Een beetje onwennig is het als de ploegen van Rotta Actief, Trefpunt en Natuurwerk op een donderdag hun werkkleding hebben thuisgelaten.
De vogels gaan nestelen, dus wij mogen niet meer door hun domeinen struinen.
Onder de tafel met koffie en vlaai zag ik de nette schoenen van mijn buurman en bedacht dat die met een uur onder het cement zouden zitten. Klaas was al met de mixer bezig geweest en Ton wist van niets. Ton, een energieke natuurwerker, die mij indertijd als beginneling de beginselen van het werken in de natuur bijbracht: ik ruim nu in de natuur na gedane arbeid alles op natuurwijze op. Over enige tijd zal zijn voetafdruk als erelid van Rotta toegevoegd zijn aan de voetengalerij die de Rotta-pui siert. Bescheiden als hij is, begon hij met een ‘nou nee’, maar z’n gezicht stond vrolijk.
Het werd tijd voor wat buitengebeuren. Sjaak en Hans gingen onze nieuwe wilgenvilla afmaken met wat buitenmeubilair. En de rest toog naar Park de Polder, een ruig tijdelijk natuurgebied in Bergschenhoek. We werden verrast door een aantal veldleeuweriken, zagen het blauw/oranje van de ijsvogel, beoordeelden de staat van bomen en gewassen. En met het hoofd in de wind voelde het heerlijk vrolijk buiten.
’s Middags schoven de mannen van GZH aan en vertelde Anton over het ontstaan en de huidige ontwikkeling van het Koornmolengat, een juweeltje waar we allemaal graag werken. Rien liet zien welk werk er de afgelopen jaren uit onze handen was gekomen en had de uren werk geteld. En bij het afsluitende drankje kwamen GZH-werkers en Rotta vrijwilligers elkaar tegen in hun enthousiasme voor het schoons van de natuur. Een basis om samen te werken.
Tekst: Anneke Zuidervaart