Het was een frisse ochtend, de zon piepte verlegen door de wolken heen terwijl de Rangers vol energie stonden te trappelen in de bloementuin van het Trefpunt. Rose en Marion hadden net veel verteld over insecten, waaronder de wilde bij: een klein, harig beestje met vleugels dat van bloem naar bloem vliegt. Ze helpen bloemen groeien door stuifmeel te verspreiden, en zo zorgen ze ervoor dat we fruit en groenten kunnen hebben om te eten. Ze zijn eigenlijk net kleine, geheime helden van de natuur!

Met hun speurneuzen in de aanslag en hun ogen wijd open, doken de Rangers de bloemenzee in op zoek naar de pluizige vrienden van de natuur: de hommels. Het was helaas nog net te koud om andere wilde bijen te spotten.

Terwijl ze door de bloemen speurden, vonden de Rangers allerlei materiaal om insectenhotels te maken. Insectenhotels zijn nodig omdat ze insecten een veilige plek bieden om te nestelen en te overwinteren, vooral omdat hun natuurlijke habitat afneemt door menselijke activiteiten. Takjes, bladeren, stukjes hout en zelfs wat bamboe werden verzameld voor het grote bouwproject. Met zaag in de ene hand en boor in de andere gingen ze aan de slag. Er werd gezaagd, geboord en gesneden alsof ze een echte timmerfabriek runden!

   

Het was niet alleen een ochtend vol bouwen en klussen, maar ook een ochtend vol plezier en gelach. Uiteindelijk stonden daar, glimmend van trots, de insectenhotels voor het Trefpunt. Een knap staaltje vakmanschap waar zelfs de bijen jaloers op zouden zijn! De kinderen keken vol voldoening naar hun werk en wisten dat ze iets goeds hadden gedaan voor de natuur. Want wat is er nu leuker dan samen op ontdekkingstocht gaan en de wereld om je heen een beetje mooier maken!

Foto’s: Alizée (eerste 4) en Marijke (5de)