Op een stralende woensdagmiddag komen de jongste leden van Rotta naar het Trefpunt. Marijke vraagt welk jaargetijde het is en zo raken we in gesprek over bloemen en bijen.

Waarom zijn de insecten zo hard nodig en hoe komen er dan vruchten en zaden? We laten verschillende bloemen zien en vooral bij de tulp kun je de meeldraden en stamper goed zien als je de bloemblaadjes wat weg vouwt. Als je het aanraakt komt er wat stuifmeel op je vingers.  Ook zijn er verschillende vruchten en noten, bijvoorbeeld een kastanje die al helemaal uitloopt en een appel. Zonder insecten kunnen we niet meer genieten van een heerlijke appel.

Inmiddels is het tijd om naar buiten te gaan en met loeppotjes gaan we wat bloemen (en ook mieren) bekijken. Dit allemaal in de tuin van het Trefpunt. Hier zien we onder andere longkruid, waarvan we foto’s gezien hebben op een bord binnen. Dit zijn geen wilde bloemen maar geplant of gezaaid, maar ook deze zijn zeer nuttig voor onder andere de bijen.

 

Als we zijn uitgekeken gaan we op pad naar de Overhoek, op zoek naar wilde bloemen en een mooie plek om wat te drinken en te eten. Nou, de wilgwam is zeker zo’n plek met ervoor allemaal boomstammetjes om op te zitten. Daar horen we als we stil zijn vogels zingen, de tjiftjaf, die zijn eigen naam zingt en een winterkoning. Op de weg terug lopen we langs de hazelaar, dat is een zogenaamde windbestuiver, het stuifmeel van de katjes wordt verspreid door de wind en komt zo op de vrouwelijke bloemetjes.

Terug naar het Trefpunt want we gaan nog iets maken om de bijen te helpen. Met aarde, klei en water maken we kleine balletjes waar bloemzaadjes in gaan. Hier komen dan als het goed is in de zomer mooie bloemen uit. Deze zaad of bloembollen kun je in je tuin of in de natuur op een kaal plekje leggen. Deze bommen passen mooi in een eierdoos om mee te nemen naar huis. Maar eerst even handen wassen, want die zijn behoorlijk vies geworden.

Het was een fijne middag met elkaar!