Op de eerste dag van deze maand ben ik al heel vroeg uit de veren. Ik fiets door De Groenzoom en kijk opzij over een wandelpad. Plots ga ik vol in de remmen en stap af.
Wat zag ik daar? Een haas? Fiets op de standaard. Langzaam loop ik terug, terwijl mijn blikken over het langgerekte pad aan de overkant van de brede vaart glijden. Daar, op een kleine honderd meter afstand, zie ik ze bezig. In een fractie van een seconde realiseer ik me dat ik sta te kijken naar een vossenfamilie. Een moervos met haar kroost. Ik schat de twee welpjes een week of vijf, zes oud. Wat een feest!
De moervos staat midden op het pad en heeft mij inmiddels opgemerkt. Hoewel ik met mijn gezicht in de wind sta, zie ik door mijn kijker dat ze met haar neus omhoog staat te snuffelen, want vossen zien minder, maar ruiken alles. Op mijn wijsvinger na, die de veldkijker scherpstelt, beweeg ik niet. Van opwinding heb ik al een tijdje geen adem meer gehaald en zuig ik nu lang en diep mijn longen weer vol. Ik geniet letterlijk met volle teugen en koester dit moment.
Een vos. Wat zeg ik, drie: een grote vos en twee kleine vossen, prachtig roodbruin in het licht van de ochtendzon. De twee welpjes ravotten door het hoge dorre gras, terwijl moeder toekijkt met een half oor op mij gericht. Langzaam laat ik mijn kijker zakken en breng met de andere mijn camera voor mijn oog. Zachtjes zoemt de automatische zoomlens naar zijn maximale stand van 60x en ik druk de ontspanknop half in om scherp te stelen. Daar staat ze, de trotse maar waakse moer van twee prachtige nakomelingen. Mijn camera klikt snel vijf keer achter elkaar. Ze hoort het, spitst nu beide oren, draait om en sluipt snel de hoge vegetatie in. Ik druk opnieuw af, nu voor de welpjes die op commando achter hun moeder aanrennen. Ze verdwijnen uit het zicht en komen niet meer terug. Ik stap ook uit het zicht om ze niet verder te verstoren.
De knoppen van de kruldistels staan op uitkomen en overal om mij heen fladderen kleine vossen op zoek naar de eerste paarse bloemen die zijn opengegaan. Kleine vossen, vlinders, niet zo schuw als die van zojuist, maar net zo mooi en fascinerend. En lekker dichtbij voor een macrofoto.
De Groenzoom altijd veelzijdiger.
Tekst en foto’s: Jan Smith