Er staat een straffe wind in De Groenzoom. Opspattend water tegen de oevers met wuivende rietkragen. Meeuwen scheren laag over de grond en kauwen en kraaien proberen met moeite tegen de harde windvlagen in te vliegen. Het is stoere-jongens-weer.
Deze twee ganzeriken schijnen dat ook zo te voelen, want wanneer de een te dicht bij de ander in de buurt komt, stuiven ze op elkaar af. Ze bijten elkaar vast op de kwetsbaarste plekken: schouder en hals. Hun schreeuwende gakken gaat snel over in gesmoord kreunen en piepen. Ze laten niet los, bang om de aftocht te moeten blazen. Dat blijft toch niet lang uit, want plotseling rukt de een zich los en slaat schreeuwend op de vlucht.
De achterblijver draait zich om en loopt gakkend met geheven kop terug naar zijn vrouwtje dat alles op veilige afstand heeft gevolgd. Ze lijkt te zeggen: ”Goed gedaan hoor jochie. Kom maar bij moeder”.
Tekst en foto’s: Jan Smith