In dit seizoen zijn er nog niet zo veel planten in bloei. Op mijn wandelingen zie ik klein en groot hoefblad, speenkruid, maarts viooltje.
Paarse dovenetel is er bijna overal, net als de grote ereprijs. Verwacht bij die laatste niet iets groots trouwens, maar wel een heel mooi blauw bloempje. Kleine veldkers is als pionier goed te zien nu, net als het altijd bloeiende vogelmuur. Het valt nog niet mee om al die kleine planten met witte bloemetjes uit elkaar te houden, soms helpt de app Obsidentify erbij. De struiken beginnen al aardig uit te lopen: o.a. sleedoorn en forsythia zijn al bloeiend aan te treffen.
Vorig jaar, toen we net met de eerste corona maatregelen te maken kregen, ontdekten we in ons werkgebied veel rozetten van de vrij zeldzame bijenorchis, met als beloning prachtige bloemen in juni. Op struintochtjes (alleen of met z’n tweeën) afgelopen weken werden we opnieuw niet teleurgesteld, dus dat belooft weer wat voor de zomer. Ook de naakte lathyrus (rode lijst-soort) lijkt zich goed te handhaven. Voor deze soorten is er uiteraard contact met de boswachters, zodat er bij het beheer rekening mee gehouden kan worden.
Van de zeldzaamheden vermeld ik hier de plaats niet. Ook planten hebben rust nodig en er zijn altijd nog onverlaten (uiteraard geen Rotta-leden) die denken dat je het mee naar huis moet nemen. Alwaar het eigenlijk zelden aanslaat omdat planten best kieskeurig zijn.
Met dank aan het enthousiasme, de opmerkzaamheid en het gezelschap van Threes Lekkerkerk en Dick Hoek.
Tekst en foto’s: Josien Hofs