Gidsen: Aria van Ballegoie en Jesse Keyzer. Aantal deelnemers: meer dan 52.

We maken twee groepen: één met Aria als gids en de andere groep met als gids Jesse Keyzer. Elke groep gaat zijn eigen weg. Ik loop met Jesse mee.

 

Aria van Ballegoie, Jesse Keyzer en Hans Sanders

Doorkijkje in het Schiebroekse Park

Er klinkt een kakafonie van vogelgeluiden. De koolmees hoor je boven alles uit met zijn astmatische fietspomp. Vinken zingen uit volle borst met aan het eind die vinkenslagen: “Waar blijft mijn wijvie?” Winterkoningen, roodborsten, staartmezen, groenlingen en halsbandparkieten schetteren gewoon door het verhaal van Jesse heen. We zien en horen zowaar een tjiftjaf, af en toe gaat hij even naar een andere tak, zo van: “Dan kunnen die andere Rotta-mensen mij ook even goed zien”. Lief gedacht.

Een paartje grote bonte specht vliegt over. Je ziet trouwens veel spechtengaten in de bomen. Veel vogels vechten om het bezit van zo’n gat. Een zanglijster laat horen dat hij er ook nog is. Een gaai moet zo nodig laten zien hoe mooi zijn kleuren zijn. Verder zien we het gewone vogelvolk: aalscholvers, wilde eenden, meerkoeten, grauwe ganzen, nijlganzen, eksters, zilvermeeuwen, kraaien, kauwen, houtduiven en hoog zwevend in de lucht een buizerd. Op een takje boven een bramenstruik poseert een heggenmus. De groep van Aria heeft een paartje sperwers gezien.

Vleermuiskast

Het Schiebroekse Park is een echt vleermuizenpark. Dit is het domein van Jesse. Er hangen diverse vleermuiskasten. Het duurt wel vijf jaar voor zo’n kast bewoond wordt. Gemiddeld gaan er 13 vleermuizen in een kast. In het Schiebroekse Park zijn het voornamelijk rosse vleermuizen. Vleermuizen behoren tot de zoogdieren en niet tot de vogels. Jesse waarschuwt ons: raak nooit een vleermuis aan, ze kunnen allerlei ziektes bij zich hebben waaronder ook hondsdolheid. We lopen langs de N209 over een heuvel. Onder die heuvel zit een vleermuisbunker. Deze bunker is niet toegankelijk voor onderzoekers. Niemand weet of er vleermuizen in zitten en al helemaal niet hoeveel.

Wilgenkatjes

Kaardenbollen

Je kunt goed merken dat het voorjaar in aantocht is. Wilgenkatjes, beginnende bloesems bij sierappels en kersenpruimen, kaardenbollen, vroeger gebruikt om viltig wol op te ruwen, berkenzwammen, ontspruitend speenkruid, zo genoemd omdat de bolletjes waar ze uit komen op tepels/spenen lijken, de hyacintachtige bloemen van het groot hoefblad komen op en de groen wordende watercypressen met hun geschubde vruchtjes zijn klaar voor het voorjaar. De vruchtjes van de watercypressen zijn net mini dennenappeltjes.

Schotse hooglander

Schotse Hooglanders houden het hele park opschot vrij. Schotse Hooglanders zijn goeiige dieren, maar pas op: ze zijn onberekenbaar, vooral als ze jongen bij zich hebben. Houd afstand! In het Park zie je veel houtrillen gemaakt van al het hout afkomstig van de afgetopte bomen. Volgens het verdrag van Chicago mogen alle bomen in de aanvliegroute naar een vliegveld maar een bepaalde hoogte hebben. De houtrillen dienen nu als vlucht- en schuilplaats voor kleine dieren en insecten. Het park heeft zich volledig hersteld en ziet er heel mooi uit.

Na afloop van deze plezierige excursie drinken we met een aantal mensen nog even koffie bij Natuurtalent, de stadsboerderij.

Koeiendrenkplaats

 

Verslag en foto’s: Piet Mulder