Koude start

Moedig zijn de tien vroege ochtend Rangers die met een flinke kou starten.

© Yvonne
De meeste zijn nogal dun gekleed en hebben geen waterdichte schoenen aan. Wat een geluk, Rotta heeft extra handschoentjes bij zich zodat bij het vasthouden van de kijker de vingertjes niet bevriezen. De Rangers speuren met hun kijkers de bosjes, bomen en lucht af en we horen/zien winterkoning, zwartkop, fitis, houtduif en nog meer.
Al gauw zien we een kraai nestmateriaal naar zijn nest slepen. Een blauwe reiger wordt herkend, die laat vaak zo’n rauwe schreeuw horen. Ook de meerkoet en wilde eend kennen ze. Tijd om een paar nieuwe soorten te leren. Astrid wijst op een plasje krakeenden aan. Het mannetje heeft een zwart kontje, het vrouwtje lijkt veel op een wilde eend maar is slanker. Door de telescoop bekijken we het kuifje van de zwart met witte kuifeend. Hij kan heel goed duiken, om te vissen naar zijn favoriete voedsel, kleine schelpjes.
De zangvogeltjes zijn klein en snel! Gelukkig is de fitis even mooi te zien. Boven in het topje van een boom zingt hij zijn liedje.
Spannende vondst
© Robert
We vinden twee dode spitsmuisjes. Een met een gaatje in zijn lijfje en een met wat bloed uit zijn bekje. Ben legt uit dat ze misschien door een uil zijn gegrepen maar dat niet alle uilen spitsmuizen lekker vinden. We hebben ze goed bekeken en aan de zijkant van het pad in het gras gelegd.
Om niet te lang stil te blijven staan slaan we de vogelquiz over en lopen voorzichtig – de moutainbikers ontwijkend – de berg op, om de hoge uitkijktoren te beklimmen. Bovenaan hebben we ondanks de ijzige wind, een prachtig uitzicht.
Van welke kant komt het geluid?
Geluid raden © Ina
De middaggroep met twaalf Rangers heeft bij de koude wind inmiddels een lekker zonnetje.
Astrid leert de kinderen hoe ze kunnen “zien” met hun oren, door dit te oefenen met een spelletje. Allemaal de ogen dicht doen, dan hoor je des te beter.
Bij het afspelen van het lied van een vogel vraagt ze uit welke richting het geluid komt.
Daarbij moeten de kinderen in de richting van het geluid gaan staan en dan pas de ogen weer opendoen om het plaatje van de vogel te zien. Zo leren ze welke vogel bij welk geluid hoort
Als je het geluid goed weet te lokaliseren dan heb je meer kans dat je de vogel ziet. Toch is dat nog niet zo makkelijk. De wind kan een spelbreker zijn, die vervormt het geluid. Ook hebben de vogels trucjes die het ons moeilijk maken. Ze roepen bijvoorbeeld eerst naar links, draaien dan hun kopje en roepen naar rechts. Sommige vogels zingen terwijl ze van tak naar tak hippen, of boven in het riet zitten en naar beneden zakken. Och, dat maakt het ook spannend.
© Ben
In kleine groepjes gaan we met gespitste oren en uitgerust met een verrekijker op pad, elk met een begeleider met telescoop. We lopen vanaf de parkeerplaats vlakbij Outdoor Valley langs een plasje, door een stuk bos en bij een moerasje gaan we over stammetjes wat iedereen heel goed lukt! Dan naar boven langs een paardenpad met rechts struikjes. Een gevarieerd gebied waar van alles kan zitten. In een kale boom zit een dikke vogel. Even de kijker erop. Na wat raden weten de Rangers hoe een houtduif er uit ziet. Grijs en in zijn nek een mooie groene kleur en een witte vlek. We hebben hem allemaal wel eens gehoord, hij roept roekoekoe-koekoe.
De vogelkeeltjes zijn inmiddels gesmeerd want we horen verschillende liedjes. Ze klinken soms door elkaar, hier zingt een roodborst, daar de zwartkop en ook een fitis laat weten dat hier zijn territorium is.
Langs het riet zwemt een paartje wilde eenden. Welk geluid maken zij? Nou eenvoudig, kwek, kwek, kwek.
Zwijgzaam vliegt een zwarte vogel over. Een aalscholver weet Ruben.
De begeleiders geven om de beurt uitleg, ze wijzen naar een vogel en moedigen de Rangers aan om hun kijker te gebruiken. Intussen doen de vogels hun best om zo mooi mogelijk te zingen.
Op pad © Ina
Ben vertelt over nesten
Bij een groot nest in de boom aangekomen laat Ben een foto zien van het nest van de ekster. Het is mooi rond gevlochten met een dak erop en een ingang die een beetje verstopt zit tussen de takken. Zo kunnen kraaien er moeilijk bij, wel zo veilig voor de eksterjongen. Het nest van een kraai ziet er wat slordiger uit. Het is wat platter en zonder dak. Eksters maken meerdere nesten. Dat maakt het voor de vijand moeilijker om uit te vinden welk nest jongen heeft.
Je kunt de nesten nu nog goed zien zitten tussen de kale takken. Sommige bomen hebben al kleine blaadjes. En nog even en de boom staat helemaal in blad zodat je het nest niet meer kunt zien. Daarom is dit de beste tijd om goed te kijken en onthouden waar het nest zit. Dan kun je later in de gaten houden of je de oudervogels die inmiddels eieren hebben uitgebroed, heen en weer ziet vliegen om hun jongen te voeren.
Ook kun je ze soms met een wit propje tussen hun snavel zien. Dat is een dun vliesje waarin het poepje zit van een jonkie. Het lijkt wel een beetje op een luier. De oudervogel pikt hem van de nestrand en laat hem een eind verderop vallen. Zo zijn er bij het nest geen opvallende sporen te vinden die zouden verraden dat er jongen in de buurt zijn.
Verderop laat Hans door zijn telescoop een nijlgans zien, die in een boom op zijn nest zit, verscholen achter de takken.
© Robert
Allemaal verschillende liedjes
Een zwartkop klinkt als een snelle merel. Merel weet goed hoe de merel klinkt, thuis in haar tuin heeft ze er een paar gezien. Het lied van de fitis klinkt zoet en de laatste nootjes gaan naar omlaag.
De tjiftjaf zegt zijn naam. Kortaf klinkt het tjif – tjaf, tjif – tjaf. Alle Rangers herkennen dit geluid nu zo goed, dat ze het aan hun ouders gaan leren. De rietgors zingt een nootje meer, trie-trie-trie, ik stop bij drie.
De winterkoning, klein, bruin en met een stokstaartje, heeft heel wat noten op zijn zang!
Hij roept luid en schel, tétététététété ttrrrrrrrrrrrrrrrrr en nog wat losse nootjes ertussen.
Weet je dat veel vogels hun eigen naam roepen?
De grutto bijvoorbeeld roept grrrutto-grrrutto-grrrutto, met een rollende r.
De kievit buitelt rond en roept uitgelaten kieee-wiet- kieee-wiet
Hoor je gemiauw? Denk dan niet aan een poes, kijk eens in de lucht of er een buizerd cirkelt.
En hoor je zachtjes hinniken en is er water in de buurt? Dat is de dodaars. Zie je hem niet, dan is hij snel onder gedoken. Ja, dat is allemaal in de natuur te horen. Soms zet het je op het verkeerde been, maar het zijn ook handige ezelsbruggetjes waardoor je het beter kunt onthouden.
Futenliefde
Ben laat op zijn smartphone zien hoe futen elkaar in het voorjaar het hof maken. Omdat je dat nu niet kunt zien, zal ik het beschrijven.
Een futenpaar is heel aardig voor elkaar. Ze schudden hun kop, met punkhaar erop.
Hun nek naar rechts dan naar links gebogen. Dan zwemmen ze weloverwogen weg,
Kort keren ze elkaar de rug, dan zwemmen ze terug.
Even later duikt mijnheer onder water, en komt boven met een boeket voor haar.
Met dat kroos en blad, zegt hij eigenlijk ‘roos en schat’.
Zij doet hetzelfde en zegt ‘Hier heb jij ook wat’.
Na het sjansen het dansen. Ze richten zich op en maken zich lang.
Hun koppie houden ze schuin. Samen rennend over het water.
Dicht naast elkaar en rondom schuim.
Quiz en limonadestop
© Ben
Astrid toont foto ‘s van verschillende vogels terwijl Robert een vogelgeluid laat horen. Raden maar Rangers, van welke vogel is dit liedje? Verschillende vingers gaan omhoog, soms aarzelend, soms trefzeker. De roodborst wordt herkend, de merel en de koolmees. Door zo te oefenen leer je het.
We lopen het plasje rond om bij een bank limonade te drinken. Daar bekijken we de nieuwe takkenril die mensen van Rotta hebben gevlochten. Dat is voor de eenden, weet er een. Het biedt bescherming aan jonge vogels. Reigers kunnen bijvoorbeeld zo niet gemakkelijk een jong eendje vangen. Ook loslopende honden kunnen niet meer het water inlopen en de vogels verjagen. Aan de overkant zitten meerdere paartjes knobbelzwanen in het weiland en vooraan loopt een kievit met een opvallende kuif.
Teruglopend over het ruiterpad klinkt de schelle roep van een fazantenhaan. Je zou ervan schrikken als je daar in je eentje in het donker liep.
Vogelkaart
© Yvonne
Terug op het startpunt krijgen alle kinderen een mooie uitklapkaart met daarop vogels die in deze omgeving voor komen. Daarmee kun je nog eens op pad met je familie. Als je de natuur in gaat, dan kun je aankruisen welke soort je gezien hebt en op de achterkant opschrijven hoe jij vindt dat het geluid van die vogel klinkt. Door zo te oefenen krijg je steeds meer plezier in het bekijken van vogels.
Tot de volgende keer en hou je ogen en oren maar goed open.
Dank aan de begeleiding van gidsen en vrijwilligers Astrid, Ben, Cor, Hans, Robert en Ina.
Verslag: Ina Geenen