Ledenwandeling 22 februari 2020 – Met Rotta erop uit: vandaag doen we met een kleine 30 mensen de Wassenaarse landgoedwandeling.
Een grote diversiteit aan bomen, die hun geraamte in volle pracht laten zien. Vele worden overwoekerd door tonderzwammen en andere groeisels, die een teken zijn van het naderend verval. De oudste bomen in het park zijn rond de 250 jaar. Je ziet dat er wordt beheerd met oog voor ecologische waarden; afgevallen takken en omgevallen bomen laat men zo veel mogelijk liggen, zodat daar allerlei leven op en rond kan ontstaan, soms met een verrassend inkijkje.
Aan paddenstoelen en schimmels geen gebrek. De stormen van de laatste weken eisen ook hier hun tol, een enkele boom is zelfs afgezet wegens gevaar van vallende takken. De treurwilg laat zijn zachtgroene lentewaas al zien.
Uiteraard staan in de parken grote buitenhuizen; zoals het oude raadhuis De Paauw uit de 17e eeuw, waar we langs komen, en Backershagen. Er staan vooral 18e en 19e-eeuwse landhuizen, omringd door parken in de Engelse landschapsstijl. Ze maken deel uit van wat later het bijna 600 hectare grote grondgebied van prins Frederik werd, de tweede zoon van koning Willem I. Aan een van die prachtige gebouwen, De Wiltzangk, wappert de Iraanse vlag, daar blijkt de Iraanse ambassadeur te wonen.
Op een voormalig weiland zijn enkele enorme appartementencomplexen verrezen, ze hebben prachtig uitzicht maar ze bederven eerlijk gezegd zelf het uitzicht door er te staan. Op een van de buitenplaatsen heeft een ooievaar een enorm nest gemaakt. Een aantal van de buitenplaatsen is nog in particuliere handen, een deel is door projectontwikkelaars bestemd als hotel of congrescentrum. Het zijn bijna allemaal gebouwen met een monumentenstatus.
Intussen horen en zien we bos- en parkvogels: merel, zanglijster, vink, boomklever, boomkruiper, koolmees, pimpelmees, roodborst, grote bonte en groene specht, gaai, en in het water de wilde eend, kuifeend, meerkoet en fuut. De (verwilderde) sneeuwklokjes en krokussen bloeien uitbundig en zorgen voor een mooi tapijt.
De eerste voorjaarsbloemen steken hun kopje op: klein hoefblad, bosanemoon, maarts viooltje, paarse dovenetel en speenkruid, en we worden verrast door de vrij zeldzame kruipende smeerwortel. We zien nog een veldje met bijna uitgebloeide winterakoniet. Het dikkemanskruid bloeit op beschutte plekken volop.
Als we het park uitlopen komen we in het oude centrum van Wassenaar terecht. Bij gebrek aan horeca in de parken zelf gaan we voor de koffie naar de plaatselijke HEMA, waar men verrast maar evengoed hartelijk deze Rotta-overval verwerkt. De verleiding om daar meteen je textielvoorraad aan te vullen hebben we weten te weerstaan.
We lopen terug voor een deel dezelfde route, zoals de doorgewinterde wandelaar weet zie je dan toch weer nieuwe dingen. We ontmoeten een Haagse natuurclub, die niet alleen inventariseert maar tegelijk de rommel opruimt. Het is wat grijs maar prima wandelweer en de stemming is zoals altijd opperbest, en wat kennis betreft vullen we elkaar altijd mooi aan.
De Wassenaarse landgoedparken vormen een bijzonder gebied, dat voor de meesten van ons nieuw was. Het is beslist de moeite waard om daar in het voorjaar nog eens een kijkje te nemen.
Met dank aan aanvoerder Hans Sanders en organisator Jeanelle Breemer.
Verslag: Josien Hofs