Een stralende dag. Volop zon en de regenkleding kan thuisblijven.
Roerganger: Cor van de Lustgraaf.
Natuurgidsen: Cor van de Lustgraaf en Dick Hoek.
Aantal deelnemers: 18.
Achttien enthousiaste mensen willen dolgraag de hei op en onder de bezielende leiding van Cor van de Lustgraaf, onze penningmeester, gaan we op pad.
De meeste heideplanten zijn struikheide (Calluna) en dopheide (Erica). Dopheide herken je aan de rode/oranje bloemetjes. We zien grote balsemienen vol in bloei. Deze plant trekt veel hommels aan, maar is toch echt een invasieve exoot, een woekeraar, maar wel mooi. Mooi om te zien zijn klein springzaad, waternavel, pitrus, pijpenstrootje en vuilboom of sporkehout. Vogels zijn gek op de bessen van die boom. We zien veel verdroogd veenmos en bosbes. Op een verrotte boomstronk ontspruiten een lariks en een berk. Nieuw leven op dood hout. Die kreet komt me zeer bekend voor. We zien gewoon biggenkruid en langs een pad staat het vol met bijvoet. Deze plant gebruikten de Romeinen ter voorkoming van blaren aan hun voeten.
De verdroogde vennen die we zien zijn ontstaan door turfwinning. In vroegere jaren werd er één plas gebruikt als zwembad, de andere plas werd een kanovijver en de derde plas werd een schaatsbaan. Nu zijn die vennen in de oorspronkelijke staat hersteld. Normaal staat er een meter water in die vennen, maar door het droge en hete weer van de afgelopen tijd liggen ze zo goed als droog. Zwemmen, kanoën en schaatsen moet je nu ergens anders gaan doen.Het gebied wordt opengehouden door Piëmontese koeien en heideschapen. Toch zie je nog veel opschot staan (dennen en berken) en er is veel vergrassing van de heide. Meer en betere begrazing zou geen kwaad kunnen.
Vogels zien we niet zoveel. Dit zal wel komen door de hitte. We horen of zien een grote bonte specht, een boomkruiper, een roodborsttapuit, witte kwik, bij het ven zeven holenduiven en bij het restaurant veel huiszwaluwen en een paar parelhoenders. Hoog in de lucht vliegen twee vogels. Ze zitten zo hoog dat we niet goed kunnen zien wat dat voor vogels zijn. De één zegt torenvalken, de ander zegt gierzwaluwen en weer een ander zegt buizerds. Ik stel voor dat je zelf mag kiezen wat je denkt te hebben gezien.
Tot onze grote verbazing zien we nog veel paddenstoelen. Zou je niet verwachten met al die hitte en die droogte. Mooie parelamanieten, oranje/gele koraalzwammen, tonderzwammen, veel aardappelbovisten en russula.
Tot slot: bij een ven zitten drie blauwe libellen, volgens de gidsen zijn het watersnuffels. Ook vliegt er een houtpantser (een libel) rond.
Nou, dit was het wel zo’n beetje. Het was een mooie, lange, warme tocht. Dank aan de roerganger en de gidsen en dank aan alle deelnemers.
Verslag en foto’s: Piet Mulder