Tussen de buien door zijn we dit keer met 17 enthousiaste Kapoentjes inclusief hun persoonlijke escorte op avontuur geweest. Voor onze jongste onderzoekers is het speuren met een loepje al een groot feest. Natuurlijk niet de loeppotjes vergeten, want het liefst stoppen ze daar hun buit in. Zoekkaarten completeerden het mee te nemen materiaal. Tijdens de Power-Point-Presentatie binnen hadden we al iets meer verteld en laten zien over (naakt)slakken en Regenwormen.

Met een riek gingen we Regenwormen vangen net zoals een trappelende meeuw dat in het gras doet nl. riek in de grond en rammen maar op de steel. Tijdens de derde poging hadden we succes: een mooie, grote worm vluchtte voor de aardbeving en kwam uit de grond. Het zachte lijfje bestond uit een flink aantal ringen. Op de picknick-tafel was mooi te zien hoe de worm vooruit kwam en wat de voor- en achterkant was. Ook het zadel (de verdikking) was duidelijk te zien. Dit zadel gebruikt de worm om een pakketje van ca. 10 eitjes te maken (cocon). Het eerste baby-wormpje eet dan alle eitjes op. Een Regenworm maakt heel veel van die cocons. Ze hebben een hekel aan de zon, want dan drogen ze uit en gaan ze dood.


Foto: Gert Jansen

Ook een naaktslak werd door onze Kapoentjes snel ontdekt. Het was de bekende grote Wegslak met de oranjerand onderaan de voet. Het ademgat was mooi te zien. Aan de voorkant zitten 2 paar steeltjes. Op de naar boven gerichte steeltjes zitten de ogen en de kortere, naar beneden gerichte steeltjes noem je tasters. Daarmee kan een slak ruiken en voelen. Als je ze aanraakt dan trekt de slak ze onmiddellijk in. Ook de grotere Tijgerslak is onderweg gezien. Natuurlijk zagen we ook slakken met huisjes. Het huisje groeit stapje voor stapje met hem/haar mee. Je hebt allerlei soorten huizen, net als bij de mensen. In een mooi. klein huisje woont de Barnsteenslak, die we ook gezien hebben.


Foto: Joke Noppers

Onder een tegel bij het Trefpunt zagen we 2 gewone Watersalamanders. Je kon mooi de 4 teentjes zien. We hebben ze weer voorzichtig teruggezet, want het is een beschermde diersoort.

Af en toe kwam het zonnetje toch om de hoek kijken. We zagen dan regelmatig Koolwitjes fladderen en ook een Distelvlinder. Ook van die grote snelle libelles zagen we voorbij schieten. Er landde er zelfs eentje op de jas van een Kapoentje. De gele libelle was waarschijnlijk de gewone Oeverlibel; ook zagen we een rode dubbeldekker voorbij scheren. Het groepje van Carlo heeft zelfs een behoorlijk grote waterschildpad gezien. Ook de over het water schietende Schaatsenrijders hebben zij goed bekeken. Het andere groepje heeft bij een Zuringveld het groene Zuringhaantje gezien. Op één blad zag je aan de onderkant een vrouwtje, helemaal bol van de eitjes en het kleinere mannetje. Op een ander Zuringblad zag je een klompje gele eitjes.

De blauwe Reiger hebben we goed kunnen bekijken, voordat hij/zij met ingetrokken nek krassend wegvloog. Ook onze ‘huis’-Buizerd hebben we in de lucht zien zweven. Voor sommige kinderen was het moeilijk om afscheid van natuurbuit te nemen, maar ja dat hoort er gewoon bij.

Terug in het Trefpunt hebben we wat gedronken en kregen de kinderen ook een toastje met Bramenjam.


Foto: Joke Noppers

Op woensdag(middag) 11 november 2015 gaan we weer met de Kapoentjes op stap. Misschien zien we dan wel allerlei paddenstoelen (spiegeltje mee!)

Als afronding van dit incomplete verslag een reactie van een moeder van twee Kapoentjes:
Mijn zoon heeft genoten. Nadat we thuis waren, is hij de rest van de middag in de weer geweest met wormen zoeken en padden. Voor hem was het een super ervaring: als echte onderzoeker op pad met een loep. Mijn dochter is pas 3, maar heeft ook genoten. Haar hoogtepunt was het koekje en het drinken.


Foto: Joke Noppers


Foto: Gert Jansen


Foto: Gert Jansen