Met 15 Kapoentjes bekijken we hoe de natuur zich voorbereidt op de winter.
Hoe bereidt de natuur zich voor op de winter?
Met deze vraag kijkt Marijke de groep rond en ze trekt haar vest uit. Ze heeft het warm, want ‘Het is zomer’….zegt ze. ‘Nee, het is ‘herfst’ roept er een alert. Waar merk je dat dan aan? ‘Omdat het regent en de blaadjes gaan verkleuren en sommige dieren gaan een voorraad eten zoeken.’ Knap hoor!
‘Laten we eens naar de mens kijken’, zegt Marijke, ‘Wat doen wij zelf?’ Mama heeft vast al gevraagd of je al een dikke trui hebt, en dat warme vest, past dat nog? En dan ga je vast ook een sjaal, handschoenen en een muts kopen, zo kun je er tegen als het ineens koud wordt. En thuis gaat ’s avonds de kachel al aan.
Ieder dier zijn eigen manier
Dat hebben dieren allemaal niet, wat doen zij dan om warm te blijven en te kunnen eten? Ze wijst telkens een foto aan. Laten we maar eens kijken.
Wat doet de egel? Veel vingers gaan omhoog, ‘Hij kruipt onder de blaadjes.’ Dus laat al die blaadjes maar in de tuin, zo’n dikke laag is eigenlijk als een warm dekbed. Eerst eet hij zijn buikje helemaal vet. Dan maakt hij een hol en gooit er bladeren in, en nog veel meer bladeren over zich heen en gaat hij voor een lange tijd slapen: een winterslaap. Als het in het voorjaar weer wat warmer wordt en zijn maagje begint te rammelen komt ie weer eens kijken en steekt hij zijn neus boven de grond.
Wat doet de eekhoorn? Die heeft geen keukenkast maar hij legt een voedselvoorraad aan die wordt begraven op verschillende plaatsen, bv. aan de voet van een boom. Zo hoeft hij nooit ver te zoeken en heeft hij de hele winter eten want een eekhoorn houdt geen winterslaap.
Er is een gekleurde vogel die ook noten in de grond verstopt, het is de gaai. Eikels en walnoten die hij niet meer terug kan vinden, worden soms een boom. Ook van de ekster is wel gezien dat ze noten verstoppen. En hij is slim want hij let er goed op dat andere vogels niet zien waar hij de noot begraaft. Als er toch een vogel in de buurt is die het gezien heeft, dan begraaft hij hem ergens anders.
Winterslapen of wegvliegen?
Een kikker, wat doet die in de winter? ‘Die zit onder water’ roept een Kapoentje. En dat klopt: hij graaft zich in, in de modder en houdt daar een winterslaap. Zwaluw en gans doen het op een andere manier. Die vliegen weg, naar het warme zuiden. ‘De woestijn’ weet een meisje, maar ik denk niet dat dat klopt.
Een volle buik of een volle vacht?
Marijke wijst een foto aan van een ‘pakketje’ dat aan een tak hangt. Wat is dat voor een vreemd dier? Het is een vleermuis, die eet vliegen en muggen. Al langer van tevoren eet hij extra veel. Daarna gaat hij in winterslaap omdat er in de winter geen insecten zijn.
Een foto van herten. Kruipen zij ook in de grond? Nee hoor, maar wat doen zij tegen de kou? Ze krijgen extra veel haren, zodat een dikke vacht ze als een jas tegen de winterkou beschermt.
Een volgende foto toont een prachtige boom in rode herfstkleur zoals je die nu buiten ook kunt zien. En sneeuwklokjes, zie je die nu? Nee, het plantje is dood, maar in de grond wacht het bolletje tot het weer lichter en warmer wordt en dan groeit er uit de bol weer een nieuw plantje met een bloempje.
De Kapoentjes spelen voor ‘slimme gaai’
Wat kun je allemaal vinden op de grond? Vlug komen de antwoorden: kastanjes, eikels, nootjes en kleine beestjes als pissebedden. Marijke legt verschillende noten op de grond en zet er gekleurde bekertjes over, maar ook stiekem een paar extra bekertjes, zonder nootjes. Nou Marijke is zeker een slimme gaai! Die noten die zie je niet meer. Wel veel gekleurde bekertjes, onder welke zit nu een noot?
De kinderen gaan aan de slag, ze raden en Marijke kijkt of ze goed geraden hebben. Bijna steeds klopt het. Hoe doen ze dat? De Kapoentjes zijn ook slim, ze hebben scherpe ogen en zien door het plastic heen of er iets donkers onder ligt. Zo zie je, om aan eten te komen in de natuur moet je soms een eigen oplossing bedenken.
Speurwandeling
Buiten zoeken we in het gras en daar vinden we kastanjes. We kijken omhoog naar de bomen: sommige hebben al helemaal kale takken, andere hebben nog bladeren. Maar veel minder dan in de zomer en ze zijn nu geel in plaats van groen. Ook de Wilgwam is al bijna kaal, je kunt nu zo door de takken naar binnen kijken.
Het spoor van de mol kun je zien aan zijn molshopen. Dat zijn bergjes aarde die hij telkens bij het gangen graven omhoog duwt, Dan kan hij weer verder graven. Iemand roept ‘egels!’, en wijst naar de stekelige hulzen van de tamme kastanjes. Al gauw zijn de verdroogde bloemschermen van de berenklauw een favoriet speelgoed. Ben gaat nog kijken bij de paddenpoel, maar geen spoor van pad of kikker. Die zitten al in de modder.
Aan de achterkant van de eikenbladeren vinden we galletjes: knoopjesgal, waar een klein insect in zit. We vinden ook een wit paddenstoeltje, en iemand ziet nog een spin lopen. Verderop zien we drie muizengaten in de grond tussen het gras. Astrid vertelt dat in de takkenmuur allerlei insecten een schuilplaatsje vinden.
Pindaslingers
Op het Trefpunt drinken we warme chocomel en snoepen van kruidnootjes en kaakjes met vlierbessenjam die Ina zelf heeft gemaakt. Dan gaan de Kapoentjes aan de slag met ijzerdraad en de pinda’s waar door Ben al een gaatje in is geprikt. Ze rijgen lange pindasnoeren voor de vogels thuis in de tuin. De Kapoentjes hebben genoten van de gezellige herfstmiddag en wij niet minder.
Dank aan Marijke, Astrid, Ben, Esmeralda en Ina. Mooie feestdagen en tot volgend jaar allemaal.