volgende keer, dat is op 26 september.

Tekst: Ina Geenen

Een reactie van de opa van Joslin
Het was erg leuk, we hebben ervan genoten. Joslin heeft er enthousiast over verteld thuis. Ik heb een bericht met foto’s op mijn Facebookpagina gezet. Ik word lid van Rotta (top!) en als jullie versterking nodig hebben voor de jeugdwerk groep doe ik graag mee!