In het eerste artikel van de reeks van vier dat ik mocht schrijven voor ons mooie kwartaalblad verhaalde ik over de relatie tussen bloemen en bijen. Over hoe bloemen bijen verleiden hen te bezoeken zodat er bestuiving plaatsvindt en dat bloemen essentieel zijn voor het voortbestaan van bijen. Ze leveren nectar en stuifmeel, het voedsel voor bijen. Omdat honingbijen als volk overwinteren hebben ze een voedselvoorraad nodig dat bestaat uit honing en stuifmeel. Dit artikel gaat over honing.

De weg van de nectar, van bloem tot in de cellen van de raat

De honingbijen die we zien vliegen noemen we de ‘haalbijen’. Dit is de laatste fase van hun korte bestaan, waarin ze tot taak hebben voedsel te halen voor de bijen in de kast. Een haalbij kan bijna evenveel nectar vervoeren als haar eigen lichaamsgewicht. De nectar die opgezogen wordt uit de plant, komt via de slokdarm in een soort zakje, de honingmaag. Hierin kan tot 70 ml. nectar opgeslagen wordt, wat gelijk staat aan ca. 70-80 mg. Vanaf het moment van opzuigen van de nectar begint de bewerking van de nectar tot honing. Bij het opzuigen worden speeksel en sappen uit kopklieren die enzymen produceren toegevoegd. Vervolgens neemt de nectar tijdens het transport naar de honingmaag ook nog enzymen op.

Bij ‘thuiskomt’ geeft de haalbij de nectar over aan de huisbijen, die deze weer doorgeven aan andere huisbijen. Telkens weer worden er stoffen toegevoegd door de bijen. Hoe meer bijen deelnemen aan dit doorgeven hoe meer enzymen eraan toegevoegd worden. De hoeveelheid bijen die aan dit proces deelneemt hangt af van de grootte van het volk. Uiteindelijk wordt de nectar opgeslagen in de cellen van de raat.

Van nectar in de cel tot honing in de cel

De nectar die opgezogen wordt uit de plant bestaat voor 80% uit water. Honing die lang bewaard moet kunnen blijven, bestaat voor minimaal 80% uit suiker. Voor de vorming van nectar tot honing, moeten de bijen nog veel werk verrichten, gedurende het zogenaamde rijpingsproces. Dit proces bestaat uit twee fasen, fase 1 het wurgen en fase 2 het indikken.

Voor 500 gram honing zijn 6 miljoen bloemen nodig. Als één bij dit alleen zou verzamelen, dan zou de bij er 2.000 dagen over doen.

Fase 1, het wurgen

Huisbijen die bij dit rijpingsproces betrokken zijn nemen de nectar over van de haalbijen. Ze geven telkens een beetje ‘over’, trekken dan de druppel tussen de tong en de kin uit tot deze vlak is. Daarna verdwijnt de druppel weer naar binnen. Dit wurgen doen ze enige tijd, na ca. 20 minuten is het waterpercentage in deze druppel gedaald tot 40-50%. Tijdens dit wurgproces worden stoffen uit de klieren toegevoegd. Na deze fase is de honing halfrijp, waarna ze in een dunne laag onderin een cel wordt gebracht of in de vorm van een druppel aan de celwand.

Fase 2, het indikken

De huisbijen verdampen de rest van het water door te ventileren. Door met hun vleugeltjes te wapperen, waaieren ze droge en warme lucht langs de raten waardoor het overtollige water verdampt. Dit doen ze net zolang totdat het waterpercentage de 20% bereikt heeft. Het lage watergehalte is belangrijk omdat hierdoor bacteriën zich niet kunnen vermenigvuldigen, de honing is nu heel lang houdbaar. Nu de honing klaar is wordt ze nog éénmaal getransporteerd en overgeheveld naar de honingcellen, waarna deze luchtdicht worden afgesloten met een wasdekseltje.

Overleving van een bijenvolk

Een gezond groot bijenvolk heeft circa 20 kg. honing nodig om de winterperiode (oktober – maart) door te komen. De bijen produceren in goede omstandigheden veel meer honing dan deze 20 kg.

De hoeveelheid honing die een bijenvolk produceert hangt af van meerdere factoren. Onder andere de grootte van een volk, of het volk gezwermd heeft, de genen van de bijen, de hoeveelheid aanwezige bloeiende planten en weersomstandigheden. Als er voldoende honing is dan oogst ik in juli een deel van de honing. In de maanden juli en augustus hebben de bijen ook nog de mogelijkheid om nectar te halen en om te zetten tot honing voor hun wintervoorraad.

Productie-capaciteit bloemen en bijen

(bron: BijenClub)

  • Een haalbij vliegt in de zomer tot wel 30 keer per dag uit.
  • Per vlucht worden gemiddeld wel 100 bloemen bezocht.
  • Een simpele rekensom leert ons dat dit per dag neer komt op maar liefst 3.000 bloemen!
  • Voor 500 gram honing zijn 6 miljoen bloemen nodig.
  • Als één bij dit alleen zou verzamelen, dan zou de bij er 2000 dagen over doen.
  • Een bijengroep die deze ‘klus’ met 1.000 zussen uitvoert, is met twee dagen klaar.
  • In een kast zitten echter nog veel meer haalbijen, dus er wordt dagelijks een veelvoud hiervan verzameld.
  • Alle kilometers opgeteld, vliegen honingbijen één keer de wereld rond (40.000 kilometer) voor één pot honing van 500 gram.
  • 20 kilogram honing is het levenswerk van 8.000 bijen.

Anatomie van de honingbij

Anatomie van de honingbij

Anatomie van de honingbij

Dit alles beschouwend, onderbouwt het mijn stelling dat, gezien vanuit de bij, echte pure honing een exclusief product is. Maar ook gezien vanuit de imker, want bijenhouden is niet iets dat je zomaar doet. Een goede verzorging van bijenvolken die zorgt dat ze gezond en sterk blijven vraagt tijd, veel kennis en een investering in goede materialen.

Het is vaak dringen voor de korf

Het is vaak dringen voor de korf!

Als we de investering die de bijen doen in het halen van de nectar, het omzetten naar honing en de investering die de imker moet doen die leiden tot de honing in een potje met een mooi etiket bij elkaar optellen, dan wordt naar mijn mening de honing door veel mensen niet op waarde geschat. Aan ons de taak om het verhaal over honing te vertellen.

Photo by Laura Barry on Unsplash