Bij een planteninventarisatie voor Floron heb ik mee kunnen doen in een stuk(je) Nesselande. Bij het ontwerp van de wijk, die pas 20 jaar bestaat, is vooral in steen en beton gedacht. Veel bewoners houden bovendien van een onderhoudsarme en kaal geschrobde tuin. De sportvelden bestaan uit kunstgras. Knappe grasspriet die daar nog wat klaar maakt.
We waren dan ook niet erg optimistisch aan de klus begonnen. Toch zijn er in bermen en tussen tegels altijd weer leuke soortjes te zien, zoals veldereprijs en uitstaande vetmuur. Voor een betere beleving moet je aan de randen van de wijk zijn, en langs de kanten van singels.
Een verwaarloosd privéterrein is altijd een feestje: o.a. bloeiende reigersbek en schijfkamille. De kennelijk nieuwe eigenaar liet ons aarzelend onze gang gaan, ik kreeg de indruk dat hij bang was dat we er een zeldzame plant zouden aantreffen wat een grondige herstructurering in de weg zou kunnen staan.
Gewone veldsla in bloei vind ik niet zo gewoon, erg leuk, had ik niet eerder gezien. Tussen alle heermoes langs de sloot vonden we ook nog holpijp, ook eentje van de paardenstaartensoort, maar dan hol van binnen.
Teruglopend naar de metro werden we verrast met een hele rij moeraszegge langs de Wollefoppenweg. Halverwege verwachtten we het niet, maar we kwamen uiteindelijk toch op een mooie oogst van 115 soorten.
Met dank aan Dick Hoek, die twee keer zo veel ziet als ik. Maar ik blijf oefenen.
Tekst en foto’s: Josien Hofs