Natuurexcursie RottaRangers – We verzamelen bij de Mollenplaats en Gert verdeelt de grote enthousiaste club van speurneuzen in drie groepen.
{gallery}2013/vruchten_zaden_op_reis{/gallery}Het was me het middagje wel. Mooi weer en een zeer vindingrijke groep Rangers. Wat hebben die 32 ontdekkingsreizigers veel gevonden. Ellen vertelt het één en ander over het verspreiden van zaden: door de wind, vogels, water, mensen en dieren. Een Kornoelje met zwarte bessen staat naast een Vlierbes ook met zwarte bessen. Die van de Kornoelje kun je niet eten; de bessen van de Vlier zijn heerlijk. Vergis je dus niet, want ze lijken sprekend op elkaar. Van Vlierbessen kun je sap en jam maken en van de bloesem maakt men koekjes.
Wat hebben die speurneuzen van de RottaRangers allemaal gevonden : Zaadjes van het Harig wilgenroosje, die verspreid worden door de wind; een Kaalkopje, een paddenstoel met plaatjes. Ook de sporen van de paddenstoel worden verspreid door de wind. En verder zaadjes van de Gele lis: de “ dubbeltjes”; er omheen zit een kurklaagje. Daardoor drijft het zaadje en het wordt meegevoerd door de stroom van het water. Als het kurklaagje is verteerd zakt het zaadje naar de bodem van de sloot en er ontkiemt een nieuwe Gele lis. We zien de lange sliert vruchtjes van de Kaukasische vleugelnootboom; klitten met aan de stekels haakjes, zodat ze blijven kleven aan een vacht van een dier of aan mensen. Meidoornpitjes, knoppen van Populierenblaadjes, een Wespengal met de larve van een wesp erin. Zaadjes van de Melkdistel die als parachuutjes worden meegevoerd op de wind; Elzenproppen, volle en lege, Geel nagelkruid, hazelnoten, eikels, beukennoten, walnoten, Lisdodden, helikoptertjes van de Esdoorn en sleutelbossen van de Es. Brandnetels voor de soep en de thee en je kunt er T-shirts van maken en die jeuken niet.
Buiten de zaden en de vruchten hebben die speurders ook nog veel diertjes gevonden: de larve van een zevenstippelig Lieveheersbeestje (ik heb uren geoefend om dit in één keer goed uit te kunnen spreken). Deze beestjes worden in plantenkassen gebruikt om luizen te bestrijden. De rups van een Spanner, Snuitkevertjes, een Veldsprinkhaan en een kleine groene Sabelsprinkhaan. Libellen waren er ook : Pantserjuffers, een Glazenmaker en een rode Heidelibel. Slakken in allerlei vormen, maten en kleuren.
Je ziet het is heel wat. Of je het allemaal kunt onthouden, nou ik niet, maar ik probeer het wel. Als je vaak met de RottaRangers meegaat dan word je vanzelf een natuurgids of een boswachter. Het was een zeer plezierige middag. Tot de volgende keer.