Aantal Rangers 42; ’s middags helaas ook nog een wachtlijst. Volle bak dus, veel belangstelling.

Aan de hand van een mooie Uilen-DVD wordt het één en ander over deze schitterende vogels uitgelegd. Ze kunnen niet zoals wij hun ogen bewegen; ze moeten hun kop draaien om hun omgeving te bekijken. Ze draaien hun kop niet helemaal rond, want dan zou die kop er wel eens af kunnen vallen. Uilen met gele ogen jagen overdag en uilen met zwarte ogen jagen ’s nachts. Uilen met oranje ogen jagen in de schemering. Als je geen ogen ziet, dan zitten ze een uiltje te knappen. Uilen grijpen hun prooi (bijvoorbeeld een muis) met hun vier tenen. Die tenen hebben zeer scherpe nagels: twee tenen voor en twee tenen achter; de prooi kan onmogelijk ontsnappen uit deze houdgreep. De ransuil heeft twee pluimpjes op zijn kop. Dat zijn geen oortjes maar gewoon veertjes.

De Rangers weten nog heel veel over uilen. Ze hebben vorig jaar kennelijk heel goed opgelet. Uilen slikken hun prooi in z’n geheel door. De haren en botjes verteren ze niet en die worden dan als een langwerpige (uilen)bal uitgebraakt. In het begin werd ik er even misselijk van. De Rangers niet. Dat zijn van die koele kikkers, die deinzen nergens voor terug.

Het insectenhotel @ Clara Creveld

Buiten @ Piet Mulder

Buiten @ Piet Mulder

De groep wordt in tweeën gesplitst. De ene groep gaat pluizen en de andere groep gaat naar buiten om wat materiaal voor het Memoryspel te zoeken. Ze moeten twee dezelfde dingetjes zoeken. Op de parkeerplaats staat een kaardenbol. Carlo vertelt, dat kaardenbollen vroeger werden gebruikt om wol wat glad te maken (kaarden), zodat je er goed draden van kon spinnen. We zien wat sporen van dieren maar helaas ook sporen van mensen. Beste mensen, laat toch geen rommel achter in de natuur!! Neem je rotzooi mee!!!

In het tuinhuis @ Piet Mulder

We bekijken het insectenhotel achter het clubhuis. In het tuinhuis spelen de Rangers het natuurlijke Memoryspel en een uilenspel: eigenlijk een ganzenbordspel, maar dan met een kerkuil, bosuil, steenuil en ransuil. Zo leer je ook met een spel wat meer over uilen. Heerlijk zo’n tuinhuis, lekker warm en lekker knus. Het was de eerste keer, dat we met de kinderen het tuinhuis gebruikten. Het sedumdak, gesponsord door ouders van onze kinderen, ziet er prima uit.

Vaak zijn Rangers best slimme kinderen. Soms ff niet: Na één nachtvorstje is het vliesje ijs niet zo dik. Tsja, dat waren dus 2 laarzen gevuld met ijskoud water. Nee…..we noemen geen namen!

 
Pluizen @ Elianne Hulst 

Pluizen @ Clara Creveld

Pluizen @ Elianne Hulst

Nu is het onze beurt om te gaan pluizen. Nou, de Rangers gaan met een puntige saté-prikker als geroutineerde chirurgen te werk. Met grote precisie worden de botjes uit de braakballetjes gepeuterd. Op een botjeskaart kunnen ze dan aangeven welk botje het is: een ribbetje, een pootje of een schedeltje. We hebben twee soorten braakballen in de aanbieding: die van een kerkuil en die van een ransuil. Soepballetjes zijn weer anders. Eén van onze Rangers had zelfs een echte uilentrui aan.

Tijdens het pluizen is het doodstil. Opperste concentratie. Er wordt een vrij groot schedeltje gevonden met een rood bolletje. Experts gaan zich hierover buigen. Bij een rijtje tandjes zag een van de Rangers rode vlekjes: ‘Hij heeft gebloed!’ (voor kenners: de rode tandjes van de bosspitsmuis).

Het eindresultaat: iedereen was geslaagd voor het pluisexamen! Onder luid applaus van groot en klein kreeg elke Ranger persoonlijk een Pluisdiploma. Namens de hele Rotta-Vereniging: GEFELICITEERD!!

Wij willen de crew hartelijk bedanken voor hun inzet. Naast de mensen van de kinderwerkgroep ook de fotografen en de gastdames: super bedankt.

Verslag: Piet Mulder en Gert Jansen