Roerganger: Hanneke Mulder, gids: Piet Mulder, aantal deelnemers: 2.
Van onze kinderen hebben we een ophokplicht gekregen: geen bezoek, niet op bezoek gaan, gewoon thuisblijven en één keer per dag even een wandelingetje. Boven een bepaalde leeftijd heb je niets meer in te brengen en maken je kinderen de dienst uit. Mijn zoon doet voor ons de boodschappen. Hij woont gelukkig dichtbij, op loopafstand, en dat boodschappen doen van hem is wat ik graag ook na de coronapandemie wil voortzetten. Dus daar zullen we het nog eens over hebben. Mijn kleinkinderen spreek ik regelmatig via de parkeerplaats van de HEMA.
Dat ene uurtje naar buiten voelt aan als een Rotta-excursie. Wij lopen vaak langs de Strekkade en het Prinsemolenpad, maar dat is veel te druk met trimmers en fietsers en wandelaars. Je kunt hier onmogelijk de 1,5 meter afstand aanhouden.
Wij lopen nu langs het Beatrixplantsoen (evenwijdig aan de Strekkade) en gaan dan bij het bruggetje bij het sluisje links af het Prinses Beatrixplantsoen in. Hier lopen heel weinig mensen. Het is een heel rustig gebied met een weelderige plantengroei. Het Beatrixplantsoen ligt tussen het sluisje en de Irenebrug. Veel vogels vinden hier hun tehuis.
We zien grauwe ganzen. Deze dieren behoren bij Hillegersberg. Er zit al jaren een grote kolonie van deze dieren hier op de kruising van de Streksingel en de Weissenbruchlaan. Het verkeer houdt hier al rekening mee. Grauwe ganzen hebben te allen tijde voorrang. Verder zijn hier veel nijlganzen, meerkoeten, waterhoentjes en blauwe reigers. Deze zitten vaak naast vissers in de hoop dat die vissers de gevangen visjes naar hun smekende snavels toewerpen.
Blauwe reigers vliegen ook niet meer op als je langs hen loopt. Zij zijn één met het gewone volk. Kauwen, halsbandparkieten, merels, koolmezen, roodborsten en tjiftjafs zijn hier de thuisvogels. Wilde eenden zitten hier volop. Opvallend is dat er meer woerden zijn dan vrouwtjes. Je leest dit ook in de artikelen van Vogelmagazine en andere tijdschriften. Een reden hiervoor weet men niet. Pullen heb ik nog niet gezien. Daarvoor is het nog te vroeg. De grote bonte specht laat met zijn geroffel horen dat die er is en de groene specht zit ons uit te lachen.
De planten komen nu op. Ik ben nog een beetje te vroeg, nog een paar weekjes en dan staat alles in volle bloei. We zien het begin van de grote klit, je ziet alleen de bladeren, de bloemen moeten nog komen. Groot hoefblad, opkomend fluitenkruid, brandpastinaak, stinkende gouwe, kantige basterdwederik, gewone berenklauw, raapzaad, fluitenkruid, speenkruid en nog veel andere planten. Het moet allemaal nog komen.
Na een maand vraag ik weer eens een uurtje verlof aan en dan ga ik hetzelfde rondje nog eens lopen. De lente komt eraan, het begin is er, maar nog even geduld. Veel sterkte allemaal.
Tekst en foto’s: Piet Mulder.