Mijn dagelijkse ontsnapping aan wat Piet Mulder zo treffend onze ophokplicht noemt brengt me bij de Groenzoom.

De Groenzoom

Kluwenhoornbloem

Met enige vrees begeef ik mij in de loop van de ochtend daarheen: het is er misschien wel druk. Dat valt enorm mee, ik kom in een paar uur wandelen 7 mensen tegen. Een daarvan blijkt cruciaal, want zij weet me te wijzen waar mijn wandeling begonnen moet zijn. Ja dat krijg je als je meer let op wat er te zien is dan op waar je loopt.

En er is veel te zien. Aan planten in bloei geen gebrek, ook ‘nieuwkomers’ zoals nu wel elke week: kluwenhoornbloem, look-zonder-look en vossenstaart (gras), en veel soorten die we ook elders zien.

Fluitenkruid

Het fluitenkruid is er zo een, de bermen staan er dadelijk weer vol mee, maar kijk eens naar de schoonheid van al die kleine bloempjes die samen het scherm vormen. Fluitenkruid is een indicator van voedselrijke grond. Wat weinig mensen weten is dat het blad in combinatie met felle zon ook voor blaren kan zorgen, zij het niet in die mate als de gevreesde reuzenberenklauw. Bij het zoeken naar een plant tussen de andere, ai, een brandnetel. Gelukkig staat er smalle weegbree in de buurt, en het sap van het blad dooft de irritante jeuk.

Een tureluur heeft een poeltje voor zichzelf. Grauwe ganzen trekken schreeuwend over, evenals de canada ganzen die een merkwaardig soort geloei laten horen. Ik had het niet eerder opgemerkt maar ook het waterhoen maakt geluid, een soort krr krr. Scholeksters maken een hoop kabaal met elkaar. Het schouwspel van baltsende futen blijft elk jaar weer een feest om te zien. Zowel op het land als op het water zitten behoorlijke aantallen smienten, nu twee aan twee als paartjes. Een paartje wintertaling zit te rusten tussen de begroeiing aan de waterkant. Op een van de plassen een eenzame tafeleend.

Steenhommel op raapzaad

Ik hoor veel, maar het meest bijzonder is het gehoemp van de roerdomp en in de verte een koekoek. Grutto’s in de lucht, en eentje loopt op enkele meters afstand rustig te foerageren, vergezeld van een vijftal spreeuwen. Aanvankelijk vergeefs speur ik naar kluten, ik moet nog de hele Voorafsche Polder door voor ik beloond word. Een steenhommel geniet op zijn gemak van het raapzaad. In het riet hoor ik ook van alles, maar de enige die ik echt goed te zien krijg is de rietzanger.

De meeste mensen houden zich goed aan de afstandsregels. Een groepje Berkelse jongeren, middelbare scholieren denk ik, doet dat echter helemaal niet. Verderop spelen drie meisjes met een bal, keurig op ruime afstand van elkaar, maar die bal…. Het valt ook voor de jeugd niet mee allemaal. Het laatste stukje loop ik op met een hoogbejaarde en vermoeid ogende herdershond, zijn ongeduldig baasje loopt al 50 meter verder. Maar beest en ik kunnen elkaars tempo goed hebben. Waarom haasten?

Tekst en foto’s: Josien Hofs