Astrid Kant: ‘Ik noem mijzelf liever gruttobeschermer’

“Hei-de-kikkers, zij-de-rupsen en wei-de-vogels! Goedenavond allemaal.”

Grutto © Jan Smith

Zo begon Astrid Kant op dinsdag 25 september voor zo’n 50 Rotta-leden haar boeiende verhaal over de bescherming van weidevogels. Allerlei feiten en weetjes over met name onze nationale vogel de grutto, alsook de kievit passeerden in dit gloedvolle betoog de revue.

“De term weidevogel is eigenlijk verkeerd, want van origine zijn het waadvogels, naar de Engelse aanduiding ‘waders’. De naam weidevogels is gevolg van het feit dat de vogels nauwelijks nog in Nederland kunnen waden, maar hun toevlucht (noodgedwongen) hebben gezocht in de vele gecultiveerde weidegronden die ons landje ‘rijk’ is.”

Pakkende binnenkomers aan het begin van deze ongelofelijk ‘down-to-earth’ lezing. Gespeend van allerlei vaktermen en ingewikkelde prietpraat, weet Astrid keer op keer de vinger op de zere plek te leggen bij het weidevogelbeheer dat de laatste jaren in zwang is geraakt.
Astrid houdt zich uitgebreid bezig met steltlopers, met hun broedgedrag en hun bescherming. Dit alles om deze weidevogels een beschermend duwtje in de rug te geven. Ze is er naar eigen zeggen zo’n slordige zes maanden per jaar druk mee: “half februari, als het voor velen nog winter is, begin ik al om mijn grutto’s in de overwinteringsgebieden op te zoeken. Vele landen heb ik al bezocht om grutto’s te bestuderen en te fotograferen. Eigenlijk reis ik gewoon met de grutto’s mee, leg alles op beeld vast en breng hiermee het verhaal aan de man.”

Op haar website https://www.natuurfotografie.nl/astrid-kant-fotograaf-met-een-missie/# schrijft ze: “Dertig jaar geleden begon ik aan mijn grootste reddingsactie ooit; het vergroten van het aantal vliegvlugge gruttokuikens in Nederland.”
We weten het allemaal: de achteruitgang van het weidevogelbestand in Nederland wordt veroorzaakt door de veel te intensieve landbouw waarbij weilanden zo vaak worden gemaaid, bemest en bewerkt dat er geen mogelijkheid is voor de kuikens om op te groeien. Hoewel vele vrijwilligers zich jaar in jaar uit bezig houden met het plaatsen van markeringspaaltjes, vlaggetjes en hekje om nesten in het veld te markeren, zet dat vooralsnog heel weinig zoden aan de dijk wanneer boeren er dan met dertig centimeter afstand omheen maaien.
Astrid doet haarfijn uit de doeken dat het in sommige gevallen beter is om gewoon over de nesten heen te maaien, hoe gruwelijk die gedachte ook is, dan om uit een vals soort natuurbehoud een gebiedje van twee vierkant meter om het nest te laten staan. Gruttokuikens zijn daarin al snel uitgegeten, gaan op zoek naar meer, komen plotseling in een grote kaal gemaaide vlakte terecht zonder voedsel en vinden er veelal binnen een paar uur de hongerdood.

Dat verhaal en nog vele andere, steekt ze onderbouwd met hartverwarmende, maar soms ook zeer aangrijpende foto’s, keer op keer af ten overstaan van zalen vol met beschermers en nog het liefst met alleen maar boeren, die uitsluitend bezig zijn met zoveel mogelijk opbrengst uit elke vierkante meter weidegrond halen.
Astrid doet het bijna allemaal om niet.
Zelf zegt ze hierover: “Vaak heb ik het gevoel om alles te verkopen en een andere hobby te nemen. Gelukkig kan ik me bij de boer even opwarmen met een kop soep. Toch weet ik dat ik niet lekker slaap als er nog steeds kuikens sneuvelen in de landbouw terwijl ik meer aan voorlichting had kunnen doen. Ik kan het niet opgeven, steeds voel ik een vlammetje van binnen om niet op te geven. Opgeven is geen optie!”

Astrid Kant: vakkundig, gedreven, enthousiast, to-the-point, humoristisch en emotioneel betrokken. Weidevogelbeschermer in hart en nieren. Kortom: een topvrouw.
Ik ben blij dat ik haar op deze manier heb leren kennen.

Verslag: Jan Smith.

Astrid Kant © Arend Hoogeveen