Vanochtend zie en hoor ik er een paar honderd in deelgebied vier van De Groenzoom: brandganzen.
Het is de kennelijke voorhoede van wat nog in aantocht is vanuit het Hoge Noorden; hun aantal neemt met de minuut toe door grote groepen laatkomers. Ze laten zich luid gakkend uit de lucht vallen, hongerig als ze na de lange reis zijn, en landen met de voorpoten als remkleppen vooruit tussen hun soortgenoten die zich inmiddels tegoed doen aan het malse gras. Na nummer driehonderd-zoveel stop ik met tellen en neem mijn toevlucht tot het maken van een ruwe schatting; ik kom uit bij circa vijfhonderd.
Het grootste deel van de wereldpopulatie van brandgans (Branta leucopsis) overwintert in Nederland. Ze foerageren bij voorkeur in dichte groepen op open grasland – veilig tegen de meeste predatoren – en dat levert al met al een fascinerend beeld op.
Brandgans is herkenbaar aan de typische koptekening: zwarte kop met spierwit gezicht en zwarte band vanaf de snavel tot om het oog.
Het naamelement ‘gans’ is een klanknabootsing van het gakken. De oudst bekende bron van het element ‘brand’ komt van het Oudnoorse brandr, dat zoveel betekent als ‘brandend stuk hout’. En ja, de gitzwarte kleur van verkoold hout komt nog het meest overeen met de kleur van hals en borst van deze statige verschijning.
Hij gaat onder verschillende namen door het leven, afhankelijk van de streek waar hij rondloopt. In Zeeuws-Vlaanderen wordt hij kortweg Brand genoemd, op Zuid-Beveland en Walcheren noemen ze hem Pouwtje door de trotse manier waarop hij loopt.
Zijn overwegend zwart-witte uiterlijk bezorgde hem op Tholen de naam Bontje en omdat brandganzen nogal luidruchtig zijn en tijdens de vlucht een doordringend blaffend geluid laten horen, is dat de reden waarom hij in de Eemlanden Blaffer wordt genoemd.
Keergans, zoals hij ook wel genoemd wordt om zijn jaarlijkse terugkeer in het winterseizoen, komt in groten getale voor in Nederland en is om die reden niet bedreigd. Die status kan zomaar omslaan wanneer er naar de mening van sommige mensen ineens teveel zijn. Gelukkig is brandgans in Nederland nog steeds een beschermde inheemse vogel en er geldt tot nu toe een jacht- en vangverbod. Houen zo!
Bron: De Nederlandse Vogelnamen en Hun Betekenis / H. Blok en H. ter Stege
Tekst en foto’s: © Jan Smith