Vele malen heb ik over dit park al geschreven. Veel nieuws zal er dus niet zijn. Over de vleermuizen in dit park wil ik het niet hebben. U kunt voor informatie hierover terecht bij onze eigen vleermuizenexpert Jesse Keyzer.
Aan het begin van het park zie je aan de slootkant veel riet en harig wilgenroosje. Overal zie je prachtige waterlelies. Als je het park inloopt kijk je aan tegen geweldig grote moerascipressen. Deze geven van die minuscule dennenappeltjes. Verder eiken zonder rupsen, berken, meidoorns en nog vele andere grote bomen.
Het is echt een volgroeid park. De onderbegroeiing bestaat voornamelijk uit heksenkruid, bosaardbeitjes en sorbus aria met van die lange bladeren (wilde lijsterbes?). Koninginnekruid, bramen, distels, klitten, boterbloemen, smeerwortel en zwarte els met het bekende elzenhaantje staan overal.
Er is een mislukte poging gedaan om houtrillen aan te leggen. Schotse Hooglanders heb ik niet gezien. Het fijne van dit park is dat je er veel bankjes hebt. Geweldig voor de wat oudere Rottaleden.
Vogels: nijlganzen met twee pullen, wilde eenden en eksters.
Berg en Broekpolder
Dit natuurgebiedje ligt tussen het Plaswijckpark en de kinderboerderij aan de Ringdijk. Veel riet, wilgen, pastinaak, jacobskruiskruid, klaver, smalle en brede weegbree, haagwinden met de bekende “pispotjes”, kattenstaarten, heelblaadjes en nog vele andere planten. Met Willemien Troelstra hebben we hier wel eens een excursie gehad.
Dit gebiedje staat bekend om zijn snoekenpaaiplaats. Snoeken zorgen voor een goede waterkwaliteit in de Bergse Achterplas. Er is een windmolentje om het water in en uit te laten. Vanuit dit gebied heb je een mooi uitzicht op de Bergse Achterplas.
Vogels: een reiger en een waterhoen met één pul.
Tekst en foto’s: Piet Mulder