Op deze frisse pluiszaterdag hebben zich in totaal 42 enthousiastelingen aangemeld; ’s morgens 24 en ’s middags 18 Rangers. Ze zijn er helemaal klaar voor. Uilenballen pluizen is dan ook een erg geliefde bezigheid, zeg maar gerust een pluizenfeest.

 

foto: Pluiskids © Debbie Fuijkkink

 

foto: Pluiskids © Astrid Nielsen

‘Wat kom ik tegen, wat zit er in zo’n bal.’ Nieuwsgierigheid is de bron van alle kennis en dit geldt natuurlijk ook voor onze Rangers. Gert houdt een inleidend praatje met een mooie PowerPointpresentatie. Hij vertelt het één en ander over uilen. Uilen met zwarte ogen vliegen ’s nachts, uilen met gele ogen vliegen vaak overdag. Een roofvogel heeft ogen aan de zijkant van z’n kop; hij kan alle kanten goed in de gaten houden. Een uil heeft zijn ogen aan de voorkant van zijn kop; hij moet dus net als de mens zijn hoofd draaien om alles goed te kunnen zien.

Een Ransuil heeft oor pluimpjes boven op zijn kop, zijn oren zitten aan de zijkant. Een Kerkuil heeft een soort sluier om zijn ogen; hij eet ook vogels. De andere uilen eten vooral muizen. Als een uil een muis vangt dan gaan zijn poten naar voren en zijn klauwen heeft hij dan al in de grijpstand. Gert laat hier een mooie foto van zien. Eén van de Rangers zegt: “Die muis is de Sjaak.” Dat betekent: de pineut. Dan gaat een aantal van de Rangers wandelen en de andere kinderen gaan pluizen.

 foto: Hand met schedels © Piet Mulder

Met satéstokjes worden de braakballetjes minutieus uit elkaar gehaald en met loepjes kunnen ze de botjes heel goed zien. Gewoon pluizen met je vingers is eigenlijk veel spannender; een kwestie van later je handen wassen. De pluizenaars vinden van alles: muizenschedeltjes, vogelschedeltjes, kaakjes (geen Maria-kaakjes!), pootjes en tandjes. Alles gaat keurig netjes in een bekertje. Op een werkblad met een overzicht van alle muizenbotjes kunnen ze dan inkleuren wat ze gevonden hebben.

We gaan wisselen. De wandelgroep gaat pluizen en de pluisgroep gaat nu wandelen. We zien al direct Kuifeenden en Wilde Eenden. Vrouwtjes hebben een schutkleur. Zo vallen ze niet zo op bij roofvogels. Mannetjes hebben vaak felle kleuren, want ze moeten natuurlijk een vrouwtje versieren. Zilvermeeuwen staan te trappelen op het gras. Door de trillingen komen de wormen naar boven en dan is het “HAP”. Vraagje: ”In welke groep bomen zitten de uilen het liefst?“ Natuurlijk niet in die Populieren. Alle takken groeien recht omhoog, daar kunnen geen uilen op zitten. Wel in bomen met horizontale takken en dan nog het liefst in bomen met een heel dichte begroeiing, zoals Coniferen. Soms zitten ze prachtig verstopt in doordringbare Braamstruiken. Een plek waar uilen samenkomen om te slapen heet een roestplek.

 foto: Muizenholletje © Piet Mulder

Op onze wandeling zien we ook nog Meerkoeten, baltsende Futen (ze willen dan verkering met elkaar) en een volwassen Blauwe Reiger. Deze heeft een pluizige schort voor. Dat heeft hij nodig, want als hij een vis eet dan druipt er soms vet op zijn borst. Dat wordt nu opgevangen door zijn schort. Verder nog wat Houtduiven en Kraaien en we zien onderweg heel veel muizenholletjes en aardig wat Molshopen. Voorzichtig ontvouwt de lente alweer een aantal fleurige bloemknopjes, zoals het gele Speenkruid, het lila Groot hoefblad en de paarse Dovenetel.

Na afloop krijgen we in Het Trefpunt warme chocolademelk en natuurlijk het felbegeerde en welverdiende (UILENBALLEN)PLUISDIPLOMA.

Proficiat; alle kinderen zijn geslaagd!!!

Catering bedankt voor jullie inzet. Er is 6 liter warme chocolademelk doorheen gegaan! plus nog wat ‘fris’.

Daags na onze pluizenissen kopte ‘Hart van Holland’ – Bergschenhoek: ‘Uilenbal biedt geen geheimen (meer)’ met een leuke foto op de voorpagina!

 

foto: Pluisdiploma © Piet Mulder

 

Verslag: Piet Mulder