De afgelopen weken klinkt er veel motorgeronk in sommige delen van De Groenzoom. Op de oevers rijden grote maaimachines en in het water ligt een vaartuig dat eenmaal op het land meer weg heeft van een rupsvoertuig uit de WOII. Hard gelag voor natuurliefhebbers, althans op het eerste gezicht, want na het lezen van dit artikel zal, naar ik hoop, alle reden voor bezorgdheid zijn weggenomen.
Riet, wie kent het niet
Riet. Er is niets bijzonders aan riet. Het is er gewoon, het valt nauwelijks op. Een heel gewone plant, in het voorjaar mals groen, in het najaar geel en bruin met opvallende sierlijke zaadpluimen.
Riet. Er is niets bijzonders aan riet. Het is er gewoon, het valt nauwelijks op. Een heel gewone plant, in het voorjaar mals groen, in het najaar geel en bruin met opvallende sierlijke zaadpluimen.
Riet is echter een van de belangrijkere plantensoorten in onze moerasgebieden. Zonder riet wordt het niets, want riet biedt voedsel, dekking en kraamkamers. Purperreiger, woudaap en roerdomp vertoeven er graag. Libelle en juffer leggen er hun eitjes. Blauwborst, snor, karekiet groot en klein, rietzanger en baardman bouwen er hun haast onzichtbare nesten, broeden er en vinden voedsel genoeg voor zichzelf en hun jongen.
Vakkundig rietbeheer is een must
Riet woekert geweldig. Door zaad, wortelstokken en uitlopers groeit een rietkraag in korte tijd uit tot een verstikkende bos dat steeds verder in het water gaat staan; dichtgroeien dreigt dan. Als niet wordt ingegrepen, ligt verlanding van plas en moeras op de loer: dode plantenresten van riet, pitrus en biezen veranderen in humus en vormen zo een nieuwe voedingsbodem voor nog meer riet.
Al die planten zijn echter wel nodig voor een goede ecologische balans in De Groenzoom en daarom is vakkundig rietbeheer niet weg te denken. Ook, of misschien wel juist niet uit De Groenzoom.
Om zo verantwoord mogelijk te werk te gaan met alle flora en fauna, werd door ecologen een plan van aanpak opgesteld, gebaseerd op de ‘Gedragscode Flora- en Faunawet’ van de Gemeente Pijnacker-Nootdorp en de gedragscode ‘Bestendig Beheer Groenvoorzieningen’ van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Goed opgeleide en gekwalificeerde personeelsleden gebruiken niet alleen allerlei werktuigen, maar ook hun ogen, oren en verstand; ze werken bovenal met betrokken zorgvuldigheid. En hoewel het er soms anders uitziet, wordt onnodige verstoring voortdurend vermeden.
Riet woekert geweldig. Door zaad, wortelstokken en uitlopers groeit een rietkraag in korte tijd uit tot een verstikkende bos dat steeds verder in het water gaat staan; dichtgroeien dreigt dan. Als niet wordt ingegrepen, ligt verlanding van plas en moeras op de loer: dode plantenresten van riet, pitrus en biezen veranderen in humus en vormen zo een nieuwe voedingsbodem voor nog meer riet.
Al die planten zijn echter wel nodig voor een goede ecologische balans in De Groenzoom en daarom is vakkundig rietbeheer niet weg te denken. Ook, of misschien wel juist niet uit De Groenzoom.
Om zo verantwoord mogelijk te werk te gaan met alle flora en fauna, werd door ecologen een plan van aanpak opgesteld, gebaseerd op de ‘Gedragscode Flora- en Faunawet’ van de Gemeente Pijnacker-Nootdorp en de gedragscode ‘Bestendig Beheer Groenvoorzieningen’ van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Goed opgeleide en gekwalificeerde personeelsleden gebruiken niet alleen allerlei werktuigen, maar ook hun ogen, oren en verstand; ze werken bovenal met betrokken zorgvuldigheid. En hoewel het er soms anders uitziet, wordt onnodige verstoring voortdurend vermeden.
Gefaseerd maaien
Het riet in de Groenzoom heeft inmiddels drie jaar de tijd gehad om uit te groeien tot de weelderige begroeiing die we nu zien: wuivende volle rietkragen met daartussen ook zaailingen van verschillende wilgensoorten – zogenoemde wilgenopslag. Er is veel arbeid nodig om dat ook zo weelderig te houden.
Beheercombinatie De Groenzoom gaat daarbij gefaseerd te werk: met ingang van dit jaar is het voornemen voor de aanstaande drie winterperiodes om jaarlijks een derde deel van de rietvegetatie, verspreid door het hele gebied, te maaien. Daarbij wordt ook overtollig wilgenopschot verwijderd, maar natuurlijk niet alles, want blauwborst, rietgors en roodborsttapuit gebruiken die in het voorjaar als zangpost om vrouwtjes te imponeren en een territorium af te bakenen. Rietvogels verblijven het liefst in overjarig riet, dat drie jaar of soms langer blijft staan. Er wordt gefaseerd gemaaid: elke winter een ander derde deel van het areaal. Zo ontstaan er verschillende biotopen met elk hun eigen flora en fauna.
Het riet in de Groenzoom heeft inmiddels drie jaar de tijd gehad om uit te groeien tot de weelderige begroeiing die we nu zien: wuivende volle rietkragen met daartussen ook zaailingen van verschillende wilgensoorten – zogenoemde wilgenopslag. Er is veel arbeid nodig om dat ook zo weelderig te houden.
Beheercombinatie De Groenzoom gaat daarbij gefaseerd te werk: met ingang van dit jaar is het voornemen voor de aanstaande drie winterperiodes om jaarlijks een derde deel van de rietvegetatie, verspreid door het hele gebied, te maaien. Daarbij wordt ook overtollig wilgenopschot verwijderd, maar natuurlijk niet alles, want blauwborst, rietgors en roodborsttapuit gebruiken die in het voorjaar als zangpost om vrouwtjes te imponeren en een territorium af te bakenen. Rietvogels verblijven het liefst in overjarig riet, dat drie jaar of soms langer blijft staan. Er wordt gefaseerd gemaaid: elke winter een ander derde deel van het areaal. Zo ontstaan er verschillende biotopen met elk hun eigen flora en fauna.
Waar gehakt, vallen spaanders
Soms zijn er rupskranen aan het werk die met een lange giek het riet maaien en het riet op hopen op de kant schuiven. In andere gevallen maait een met rupsbanden uitgeruste amfibische maaimachine de rietvegetatie vanaf het water en schuift het op de oever.
In alle gevallen blijft het gemaaide riet eerst nog enige tijd op de oeverkanten liggen om waterbewoners als padden en kikkers gelegenheid te geven weer naar hun vertrouwde habitat terug te keren.
Het maaisel wordt na verloop van een paar dagen afgevoerd en aan pachters aangeboden, die het gebruiken voor strooisel op de stalvloer en compostering.
De oplettende wandelaar zal het ongetwijfeld wel zijn opgevallen dat op sommige paden sporen van rupsvoertuigen zijn achtergebleven. Geen nood, daar was rekening mee gehouden en de noodzakelijke herstelwerkzaamheden volgen spoedig.
Soms zijn er rupskranen aan het werk die met een lange giek het riet maaien en het riet op hopen op de kant schuiven. In andere gevallen maait een met rupsbanden uitgeruste amfibische maaimachine de rietvegetatie vanaf het water en schuift het op de oever.
In alle gevallen blijft het gemaaide riet eerst nog enige tijd op de oeverkanten liggen om waterbewoners als padden en kikkers gelegenheid te geven weer naar hun vertrouwde habitat terug te keren.
Het maaisel wordt na verloop van een paar dagen afgevoerd en aan pachters aangeboden, die het gebruiken voor strooisel op de stalvloer en compostering.
De oplettende wandelaar zal het ongetwijfeld wel zijn opgevallen dat op sommige paden sporen van rupsvoertuigen zijn achtergebleven. Geen nood, daar was rekening mee gehouden en de noodzakelijke herstelwerkzaamheden volgen spoedig.
En ja, het ziet er op sommige plekken plotseling wel heel erg kaal uit. En ja, machines in het gebied bieden ook niet zo’n fraaie aanblik. Bedenk echter dat het voor de goede zaak is.
Volgend jaar wuiven de rietkragen ons weer toe.
Volgend jaar wuiven de rietkragen ons weer toe.
Tekst en foto’s: © Jan Smith