Een stukje bewerkte natuur onder de rook van Spijkenisse en het vuur van Pernis, daarheen repten de donderdagwerkers van de Werkgroep Natuurwerk zich op 19 mei om hun werkzame seizoen af te sluiten.

Door de voorspoedige reis waren we er eerder dan gedacht. Het nadeel was dat de appeltaart nog diepgevroren was, dus gingen we eerst de wijngaard in. Lopend op Het Domein de Vier Ambachten, waan je je in Franse sferen.

 

Gemoedelijk en met een zekere verzamelwoede hebben vader Lorsheijd en zijn zonen hun stuk grond, afgeschermd door hoge populieren, ontwikkeld. Eén groot wit veld fluitenkruid ziet de snelle kijker, maar daartussen bevinden zich de wijnranken van wel 500 verschillende soorten druiven, die gemixt worden voor de gewenste wijnsoort. Een wonderlijke zang leidt ons af van de druiven: een spotvogel bezingt deze kleine oase, waarbij de winterkoning en de zwartkop zo nu en dan een riedel meedoen. Bij het opgroeien van de wijnranken zijn de eromheen groeiende planten een schuilplaats voor de nodige insecten. Aan de kop van een rij staat een speciale voor meeldauw gevoelige rozensoort. Wanneer de schimmel bij de roos zichtbaar is, weet de kweker dat er op biologische wijze, o.a. met een algen bevattend middel, gespoten moet worden. Dan ruikt het in de gaard enige tijd naar rotte vis. De paden tussen de ranken worden om en om gemaaid en gefreesd. Dat laatste gebeurt eind april, zodat tegen de tijd dat de plant stikstof gaat opnemen het maaisel in de grond verwerkt is.

En wat is de opbrengst van deze wijngaard? Dat kan lopen van 1.000 tot wel zo’n 12.000 flessen per jaar, want het weer en de gevolgen daarvan zorgen elk jaar weer voor verrassingen. Als er bijvoorbeeld vroeg in september kou intreedt in Zweden, vinden de daar weggetrokken lijsters hun lopend buffet in de wijngaard: weg druiven. Bekend met het werk van Johan vragen we hoe het met de bijen staat. Achterop het veld is de huisvesting van de bijen, waar 9 volken in vrede samenleven. Om de nachtvorst te weerstaan, is er een groeiwijze waarbij alles onder de nachtvorstgrens wordt gesnoeid.

In de bottelarij horen we hoe de persen werken, dat er sulfiet in een kleine hoeveelheid wordt toegevoegd en dat de geur van de eikenhouten vaten vervangen is door toevoeging van eikenhouten chips in de metalen vaten. De rijen appelbomen (opbrengt 9.000 kilo appels van 90 appelsoorten) leveren een heerlijke cider, waar we een slokje van mogen proeven. Evenals de daar geproduceerde ‘Nederlandse port’, witte en rode wijn.

De zon is gaan schijnen en tussen het groen hebben we een uiterst rustige excursie. Want we willen ons voor de hectiek van verstopte snelwegen weer richting Rotta begeven, dus is er geen tijd meer voor een rondwandeling. Maar velen van ons nemen de regiokaart met wandel- en fietsroutes mee om nog eens terug te komen. En na zo’n rustig uitstapje kunnen we er het komende werkseizoen weer vol energie tegenaan!

Verslag: Anneke Zuidervaart

Foto’s: Arend Hoogeveen