Het zal je maar gebeuren … een wespennest van meer dan een meter groot op zolder. Lastig, maar ook heel boeiend.
Al enkele jaren doe ik mijn best om onze tuin insect- en vogelvriendelijk te maken. Met succes, want steeds meer hommels, wilde bijen en vlinders weten de weg te vinden.
Door al het gezoem in de omgeving, krijg ik eigenlijk pas in het najaar in de gaten dat er dagelijks wat wespen op ons dak zitten. Prima toch en zolang we er geen last van hebben, is er niets aan de hand.
Sinds vorige maand tref ik soms een wesp op zolder, dood of traag vliegend bij raam. Dat snap ik wel, want ’s nachts staat een raam in de slaapkamer open of misschien komen ze binnen door de ventilatie van het dakraam.
Het duurt niet lang of ik kan elke dag wespen in steeds grotere aantallen liefdevol maar resoluut naar buiten leiden. Verwonderd blijf ik me afvragen hoe al die wespen het huis binnenkomen.
Plotseling krijg ik een ingeving en werp een blik achter de knieschotten op zolder. Zodra ik het luik open doe, vliegen de wespen me al tegemoet. Het is foute boel, dus gauw sluit ik het luik weer.
In een wespennest kunnen wel 5000 wespen zitten. Ze maken hun nest van houtvezels en speeksel, waarmee ze ontelbare papierdunne celwanden maken, waardoor het nest blijft groeien.
De kern van een volgroeid nest is zo groot als een voetbal en zit vol raten, waarin de koningin eitjes legt die tot larven uitgroeien. De ingang van het nest zit aan de onderkant. Wat is zo’n nest indrukwekkend knap gemaakt!
De wespen in dit nest zijn zgn. gewone wespen, herkenbaar aan de zwarte streep op de kop. In het najaar sterven alle werksters en darren. Alleen de bevruchte jonge koninginnen overwinteren tot de nieuwe cyclus in het voorjaar.
Om het nest op te ruimen, kruip ik goed aangekleed achter het knieschot, zodat ik flink wat wespenschuim in het nest kan spuiten. Het is pikdonker achter het schot, dus ik neem een lamp mee en daar komen de wespen meteen op af.
Het is een lastige klus in zo’n benauwde ruimte met zoveel wespen die meteen in de verdediging gaan. Gelukkig ben ik maar één keer gestoken, in mijn wenkbrAUw. Daarna is het enkele dagen wachten en kan ik het nest verwijderen.
En wat is het leuk om op te merken dat we hulp te krijgen: elke dag zit een kauw op ons dak te wachten tot hij uitgeputte wespen ziet vliegen. Hij lust ze wel rauw!
Tekst en foto’s: Henk Starink