De provincie Zuid-Holland verzorgt 674 kilometer aan provinciale wegen. De bermen spelen een belangrijke rol in het leven van planten en insecten en met die laatste groep gaat het, zoals we allemaal wel weten, niet goed.

Daarom gaat de provincie de bermen ecologisch beheren met als doel het vergroten van de biodiversiteit. Alle insecten, maar zeker ook de bijen profiteren ervan, want zij zijn voor hun voedsel afhankelijk van bloeiende bloemen. Als er minder insecten zijn, zijn er dus ook minder vogels. Om over het probleem van het wegvallen van plantenbestuiving nog maar te zwijgen.

Ik kom hierop omdat ik tijdens een fietstocht twee in werkkleding gehulde heren in de berm langs de provinciale weg N470 aantref. De een is bezig met het fotograferen van plantjes, de ander maakt aantekeningen op een klembord.

Ze werken in opdracht van de Provincie Zuid-Holland en vertellen enthousiast over wat ze zoal hebben aangetroffen in de bermen langs de provinciale wegen. Zij hebben inmiddels alle regio’s afgewerkt en inventariseren nu alle planten en kruiden in onze regio. Het gebeurt in het kader van het provinciale project ’De Berm Komt Tot Bloei’ en de beide heren vertellen dat ze steeds weer opnieuw aangenaam verrast worden door de grote vegetatievariëteit in de bermen langs de wegen.

Op basis van alle verzamelde gegevens wordt gericht maaibeleid ontwikkeld: elke N-weg krijgt zo een eigen maaiplan, ook wel maaitekening genoemd, waarin vastgelegd is op welke manier, wanneer en met welke methode de bermen moeten worden onderhouden. Het kan daarom voorkomen dat de bermen van de ene weg slechts eenmaal per jaar worden gemaaid, terwijl dat langs andere wegen tot wel vier keer gebeurt.

Soms worden bermen in zijn geheel gemaaid, maar het kan ook voorkomen dat  op andere plaatsen gewenste bloeiende planten en kruiden juist langer blijven staan. Hier en daar zullen hogere soorten langer dan gebruikelijk langs de wegen blijven staan om zo voedsel en beschutting te bieden aan allerlei insecten en op plaatsen waar de verkeersveiligheid in het geding is, wordt resoluut kort gemaaid. Het aloude adagium ‘lekker kaal de winter in’ is echter definitief passé.

Ecologisch bermbeheer houdt onder andere in dat op een later moment gemaaid wordt dan voorheen, waardoor meer biodiversiteit van bloemen en kruiden in de berm ontstaat. Sommige plantensoorten zien we overigens liever niet in de berm staan, omdat ze bijvoorbeeld te veel woekeren, soms ook schade toebrengen aan (agrarische) grond of gebouwen, of omdat sommige van die planten zelfs giftig zijn voor mens en dier of allergische reacties teweeg kunnen brengen. Akkerdistel, akkermelkdistel, Jacobskruiskruid, reuzenberenklauw, het groot hoefblad en de Japanse duizendknoop zullen daarom zoveel mogelijk worden aangepakt voordat ze gaan bloeien of zaad vormen. Het maaisel wordt pas een paar dagen later weggehaald zodat insecten mooi de gelegenheid krijgen een veilig heenkomen te zoeken. Door het verwijderen van het maaisel wordt bovendien bewerkstelligd dat de bodem verarmt waardoor bovengenoemde schadelijke planten minder kans krijgen zich te ontwikkelen, maar juist de groei van bloeiende planten wordt gestimuleerd.

Ook worden lichtere machines of machines met speciale lagedrukbanden ingezet die minder schade aan de ondergrond toebrengen en zodoende planten, insecten, maar ook rupsen en eitjes sparen.
Het voedselarmer maken van de grond neemt tussen de vijf en tien jaar in beslag.

Project ‘De Berm Komt Tot Bloei’ is inmiddels ook uitgebreid naar alle snelwegen in de provincie. Alle bermen zullen gaandeweg bloemenrijk worden ingericht en zijn dan uitermate geschikt als leefgebied voor insecten.

Werp dus ook eens een korte blik op de bermen van de weg en geniet van alle geuren en kleuren.
En tot slot: chapeau voor dit positieve initiatief van de Provincie Zuid-Holland. Kijk voor meer informatie op de website https://www.zuid-holland.nl/onderwerpen/verkeer-vervoer/wegverkeer/berm-komt-bloei/.

Tekst: © Jan Smith