Met twee auto’s en acht personen staan we om half negen op de dijk bij de Buitenhaven van Stellendam.

{gallery}2014/delta{/gallery}(Aria van Ballegoie, Marion Braakman, Bart Dieleman, Dick Hoek, Jan Liebregt, Jan Mudde, Hans en Marion Sanders).

Het is laagwater dus veel klein spul zit echt op scoopafstand. Maar er is op kijkerafstand ook nog genoeg te zien! Een paar honderd Brandganzen zitten rustend op de hogere delen aan de noordzijde. Diverse Brilduikers zijn goed te zien evenals Middelste Zaagbekken en een eenzame Grote Zaagbekman. Van de steltjes zijn in ieder geval flinke groepen Rosse Grutto’s, een zestal Kluten, meerdere Tureluurs en grote zwermen Bonte Strandlopers goed te doen. Door de op de achtergrond jagende Buizerd en Slechtvalk hangen er soms indrukwekkende vluchten vogels in de lucht. Na een kleine anderhalf uur spitten op en vanaf de dijk (leverde nog een mooie winterse Zwarte Roodstaart op!) houden we het hier voor gezien Op naar de volgende halte; de Kwade Hoek.

Nauwelijks uit de auto en direct een mega spektakel! Er klinkt een typische Buizerd-miauw of was het toch een Gaai? Onmiddellijk hebben we het antwoord. Eerst zien we een Sperwer door de boomtoppen schieten, gelijk gevolgd door een Slechtvalk en twee Buizerds. Het lijkt er op dat deze rovers onderling strijd hebben want vooral de Buizerds doen nogal paniekerig. Het hele schouwspel voltrekt zich zo snel dat niet iedereen het heeft kunnen zien. Verder is de kwade Hoek doods, op een spannende Buizerd na. Helaas is het toch geen RPB maar een gewone Buteo buteo. Next stop is, op aandringen van Aria, De Punt. Beslist geen verkeerde wens! We ontmoeten de andere Rottagangers even kort op de parkeerplaats waar een grote groep Krammen net door ons was opgeschrikt. Kort wisselen we de ervaringen uit en al snel trekken wij verder, op zoek naar “klein spul”. Het is goed te merken dat het nog niet echt koud is geweest deze winter. Het kleine spul is er niet of laat zich niet zien. Een enkele Vink, een paar Staartmezen en that’s it. Aan de waterkant kloppen we nog wel Slobeenden en Knobbelzwanen in. Als we teruglopen horen we ineens luid en duidelijk pjuu, pjuu, pjuu, pjuu. We weten wat we zoeken, maar het valt nog niet mee om tussen de grauwe takken de kleurige Goudvinken te ontdekken.

Op naar de Brouwersdam! Stevige wind, die ook nog frisjes is, doet ons de luwte van de geparkeerde auto’s opzoeken om de scopen trillingsvrij op te kunnen stellen. Zwarte Zeeëenden zijn ruim aanwezig, Zilverplevieren ook binnen. Intensief speuren levert geen Dodaars en Geoorde Fuut op. Wel lukt het Bart een fraaie Kuifduiker te ontdekken die we even later allemaal op ons lijstje van de dag kunnen bijschrijven. De in aantal aanwezige Roodkeelduikers zitten wel wat verder weg maar zijn goed te doen. Het lukt Jan om de aanwezige IJsduiker op te snorren, echt een bakbeest van een duiker. Helaas zwemt de vogel al foeragerend steeds verder naar zee en lukt het niet iedereen om het beest in beeld te krijgen. De twee aanwezige Zeekoeten laten zich dan gelukkig weer wel heel mooi zien, net als de Steenlopers en Paarse Strandlopers. Al vogelend scoren we ook nog even een bakkie troost en een meegebrachte boterham. We besluiten om via Neeltje Jans door te gaan naar Wissenkerke want daar zit al enkele dagen een Kaspische Plevier, een mega zeldzaamheid die we best zouden willen zien. Neeltje Jans is ook al vrij rustig, al is het wel een mooi desolaat landschap en is de bodem bedekt met fraaie mossoorten. De hoopgevende plompe, musgrote vogels die we in de verte zien blijken niet de gedroomde Sneeuwgorzen maar gewone Vinken. Dat wat achterblijven wel eens wil lonen bewijzen Marion, Aria en Jan. Zij weten als enigen van onze club Keep bij te schrijven.

De poging op de Kaspische Plevier heeft nogal wat voeten in de aarde. Maar met meerdere telefoons en goed vergelijken van de platte kaart met het werkelijke landschap krijgen we de locatie eruit gepuzzeld. Een kwartier geleden is de vogel nog gezien dus we hebben goede hoop! Auto’s aan de kant, kijkers en scopen in de aanslag en speuren maar. Moeilijk landschap, veel kluiten die ook nog eens grijsbruinzwart zijn.

Vind dan maar eens een bruingrijze vogel ter grote van een Kleine Plevier die vooral weggedrukt in de klei gezien is. De spanning stijgt met de minuut. Ineens een schitterende overvliegende Blauwe Kiekendief, vrouwtype, prachtig te zien. Okay, het is geen Kaspische Plevier maar wel vreselijk mooi. Even later een doldriest Smelleken laag en vrij ver over de akker jakkerend. Waanzinnig!!! Een wit busje stopt. Vol vogelaars. Overleg. Kaspische Plevier zonet gezien 300 meter terug aan de andere kant van de boerderij. Statieven inklappen, auto in, gaan….Herhaling van eerder…nog moeilijker veld…..gerooide aardappels, kluiten, oude gewasresten…speuren en zoeken..ja daar.. nee een aardappel…achter die kluit wellicht..ook niet. We verspreiden ons, er is ook Duitse en Engelse belangstelling. Turen en turen…….Helaas het mag allemaal niet baten. Deze vogel moeten we na een dik uur zoeken aan onze neus voorbij laten gaan.

We hebben er vrede mee, want de dag is toch al fantastisch geweest. Een enkeling met nog een restantje twitchersbloed in de aderen voelt wat hartzeer maar dat is gelukkig overkomelijk. Moe maar uiterst voldaan richten we de neuzen van de auto’s naar het noordwesten en in de toenemende schemering zijn we het allemaal eens; Het was een prachtige dag en zeker voor herhaling vatbaar. De eerste plannen worden al gesmeed……..wordt vervolgd.

Foto’s: Jan Liebregt, Aria van Ballegoie, Dick Hoek