Voor de wandeling door het Lage Bergse Bos, waarbij uitleg gegeven zou worden over alle ontwikkelingen in de natuur rond de aanleg van de A16-A13 bleek een grote belangstelling, zo’n 50 mensen verzamelden zich. Gelukkig heeft onze gids en voorzitter Hans Sanders een welluidende stem, zodat hij toch een aardig bereik heeft voor zo’n grote groep.
Al jaren voor er überhaupt aan het hele project begonnen zou worden zaten mensen van Rotta al bij de minister, destijds Neelie Kroes. Toen alles uiteindelijk z’n beslag kreeg en er aan de bouw begonnen werd bleek dat je er met je neus bovenop moet zitten. Zeker in het begin leek er te weinig aandacht voor de natuurwaarden, maar zoetjes aan bleek men toch wel oren te hebben naar de vasthoudende en inhoudelijk goed onderbouwde inbreng van Rotta en anderen. Rien van der Vorm vertelt er met smaak over.
De vaak rigoureuze ingrepen brachten de discussie op gang over wat voor de natuur wenselijk is in een gebied met een recreatieve functie. Er zijn compensaties gekomen voor de watergangen en plasjes, met tips van Rotta. Een stuk wordt door Rotta beheerd, daar zijn o.a. wilgen geplant, en het idee is daar een natuurlijk stukje bos te ontwikkelen, uiteraard met zorgvuldig uitgekiende beheermaatregelen.
Ervaringen uit België bleken interessant, zoals het ‘kloempen’, dat is het dicht bij elkaar plaatsen van dezelfde boomsoort, zodat je kleine concentraties creëert. De sterkste overleven het dan en er kan een gevarieerd bos ontstaan.
Jaap van Lien vertelt over ons pleidooi om toch vooral werk te maken van ecologische verbindingszones, vanaf het Rottemerengebied naar Delfland. Concreet betekent dat een verbinding via het Triangelpark, de Schiebroekse polder en de Zuidpolder, richting westen.
Dood hout doet leven
Bij het onderhoud van het Lage Bergse Bos werd aanvankelijk dood hout afgevoerd, maar gelukkig laat men nu omgevallen bomen en afgewaaide, of waar nodig afgezaagde, takken gewoon liggen, zodat er een rijk bodemleven ontstaat. Hoewel laat in het seizoen zien we nog aardig wat paddenstoelen, het meeste leven dat zich er afspeelt is met het blote oog nauwelijks waarneembaar, maar heel belangrijk voor een gezond bos. We komen uiteraard ook de grote grazers tegen. Een fenomeen dat in de jaren ‘70 in de mode raakte, maar nu aan het eigen succes ten onder lijkt te gaan. Ze zijn al gauw met te veel voor zo’n klein gebied, en vreten dan alles kaal, inclusief nieuwe aanplant of opschietsels van bomen en struiken die je liever een kans zou geven.
Het Lage Bergse Bos was altijd een plek voor vleermuizen. De werkzaamheden brachten dat in gevaar. Gelukkig is er tijdig rekening gehouden met adviezen van experts, door het ophangen van schermen zijn de vleermuizen als het ware een andere route op geleid, en met succes, want de nieuwe vleermuizenkasten worden goed bemand.
Tenslotte bekijken we in het Informatiecentrum Expo A16 het ‘grote verhaal’. Ook al was je het niet eens met het hele idee van de aanleg, het is allemaal wel indrukwekkend, en toch ook heel mooi dat we als natuurvereniging in onze rol erkend zijn. Door vasthoudend te zijn en vol enthousiasme met concrete ideeën te komen hebben we een positieve invloed kunnen uitoefenen.
Verslag en foto’s: Josien Hofs