Gisteren zijn er twee nieuwe Schotse Hooglander kalfjes aan gekomen in het Lage Bergse Bos. Stoer en zonder enige schroom stapte ze de veewagen uit, hun nieuwe leefgebied in. Ze zijn een mooie aanvulling op de vier volwassen Hooglanders die er al zijn. Twee daarvan zijn inmiddels zo oud dat er al een tijdje rondgekeken werd naar vervanging. Door de kalfjes nu al in de kudde op te laten nemen kunnen ze vast wennen aan de omgeving, publiek en de andere runderen. Als nu één van de oude Schotse Hooglanders uitvalt worden zijn taken naadloos overgenomen door de kalfjes.

Want de runderen zijn niet alleen een leuke attractie voor het publiek, ze hebben ook nog eens een nuttige functie in het beheer van het Lage Bergse Bos zelf. Door hun manier van eten, hun voorkeur voor bepaald voedsel drukken ze een stempel hoe een gebied er uit zal zien na verloop van tijd. Zo eten ze naast gras ook graag knoppen en bladeren van bomen en struiken. Wordt in het najaar en de winter het aanbod van gras en bladeren minder, dan beginnen ze ook twijgen, bast en  jonge boompjes te eten. Op deze manier zorgen ze voor een omgeving waar bos en open plekken naast elkaar voorkomen.

Door de goede contacten tussen de boswachters van de Gemeente Rotterdam en Staatsbosbeheer hebben we er nu weer twee prachtige nieuwe kalfjes bij gekregen in het Lage Bergse Bos. De kalfjes zijn vijftien maanden geleden geboren in het Schiebroekse Park in Rotterdam. Dankzij de verschillende samenstelling van de kuddes in de Rottemeren en het Schiebroekse Park kon deze samenwerking plaatsvinden. De kudde in Schiebroek bestaat namelijk  uit koeien en stieren, waardoor er met regelmaat kalfjes geboren worden. Door de beperkte ruimte in het Schiebroekse Park ontstaat er daardoor na verloop van tijd een geboorteoverschot. De kudde uit het Lager Bergse Bos daarentegen bestaat enkel uit ossen. Natuurlijke verjonging is daardoor onmogelijk. Nu kon het geboorteoverschot van het Schiebroekse park mooi voor de verjonging in het Lage Bergse Bos zorgen. Hoewel het nog een hele operatie was om de overdracht, eigendom en registratie te regelen, zijn de kalfjes op 7 mei dan toch uiteindelijk in de Rottemeren aangekomen.

Onder begeleiding van een veearts en een boswachter van de Gemeente Rotterdam is op de foto te zien hoe de kalfjes onvervaard het Lage Bergse Bos betreden. Sinds de introductie van de kudde aan het eind van de jaren negentig is de verzorging in handen van vrijwilliger Ruud Bredius. Vaak meerdere keren per dag observeert en controleert hij de Hooglanders. Zo nodig voert hij ze bij met hooi. Om ze aanhankelijk te houden geeft hij ze af en toe koeienkoekjes. Laatst merkte we nog hoe nuttig dat is. Vanwege de nieuwe beplanting moesten we een flink stuk raster plaatsen om te voorkomen dat de runderen nieuwe bomen en struiken meteen zouden opeten. Tijdens de aanleg kwam op één of andere manier één van de Hooglanders binnen de omheining terecht. Met geen mogelijkheid kregen we het beest er weer uit. Maar in de aanwezigheid van Ruud met een koeien koekie liep ie mak als een lammetje zo het plantvak uit.

Aanvankelijk was Ruud Bredius het meest geïnteresseerd in de effecten van de begrazing op de omgeving.  Maar naar mate hij de Hooglanders beter leerde kennen kreeg hij steeds meer belangstelling voor de verschillende karakter eigenschappen van de runderen onderling. Ze hebben allemaal persoonlijke eigenschappen en reageren op hun eigen manier. Drie à vier keer per jaar komt de dierenarts langs om de runderen te onderzoeken.

De komende  week zullen de kalfjes nog even binnen de omheining blijven. Daarna mogen ze net als de rest van de kudde los op het rundereiland in het  Lage Bergse Bos rondlopen. Omdat ze een periode nodig hebben om te wennen, het nadrukkelijke verzoek aan het publiek om gepaste afstand te houden en om ze niet te voeren.