De nazomer trakteerde ons op een prachtige zaterdag. Het weer was zo mooi dat we de jassen al gauw om ons middel konden knopen. We waren die dag met 16 Rangers en 6 begeleiders.
Op het programma stond een Natuur Carrousel. Daar kun je van alles bij bedenken. Maar wat het precies was, werd later na de uitleg van Carlo duidelijk.
We hadden het over zintuigen, geheugen en oriënteren als je geen hulpmiddelen hebt. Carlo kreeg de schrik van zijn leven want toen hij vroeg hoe je nu verder moest als je tijdens een vakantiewandeling verdwaalt riepen de Rangers: ‘dan kijk ik op mijn mobiele telefoon’. Toen Carlo van de schrik bekomen was en we afspraken dat we de mobiele telefoon niet bij ons hadden, ging het wel weer met hem.
Hij vertelde hoe sommige dieren hun prooi vinden. De slang kan heel goed ruiken met z’n tong, roofvogels zien hun prooi van grote hoogte, de uil kan geruisloos vliegen en pakt zijn prooi bij verrassing en weer andere zoals de reiger kunnen heel stil wachten en slaan dan ineens toe.
De carrousel werd verder uitgelegd. We gingen in drie groepjes naar een activiteit en na 25 minuten draaiden we door naar de volgende activiteit. In plaats van roepen had Carlo zijn scheidsrechter fluit meegenomen. Die kon je overal goed horen.
Bij Astrid en Paulien leerden we eerst hoe de verschillende nootjes er precies uit zagen. En dat het voedsel in die nootjes eigenlijk helemaal niet voor dieren bedoeld is maar eigenlijk voor de jonge plantjes die in het voorjaar uit die nootjes groeien. Er waren hazelnootjes, eikeltjes, walnoten, esdoorn zaden, beukennootjes en dennenappels. Wij mochten even eekhoorn of gaai zijn en een nootje verstoppen. De anderen moesten dan na een tijdje zeggen waar dat nootje lag en wie dat verstopt had. Dan werden de nootjes opgehaald en daarmee konden de namaakekster, eekhoorn en de gaai punten verzamelen. Dat bleek soms best lastig te zijn. Maar ja, een eekhoorn vergeet ook wel eens waar hij zijn maaltijd heeft verstopt. Daar groeit in het voorjaar dan weer een boom uit. Leuk hé.
Het fluitsignaal klonk dus gingen we naar Louise en Esmeralda.
Na enige uitleg over bomen, groeien en herkennen van bomen, gingen we een paspoort van een boom maken. De Rangers mochten zelf een boom uitkiezen. Door de omtrek te meten konden we bij benadering zeggen hoe oud de boom is. De uitgekozen bomen bleken zelfs nog ouder dan de oudste oma’s en opa’s van de Rangers. Een boom groeit gemiddeld 2,5 cm. per jaar, gemeten op de omtrek. Ook hebben we een blad nagetekend. De waaghals Rangers hebben ook slootje gesprongen en kastanjes geraapt. Met een stethoscoop luisterden we naar de sapstromen in de boom.
Louise had een mooie plak van een boom bij zich. Daarop kon je de jaarringen zien. Ook zag je als je goed oplette het verschil tussen een gewoon jaar of een minder goed jaar. Aan het model van de schijf, hij was niet helemaal rond, kon je ook de zuidkant van de boom aanwijzen. De ringen zijn aan die kant wat dikker. Voor een afdruk van de schors met wascokrijt was niet genoeg tijd meer want we hoorden de strenge fluit van Carlo al in de verte. Dus gauw naar de volgende opdracht. Dat rondrennen lijkt wel een carrousel. Maar we verzamelden wel eerst even op het middelpunt van de activiteiten om limonade en een koekje te gebruiken. We hoorden zo veel dingen dat het wel even goed was om te pauzeren.
Carlo en Renée vertelden over landkaarten. Als je op vakantie gaat wandelen, neem je een kaart mee van de route die je wilt gaan lopen. We leerden waar het noorden is op de kaart. Met behulp van een echt kompas leerden we de kaart ook in de juiste richting te leggen. Ook met een horloge met wijzers kan je eenvoudig het zuiden bepalen. Als de kaart in de goede richting wijst, kun je de vervolgroute plannen. We leerden verder alles over de ‘schaal’ van de kaart. Soms staat het er in tekst op bijvoorbeeld schaal 1 op 25000; dit betekent 1 cm op de kaart is in werkelijkheid 25000 cm, dus 250 meter.
Ook zijn er kaarten waarop een maatlat aanduiding staat. Daarop kun je aflezen hoeveel kilometer 1 cm is.
Tenslotte leerden we met behulp van een curvimeter te berekenen hoe lang de route is die we willen rijden of lopen. Wij verdwalen niet meer. Ook niet als de accu van de telefoon leeg is. Als slot hebben we de hoogte van een boom berekend. Onze eik was 14,50 meter hoog. Een van de Rangers wist nog een eenvoudigere methode. Daarmee was de boom ook 14,50 meter hoog.
Toen ging de fluit voor de laatste keer. Iedereen hielp wat dragen en samen wandelden we weer naar het Trefpunt, waar de afhalers in het zonnetje zaten te wachten. Wij hebben erg genoten en hopen jullie ook. Het is zo leuk dat er veel Rangers zijn die al veel dingen weten. Misschien willen jullie later ook wel helpen om nieuwe Rangers iets te leren van de natuur.
Hartelijke groet van Astrid, Esmeralda, Renée, Paulien, Louise en Carlo.
Verslag: Carlo Schep
Tot ziens op 12 oktober bij ‘Helden van de herfst’. Enig idee wat we gaan doen?