Halverwege deze maand heb ik alweer grutto’s horen roepen. Hoog boven het veld zie ik ze weer hun fameuze baltsvluchten uitvoeren terwijl ze hun naam zo hard mogelijk roepen: ‘grutto, grutto, grutto…’.

 

Wendend en kerend, draaiend en duikend en steeds prachtig afstekend tegen de blauwe ochtendlucht. Rechte snavel, brede witte vleugelstreep, witte vierkante staartbasis met zwarte eindband en roodbruine rug. Snelheidsduivels zijn het.

Grutto (Limosa limosa), oer-Hollandse weidevogel uit de familie van de strandlopers en snippen, van de orde der steltloperachtigen.
De betekenis van zijn wetenschappelijke naam is ‘vogel van de slikgronden’ (volgens ‘De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis’, Blok & Ter Stege, 1995, blz. 110).
En iedereen weet zo langzamerhand wel dat zijn naam niets anders is dan de klanknabootsing van zijn roep: grutto –  onze nationale weidevogel.
Nog wel.

In het veld ontwaar ik er een stuk of tien, twaalf en heb ze ook direct op de website van het Groenzoommonitoringteam – onderdeel van www.waarneming.nl. gemeld. Ze zijn tijdens het foerageren tegelijkertijd allemaal naarstig op zoek naar een geschikte partner en een toekomstige nestplek tussen graspollen waarvan ze kennelijk nu al weten dat die straks, als ze eenmaal eieren en jongen hebben, hoog genoeg zullen worden om dekking te bieden tegen roofvogels en andere gevleugelde predatoren. Ze moeten zuinig zijn op die drie tot vier eieren die ze in een seizoen leggen; teveel uitval door predatie of verstoring is, op zijn zachtst gezegd, niet bevorderlijk voor het voortbestaan van de soort.
Mijn aanwezigheid blijft niet onopgemerkt; boven mijn hoofd voeren ongeruste aanstaande ouders schijnaanvallen uit om me te verjagen. Ze hebben gelijk, ik trek me terug op veilige afstand waar ik ze blijf gadeslaan door mijn veldkijker.
De vochtige bodem van de Oude Polder van Pijnacker, waarin ik nu loop, biedt volwassen grutto’s volop mogelijkheid om met hun tere en kwetsbare lange snavel diep in de grond te zoeken naar regenwormen en emelten. De uitbundig bloeiende bloem- en kruidenrijke velden vormen straks de perfecte omgeving voor de jonge vogels die zich er tegoed kunnen doen aan allerlei vliegende en kruipende insecten. Wel raar, als je je realiseert dat ze zich over een paar maanden, na hun trektocht naar het Zuiden, in de uitgestrekte rijstvelden van landen als Senegal, Guinee-Bissau of Sierra-Leone alleen maar voeden met rijst, als overtuigde vegetariërs.

De natuurwaarden van onze agrarische gebieden staan zwaar onder druk. Waar boerenbedrijven nog ruimte laten voor natuur gedijt deze prachtige vogel nog redelijk, op andere plekken laat hij het echter steeds vaker afweten. Nergens in Europa broeden zoveel grutto’s als in Nederland. Nog wel, dus.
Grutto staat op de Rode Lijst. In 2015 luidden wetenschappers de noodklok omdat grutto op uitsterven zou staan en dringend meer bescherming nodig heeft.
Geniet er dus maar van als je ze ziet en hoort.

Tekst: Jan Smith
Aquarel: Astrid van Belle