De werkgroep Rotta Natuurwerk vraagt uw hulp bij het inventariseren van ransuil roestplaatsen.

Om inzicht te krijgen op de ontwikkeling van de ransuil populatie in ons Rotta gebied is het tellen van het aantal ransuilen op de winterroestlocaties een goede methode.

Overwinterende ransuilen brengen ’s winters over het algemeen gezamenlijk de dag door op een slaapplaats; de zogenaamde winterroest.
Het aantal uilen op zo’n roestplek kan sterk variëren. Na het broedseizoen verzamelen ransuilen zich met hun jongen eerst in loofbomen, ook vaak op vaste locaties. Maar als in oktober, november de loofbomen kaal worden verplaatsen ze zich naar groenblijvende bomen; zoals spar, den, conifeer of een dichte klimopbegroeiing.

Vaak worden deze groenblijvende winterroestlocaties – als er geen verstoring optreedt – jaren achtereen gebruikt. Dit gezamenlijk slapen en rusten in het dichte groen – vaak in de nabijheid van menselijke activiteit – heeft als voordeel dat ze minder kwetsbaar zijn voor eventuele gevaren van buitenaf. En zeer waarschijnlijk heeft een roestplaats ook een belangrijke sociale functie, zoals informatie-uitwisseling over goede jachtgebieden en/of het vinden van een partner voor in het nieuwe broedseizoen.

Tot nu toe zijn de winterroest locaties niet bekend bij onze werkgroep. Wij willen die locaties nu in beeld krijgen en gedurende de winter het aantal uilen op de locatie gaan tellen. Maar het Rotta gebied is groot en daarom vraagt de werkgroep uw hulp.

Bent u een roestplek van ransuilen tegengekomen, help ons om de ransuil populatie beter in kaart te brengen en geef de locatie aan ons door.
U kunt daarvoor contact opnemen via ons e-mailadres: fulco1003@gmail.com of natuurwerk@rotta-natuur.nl

Belangrijk!
De exacte locatie van de roestplekken die u aan ons doorgeeft wordt – om verstoring te voorkomen – nooit openbaar gemaakt, daar kunt u op vertrouwen.

Fulco de Hollander / Rien van der Vorm

Foto’s van de ransuilen: © Chris van Rijswijk
ps kijk ook eens op zijn website https://www.birdshooting.nl