In de serie over bijen kan een artikel over één van de bedreigingen voor de honingbij niet ontbreken. Naast de sterke afname van biodiversiteit (monocultuur en verstedelijking), het gebruik van insecticiden in de landbouw is ook de varroamijt verantwoordelijk voor sterfte van met name honingbijen. Vaak krijg ik hierover vragen als ik iets vertel over bijen.

Peter Schallenberg en Alwine van Winsen, Stichting BeeSerious

Peter Schallenberg
en Alwine van Winsen

Wie ons alles kan vertellen over de varroamijt is Peter Schallenberg van Stichting BeeSerious, die zich samen met een aantal bevlogen mensen inzet om honingbijen resistent te maken tegen de varroamijt. Op een regenachtige maandagmorgen in augustus had ik een interessante ontmoeting met hem.

Wat is de varroa voor een diertje en hoe komen de bijen eraan?

De varroamijt, ook wel ‘Varroa destructor’ is een exotische parasiet, die in Azië op de Indische honingbij (Apis cerana) wordt aangetroffen. Door het reizen met Europese honingbijen (Apis melifera) van en naar het verspreidingsgebied van de varroamijt konden de mijten overstappen op de Europese honingbijen. De mens heeft ervoor gezorgd dat de varroamijt nu over de hele wereld wordt aangetroffen. Maar ook zonder het reizen met de bijen was de varroa uiteindelijk in Nederland terechtgekomen, wellicht een paar jaar later, maar toch. De varroa werd in 1983 voor het eerst aangetroffen in Nederland.

Varroamijten op een honingbij

Varroamijten op een honingbij © Alwine van Winsen

De varroa (parasiet) en honingbij (gastheer) hebben een relatie. Door duizenden jaren evolutie van de Indische honingbij kan de varroa zich niet meer voortplanten in hun werksterbroed. Daarnaast ontwikkelden de bijen een gen dat ervoor zorgt dat ze actief de mijten van zich afpoetsen. Deze co-evolutie heeft de Europese honingbij niet kunnen doormaken, waardoor er (nog) geen stabiele relatie kon ontstaan. Hierdoor kan de varroamijt zich naar hartenlust voortplanten in het werksterbroed van de Europese honingbij met alle gevolgen van dien.

De varroamijten leven op de bijen in het bijenvolk en zijn in staat de leeftijd of taak van bijen herkennen. Zo herkennen ze de jonge bijen die als taak hebben om cellen schoon te maken. Via deze bijen komen ze bij het broed. De bijenlarven scheiden een stof af die aantrekkelijk is voor de mijten. Zo’n 15 tot 20 uur voor het sluiten van de broedcel kruipt de varroamijt onder de larve om zich te nestelen in het voer van de larve.

De mijt voedt zich met de hemolymfe van de larve en begint ongeveer drie dagen na het sluiten van de broedcel met het leggen van het eerste eitje. Een onbevrucht eitje waaruit een mannelijke nakomeling voortkomt. Daarna legt de varroamijt elke 25-30 uur een bevrucht eitje waar een vrouwelijke nakomeling uit voortkomt. In vrouwelijk broed (werksterbroed) legt de moedermijt maximaal vier bevruchte eitjes, in mannelijk (darrenbroed) maximaal zeven eitjes.

De ene soort ruikt dat het broed ziek is De andere soort ruimt de besmette poppen op

Gevolgen voor de honingbij

Bijen die geïnfecteerd zijn ontwikkelen zich niet tot gezonde sterke bijen. Ze hebben minder vitellogine, een opslageiwit dat een bij nodig heeft om voedersap te kunnen produceren. Ze gaan eerder foerageren en leven korter. Geparasiteerde vliegbijen zijn langer onderweg bij het zoeken van voedsel en keren vaker niet terug dan niet geïnfecteerde bijen. De varroa brengt daarbij ook nog verschillende virussen over. De meest bekende daarvan is het Deformed Wing Virus (DWV), het verkreukelde vleugeltjes virus. Deze bijen kunnen niet vliegen en dus geen eten halen.

Als een volk zwaar besmet is betekent dit het einde van het bijenvolk. Dit gebeurt vrijwel altijd in het najaar als de winterbijen gevormd worden. De reden hiervoor is dat het broednest van een bijenvolk in de nazomer krimpt, waardoor het relatieve aantal broedcellen dat besmet is, toeneemt (de hele populatie varroamijten stapt in dat steeds kleinere aantal cellen in). Dat zorgt ervoor dat er geen ‘gezonde’ populatie winterbijen gevormd wordt en dat virussen, zoals het DWV snel de overhand nemen. De sociale structuur in het volk wordt ondermijnd en uiteindelijk stort het volk in.

Stichting BeeSerious komt in actie

Het veldwerk van de imkers van de Stichting Beeserious

Het veldwerk van de imkers van de Stichting Beeserious

De varroamijt is één van de oorzaken van de bijensterfte. De lobby rondom het tegengaan van het massale gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw is sterk. Ook voor de biodiversiteit is veel aandacht inmiddels, zegt Peter. Toen Peter in 2014 voor het eerst hoorde van de varroamijt, begon zich bij hem het idee te vormen om zelf in actie te komen. Hij nam in 2015 contact op met Arista Bee Research, die in Nederland het ‘VSH programma’ introduceerde. Een teeltprogramma dat zich richt op het telen van varroaresistente bijen. Arista wilde dit programma niet uitbreiden, Peter is vanaf toen een andere weg gegaan. Met ondersteuning van collega imkers ontwikkelde Peter een eigen teeltprogramma

In 1996 werd in de VS, aan de Universiteit van Baton Rouge ontdekt dat bijen over hygiënische eigenschappen beschikken. Ze ruiken het als het broed ziek (besmet) is. Om varroa resistentie in een volk te krijgen, zijn er twee soorten bijen nodig. De ene soort die ruikt dat het broed ziek is, deze knaagt een gaatje in het deksel van de broedcel waar de pop inzit. Hiermee stopt het verpoppingsproces. De andere soort ruimt de besmette poppen op. Deze Varroa Sensitieve Hygiëne (VSH) is in beginsel aanwezig binnen ieder bijenvolk. Maar als een bijenvolk deze eigenschappen in hoge mate bezit, komt de varroa uiteindelijk niet tot sterke voortplanting.

Peter vergroot deze VSH-eigenschappen bij bijen via een teeltprogramma. Dit doet hij door bijen die VSH in hoge mate hebben te kruisen met volken van andere familielijnen die ook een hoge VSH-waardering hebben. Zo kom je uiteindelijk tot bijen die zelf op een natuurlijke manier de varroa kunnen bestrijden. En net als de Indische honingbij in een balans leven met de varroamijt, die niet meer verdwijnt.

Kunstmatige inseminatie kan op twee manieren

De teelttechniek

Peter vertelt dat Stichting BeeSerious op een aantal locaties in Zuid-Holland bijenvolken heeft staan. Per locatie staan minimaal zes bijenvolken die nauwkeurig bestudeerd worden. Er wordt gekeken welke volken het beste de varroa verwijderen. Deze worden gekruist met bijen die ook een hoge resistentie hebben, waarbij steeds gelet wordt op genetische afkomst.

Het telen van VSH-bijen kan op diverse manieren. Door kunstmatige inseminatie of via de natuurlijke weg. Dan gaan de jonge koninginnen naar bijvoorbeeld het eiland Norderney, waar het Kirchheim Instituut darren uit een teeltprogramma met VSH bijen heeft. De koninginnen worden bevrucht door deze VSH bijen en zo ontstaat een nieuwe familielijn met hoge VSH.

Kunstmatige inseminatie (KI) kan op twee manieren. Via Single Drone Insemination (SDI) of Multi Drone Insemination (MDI). Bij SDI wordt van één dar waarvan je zeker weet dat deze 100 % resistent is zaad afgenomen. Dit wordt bij een koningin ingebracht, waarvan we weten dat ze een hoge VSHwaarde heeft. Na de inseminatie maken we met deze koningin een volkje dat we gaan testen op de druk van de varroa. Dit doen we door eerst alle varroa eruit te halen en daarna te besmetten met een afgepast aantal (100) varroamijten. Na tien dagen incuberen wordt er onder de microscoop gekeken hoeveel varroamijten in het broed gekropen zijn. Hiermee wordt het percentage VSH vastgesteld. Worden er bijvoorbeeld nog 50 gevonden, dan is het volk 50% resistent, bij 20 mijten is dit 80%.

Kunstmatige inseminatie van een honingbij

Kunstmatige inseminatie van een honingbij © Alwine van Winsen

Bij MDI wordt van meerdere darren zaad afgenomen en bij de koningin ingebracht. Dit is een betere manier omdat via de natuurlijke weg de moer ook door meerdere darren bevrucht wordt. Deze koningin wordt door de bijen beter geaccepteerd dan koninginnen die via de SDI worden bevrucht. Met een VSH-koningin kunnen we via ons teeltprogramma bijenvolken telen met een hoge VSH waarde; gezonde vitale bijenvolken die in redelijke balans met de varroamijt kunnen leven.

Aan de lege gaatjes kun je zien dat er besmette cellen zijn opgeruimd

Aan de lege gaatjes kun je zien dat er besmette cellen zijn opgeruimd. © Alwine van Winsen

Gestart in 2015, waar sta je anno 2019?

In samenwerking met een aantal imkers is het project gegroeid van 8 volken in 2015 naar ruim 80 volken in 2019 om het programma mee uit te voeren. Het is belangrijk om het project naar deze schaal en verder te vergroten. Als je ècht iets wilt betekenen voor de resistentie bij bijen. Dit jaar is Stichting BeeSerious in vier rondes met in totaal 98 VSH koninginnen van eigen teelt afgereisd naar Norderney. De eerste drie rondes leverden 37 goed bevruchte koninginnen op. De uitslag van de laatste ronde laat nog even op zich wachten, maar de verwachting is dat er in totaal ongeveer 50 koninginnen succesvol bevrucht zullen zijn. Hiermee worden weer nieuwe volken opgekweekt met een hoge mate van varroa resistentie.

‘Maar wat is nu je eigenlijke doel Peter?’ was mijn laatste en niet onbelangrijke vraag

Een helder antwoord kreeg ik. Peter wil ervoor zorgen dat zoveel mogelijk honingbijen volken in Nederland een hoge mate van varroa resistentie hebben. Door dit teeltprogramma en het betrekken van zoveel mogelijk imkers denkt hij dit te kunnen realiseren. Met Stichting BeeSerious ondersteunt hij imkers die hieraan mee willen werken. Dit gebeurt bijvoorbeeld met kennis en informatie, het aanbieden van teeltmaterialen en het vinden van geschikte locaties voor een teeltstation. Stichting BeeSerious is niet gericht op het maken van winst, maar is op zoek naar een breed scala aan samenwerkingen om haar doel te kunnen verwezenlijken. Per slot van rekening is de varroamijt een probleem van ons allemaal. Hoe mooi is het als zoveel mogelijk mensen meehelpen aan het oplossen ervan.

Kijk voor meer informatie ook op www.beeserious.nl

BeeSerious

Geraadpleegde literatuur:

  • Wageningen Universiteit and Research, artikel over Varroa destructor