Nadat alle kinderen in de boswachter werkhut in Bleiswijk waren gearriveerd heeft ‘onze’ boswachter Jonathan eerst eens gevraagd of we eigenlijk wel wisten wat boswachters allemaal doen.
Al snel gingen er flink wat vingertjes omhoog, veel kinderen dachten dat ze daar wel iets vanaf wisten. Boswachters werken natuurlijk in de bossen en daar letten ze op de dieren, de planten en de bomen. Maar hoe ze dat precies doen en dat er bij de boswachters ook BOA’s (Buitengewoon Opsporings Ambtenaar) zijn die op boeven moeten letten dat wist niet iedereen.
Toen alle kinderen hun vragen hadden gesteld zijn we naar de grote vergaderzaal en het kantoor gegaan. Daar maken ze nieuwe plannen en tekenen ze landkaarten. Jonathan liet ons op de kaart zien op welk gebied ze moesten letten en vertelde dat het heel erg groot is, wel meer dan 2000 voetbalvelden groot!!! Gelukkig hoeft Jonathan dat hele gebied niet in zijn eentje in de gaten te houden; er zijn nog wel meer dan 10 boswachters die ook meehelpen.
Daarna gingen we naar de werkschuur. Wow daar stonden veel soorten machines om mee te werken! En grote harken, bezems, scheppen en nog veel meer. Jonathan liet alles zien en de kinderen mochten sommige apparaten even zelf vasthouden om te voelen hoe zwaar ze waren. Er was ook een kast met wel 50 laatjes waarin allemaal schroeven, krammen, bouten, moeren en nog veel meer spulletjes zaten die werden gebruikt.
Ondertussen hadden Renée en Louise de bekertjes met limonade klaargezet zodat we snel iets konden drinken. Shirley deelde de koekjes uit en toen dat op was zijn we met zijn allen naar buiten gegaan. Gelukkig was het net opgehouden met regenen dus toen konden we fijn rondkijken.
In de auto’s van Staatsbosbeheer bleken allemaal laatjes met spulletjes te zitten, dan heeft de boswachter onderweg alles bij zich wat hij nodig heeft voor zijn werk. Voor de schuur vonden we duivenveren… die duif was opgegeten door een roofdier. Maar was die nou opgegeten door een roofvogel of een roofdiertje op de grond? Jonathan liet zien dat de schachten van de veer recht waren doorgebeten. Dat doen roofvogels niet, die trekken de hele veer uit hun prooi. Dus de duif was opgegeten door een vos of een marter of zo.
In een enorme schuur, de Romneyloods, lagen twee grote boten en er stond ook een grote tractor. Die wordt gebruikt om te maaien en spullen te verplaatsen. Of om graafwerk te doen. Een van die boten is de pont die zomers over de Rotte vaart, op zonne-energie! De andere boot is de rondvaartboot van Staatsbosbeheer. Ook zagen we een caravan staan. Die wordt zomers gebruikt als kantoortje in het Bentwoud. Dan kunnen bezoekers ook bij de boswachter aankloppen als ze iets willen vragen. Slim hé?
Op een stapeltje hout in de schuur vonden we een dood pimpelmeesje, dat was best een beetje zielig, maar ook heel mooi om te bekijken natuurlijk.
Toen we weer buiten waren ontdekten we grote bergen zand, schelpen en houtsnippers om voetpaden te maken. Daar klommen we natuurlijk allemaal op voor een groepsfoto!
Daarna gingen we op pad en we leerden over de essentaksterfte en dat het belangrijk was om veel verschillende soorten bomen in een bos te hebben. Als er dan een soort boom ziek wordt en het niet goed doet, dan hou je altijd nog veel andere bomen over in het bos. De kinderen gingen bladeren zoeken en ontdekten dat er wel 8 verschillende struiken en bomen op dat kleine stukje stonden. Het is de bedoeling dat als de zieke essen zijn gekapt, er een gevarieerd bos gaat groeien. Heel goed dus!
Toen Jonathan vroeg of er toevallig nog een paar kinderen waren die extra ver in de modder wilde springen waren er wel waaghalzen die dat durfden… Dus toen de ouders hun kinderen na afloop weer kwamen ophalen bij de werkhut waren ze niet meer allemaal even schoon!
We hebben het heel leuk en leerzaam gevonden en we bedanken boswachter Jonathan heel hartelijk voor het kijkje achter de schermen en dat hij ons zoveel over de natuur heeft verteld.