Op mijn dagelijkse rondje door Deelgebied vier van De Groenzoom zie ik vanochtend een schim schielijk tussen het oevergewas wegschieten.
Foto © Chris van Rijwijk
Ik stop, stap af en wacht. Na een klein kwartiertje komt hij weer voorzichtig tevoorschijn: porseleinhoen. Bijzonder!
Mijn ademhaling en hartslag versnellen door de opwinding die zich van mij meester maakt.
Door mijn veldkijker kan ik hem goed onderscheiden van een juveniel waterhoen dat dichtbij rondscharrelt. Op het eerste gezicht lijken ze wel iets op elkaar, maar bij nadere beschouwing is er duidelijk verschil: porseleinhoen is bruin-wit gemêleerd. Het ‘porselein’ in zijn naam komt van het Italiaanse porcellana, de naam voor de Venusschelp, een schelpensoort met parelmoeren binnenzijde. De glanzende borst- en buikveren vertonen hiermee een treffende gelijkenis.
Als ik mijn fotocamera iets te snel in gereedheid breng, is de schichtige vogel weer tussen het riet weggekropen. Na twintig minuten wordt mijn geduld beloond: Porzana porzana stapt weer uit zijn beschutting om opnieuw in de modderige bodem naar eten te zoeken.
Deze kleine moerasvogels uit de rallenfamilie leggen vanaf augustus-september jaarlijks duizenden kilometers af naar zuidelijk Afrika om er te overwinteren. Dat hij hier dit jaar nog tegen eind oktober wordt gezien, is naar mijn mening best bijzonder, want hoewel de soort soms in ons land wil overwinteren, trekt hij in de meeste gevallen toch weg om pas in april-mei weer terug te komen.
Net als voor enkele andere moerasvogelsoorten, geldt ook voor het porseleinhoen dat afname van geschikte leefgebieden, lees moerasachtige ondiepe oevers, een van de redenen is voor het teruglopen van de aantallen.
Het beheerplan van De Groenzoom voorziet echter ook in de ontwikkeling van juist dit soort gebieden. Het zou dus zomaar kunnen gebeuren dat het porseleinhoen daardoor gaat behoren tot de steeds groter wordende kring van terugkerende bewoners.
Daar word ik nou blij van.
Tekst: © Jan Smith
Bronnen: De Nederlandse Vogelnamen en hun Betekenis – Henk Blok en Herman Ter Stege; Vogelbescherming Nederland.
Foto © Chris van Rijwijk