23 zeer enthousiaste Kapoentjes gaan onder begeleiding met (groot)ouders op stap de natuur in. We boffen, want het is stralend weer.

Met kleine kinderen op stap gaan heeft als grote voordeel, dat zij met hun scherpe oogjes lekker dicht bij de grond lopen en daar van alles zien. De grote mensen bukken niet meer zo makkelijk: zij kijken eerder naar de lucht. Als de Kapoentjes het clubhuis binnenkomen, gaan ze keurig netjes op een stoel zitten en ze luisteren heel goed naar meester Gert. Aan de hand van mooie plaatjes vertelt hij het één en ander over eetbare en niet-eetbare plantjes en wilde vruchten.

Even achter bij ons mooie tuinhuis kijken © Piet Mulder

Onze bijzondere bijenkast in de voortuin © Piet Mulder

Niet te lang gepraat, het mooie weer lonkt. We splitsen in 3 groepjes. Mijn groepje bekijkt eerst het tuinhuis met het mooie sedumdak. Tja, een beetje vreemd, een dak van plantjes. Toch anders dan een gewoon dak zoals je thuis hebt. Zo’n sedumdak vangt het water goed op en het is net een soort kacheltje: binnen is het lekker warm. We staan even stil bij de bijenkast. De bijen vliegen af en aan en in die kast maken ze ‘lekkere potjes met honing’.

Egelskop © Piet Mulder

We lopen naar de overkant, de wilgenpoort onderdoor. Er staat een grote berenklauw. Gert vertelt, dat je nooit aan die plant moet komen want dan krijg je blaren en heel erge jeuk. Smeerwortel kun je eten: de wortel is geneeskrachtig, net een medicijn. De gele boterbloemen zijn giftig. Het groene zaadbolletje heeft allemaal stekeltjes. Die stekels hadden de kinderen ook bij de bolster van de kastanjeboom gezien. Verderop langs het water was weer zo’n stekelbol, nu van de egelskop. We zien een plantje – een soort koolzaad -dat allemaal peultjes heeft (hauwen). Geen probleem voor de Kapoentjes om de zaadjes eruit te peuteren.

De kersen aan de kersenboom zijn nog lang niet rijp. Ik denk, dat de vogels deze boom heel goed in de gaten houden. Vogels zijn gek op kersen. De pitjes poepen ze uit en waar die pitjes vallen krijg je nieuwe kersenboompjes. Zo werkt dat in de natuur. De heerlijke kersen gaan aan onze neus voorbij want ze hangen veel te hoog. Jammer!

Eitjes van het groen zuringhaantje © Piet Mulder

Zuringblad met heel veel (eet)gaatjes © Lisette Boonekamp

Op de klaverbloemetjes zitten de hommels lekker van de nectar te smikkelen. We zien allerlei insecten die van alle soorten plantjes zitten te snoepen. We zien kevertjes, torretjes, miertjes, slakjes, vlinders (een atalanta en een dagpauwoog) en de eitjes van het groen zuringhaantje. Eén van de Kapoentjes had zo’n metallic kevertje – tijdelijk – in zijn loeppotje gestopt. Zo’n zuringblad is echt een grote gatenkaas.

Het groepje bij Betsy heeft heel goed gespeurd naar al die eetbare planten op de zoekkaart. Met zo’n plantenexpert moet dat lukken. Al na enkele minuten speuren werden de rode en witte klaver ontdekt. Daarna volgden al snel de madeliefjes, paardenbloemen en -pluizen, het kleefkruid, vogelmuur, vele soorten bloeiende grassen en weegbree met hele fijne bloemen. Het sap van de weegbreeblaadjes werd ook gelijk gebruikt om brandnetelplekjes te bestrijden.
Na een uur speuren hadden bijna alle afbeeldingen op de zoekkaart een kruisje.
Het was prachtig om te zien, hoe die kleine gastjes zich een weg baanden door het hoge gras; voor de allerkleinsten leek het wel een oerwoud.

En het groepje van Carlo zag opeens een moeder-fazant met een aantal kuikens oversteken.

De smeerploeg: toastjes met pruimen- en aardbeienjam © Piet Mulder

Afsluiting met mini-proeverijtje © Gert Jansen

Van zo’n natuurtocht krijg je honger en dorst. In  en rond onze wilgenwigwam eten we lekkere toastjes met pruimen- en aardbeienjam, gemaakt door Ketura; we drinken limonade en de overheerlijke ijsthee van Karin met diverse kruiden onder andere munt.

Gert heeft ons de zoekkaarten per mail nagestuurd met de namen van eetbare plantjes. Zo kun je met je ouders of met je opa en oma nog eens een natuurtochtje maken. Nou kanjers, tot de volgende keer.

Dank aan Betsy, Karin, Carlo, Gert, papa’s, mama’s, opa’s en oma’s.

Verslag: Piet Mulder, de opa van Boris, en Betsy van Meijgaarden