In deze en de komende 3 nummers van Aves Visum neem ik jullie mee in de wereld van bijen. Zeven jaar geleden ben ik mij gaan interesseren voor bijen. Omdat ik niets wist over bijen, volgde ik een basiscursus bijenhouden en werd in de zomer van 2012 eigenaar van mijn eerste honingbijenvolk. Al snel werd mij duidelijk dat kennis over hoe honingbijen leven en hoe te imkeren belangrijk is. Maar kennis over planten misschien nog wel meer. Want bijen, zowel honingbijen als wilde (solitaire) bijen en veel van de Nederlandse plantensoorten zijn van elkaar afhankelijk.

In deze Aves Visum licht ik een tipje van de sluier op over de relatie tussen bijen en bloemen. Een tipje, want je kunt er een boekenkast mee vullen. Het is een wetenschap en wereld op zich.

Ongeveer 80% van de Nederlandse plantensoorten wordt door insecten bestoven.

Bijen en bloeiende planten

Ongeveer 80 % van de Nederlandse plantensoorten wordt door insecten bestoven. Bijen zijn samen met vliegen de belangrijkste bestuivers. Bijen zijn afhankelijk van de nectar en stuifmeel die bloeiende planten leveren. De nectar levert de suikers en is de energiebron voor zowel de larven als de volwassen bijen. Het stuifmeel levert diverse soorten eiwitten, belangrijk voedsel voor de larven, omdat ze van essentieel belang zijn voor de ontwikkeling van gezonde bijen. De afhankelijkheid van planten bestaat er uit dat de bijen die de bloem bezoeken en nectar opzuigen, met hun geloop over de bloem, stuifmeelkorrels op een rijpe stamper terecht doen komen, zodat voortplanting plaatsvindt. Bijen helpen de plant met het transport van stuifmeel van de ene naar de andere bloem omdat er een beloning in de vorm van nectar tegenover staat. We noemen deze samenwerking mutualisme: de relatie van twee soorten waarbij beide voordeel van elkaar hebben en afhankelijk zijn van elkaar voor hun overleving. Als de bestuiving heeft plaatsgevonden dan hoeft de bloem geen insecten meer te lokken. De nectarproductie stopt en de bloemen gaan minder geuren. De bloem kan van kleur veranderen, blaadjes vallen af en bij vingerhoedskruid valt binnen een dag de kroonbuis er af.

Bloemen verleiden bijen op verschillende manieren.

Bloemen verleiden bijen

Bloemen verleiden bijen op verschillende manieren. Door het verspreiden van geur en uiterlijke kenmerken als vorm en kleur. Rond 1910 ontdekte de Oostenrijkse etholoog Karl von Frisch dat bijen kleuren en bloemvormen kunnen onderscheiden. In specifieke gevallen bestaat er een onderlinge afhankelijkheid van bloemsoort en bij. De bouw van de bij, de tonglengte in combinatie met de lichaamsgrootte bepaalt in grote mate op welke soort bloemen ze vliegen. Er zijn planten die bijvoorbeeld zo aangepast zijn aan het bezoek van hommels, dat geen ander insect hun plaats kan innemen. De nectar ligt diep verborgen. Hommels hebben een voorkeur voor bloemen met een tweezijdig symmetrische of onregelmatige bloemkroon zoals lipbloemigen en vlinderbloemigen, honingbijen juist omgekeerd. Zulke hommelbloemen zijn bijvoorbeeld leeuwenbekje, brem, vingerhoedskruid, akelei, smeerwortel, veldsalie en monnikskap.

Tuinhommel

Vingerhoedskruid, de kroonbuis is paarsig, met in de binnenkant donkerrode vlekken, die de bij naar de plek leiden waar de nectar te vinden is. Goed zichtbaar is de lange tong van deze tuinhommel.

Kleur

Bijen en mensen zien deels dezelfde kleuren. Bijen kunnen echter UV licht zien, dat voor ons onzichtbaar is. Dit is heel nuttig want bijen kunnen hierdoor de ‘honingmerken’ zien. Dit zijn specifieke vormen in het midden van de bloem, met donkere lijnen, vlekjes op de kroonbladen. Met dit merk lokt de bloem de bij naar de plaats waar nectar en stuifmeel te halen zijn. De kleuren geel en wit komen bij circa 58% van de inheemse plantensoorten voor. Voor mensenogen hebben deze kleuren geel en wit ongeveer dezelfde kleur, maar voor bijen kunnen deze kleuren sterk verschillen. Dit komt door het verschil in UV absorptie per bloem.

Golflengte van het licht

Mensen zien het kortgolvende ultraviolet niet, bijen wel.

Bijen verschillen onderling in voorkeur voor kleuren. Zo vinden honingbijen UV licht aantrekkelijk, de kleuren blauw en groen minder. Het blauwpaarse gebied is voor hommels weer aantrekkelijk. De kleur van de bloem is niet willekeurig. Met de kleur verleidt de plant de soorten insecten. Mogelijk ontwikkelden plantensoorten in de loop van de evolutie een kleur die aantrekkelijk is voor bepaalde insectengroepen, waardoor de soort beter kan overleven.

Ruige rudbeckia

Ruige rudbeckia. Links gefotografeerd met een ultravioliet filter en rechts met een geelfilter. De linkerbloem reflecteert het gele voor ons zichtbare licht. De rechterbloem toont het gereflecteerde UV licht. Goed te zien is het honingmerk.

Magnetisme

Onderzoekers van de Universiteit van Bristol hebben bij hommels aangetoond dat ze in staat zijn om elektrische signalen op te vangen die worden uitgezonden door bloemen. Niet alleen met geur, kleur en vorm worden hommels gelokt, maar ook met elektrische signalen. Planten zijn gewoonlijk negatief geladen en hebben een zwak magnetisch veld. Bijen die door de lucht vliegen worden positief geladen. Wanneer een geladen hommel een geladen bloem nadert ontstaat een kleine elektrische kracht die informatie kan overdragen. De onderzoekers waren verrast toen ze ontdekten dat hommels onderscheid kunnen maken tussen verschillende elektrische velden van bloemen. Een andere proef wees uit dat het elektrische potentiaal van bloemen enige minuten verandert op het moment dat een bij landt. Vertelt de bloem hiermee dat zij zojuist bezocht is en het voor de bijen niet interessant is op haar te landen? Uit een proef bleek dat bijen het verschil tussen twee kleuren sneller kunnen onthouden als er elektrische signalen beschikbaar zijn. Naar mijn idee is het nog niet geheel duidelijk hoe bijen de elektrische velden detecteren. De onderzoekers opperen dat hommels de lading met hun haartjes voelen.

Monitoren op de Hennipgaarde

Met de stichting Natuurpolders beheren wij een groot deel van de Hennipgaarde, een stuk grond van 9 ha. groot dat ligt tussen Zevenhuizen en de Willem Alexander Roeibaan. Het deel dat wij beheren zijn drie akkers van ieder een halve hectare, een fruitboomgaard, de paddenpoel, een wilgengriend, kruidentuin en een bloemen-, kruidentuin. Mei 2018 is de Hennipgaarde opgeleverd en zijn we gestart met onze activiteiten.

Stichting Natuurpolders

De Stichting Natuurpolders in Zevenhuizen is in februari 2017 opgericht. Het doel van de stichting is het behouden, herstellen en versterken van de natuur-waarden van polders in Zuid-Holland en andere provincies. Zij tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door het in beheer/pacht krijgen van gronden en hier op een duurzame wijze gewassen te telen. Het oogmerk is de polders zodanig in te richten dat de biodiversiteit wordt vergroot en dat het een goede mix oplevert van natuur, natuurbeleving, rust, ontspanning en lichte recreatie. Ook initieert de Stichting Natuurpolders educatieve programma’s op het gebied van natuurbeheer, toepassen van natuurproducten en duurzame tuin- en akkerbouw.

Hennipgaarde

Golvend graan in de Hennipgaarde met langs de rand kleurrijke akkerkruiden

HennipgaardeDit jaar, 2019, willen we starten met het jaarlijks in kaart brengen van de diverse soorten bijen op de Hennipgaarde. Zoals veel van onze activiteiten op de Hennipgaarde is dit ook weer een nieuwe uitdaging. Bedenken van de systematiek, het daadwerkelijk tellen en het verwerken van de gegevens. Heb jij ervaring met tellen van insecten en wil je ons helpen, graag. Wij laten ons graag adviseren, zelf denken we aan drie telrondes te doen in de wilgengriend, kruidentuin, bloementuin, boomgaard, op de drie akkers. Zeven locaties dus en de bermen als achtste locatie. Tellen in maart, mei en juli.

Geraadpleegde literatuur:

  • Hommels het jaar rond, Henk van Halm, mei 2001 Trouw
  • Wikipedia
  • Een verhaal met een angel 2013, Dave Goulson. Uitgeverij Atlas contact
  • De Nederlandse Bijen, natuur van Nederland 11. 2012
  • Basisgids hommels 2018. EIS kenniscentrum
  • Niet zonder elkaar. Bloemen en insecten. Uitgeverij Natuurmedia 2015
  • Project love for bees
  • Detection and Learning of Floral Electric Fields by Bumblebees , Dominic Clarke*, Heather Whitney*, Gregory Sutton, Daniel Robert†, Science 05 Apr 2013