Excursie: Ankeveense plassen 27-9-2014. Op deze prachtige herfstdag wandelen we met 25 personen een route van 11 kilometer door het waterrijke plassengebied van de Ankeveense polder.
Met lichte mist vertrokken, wordt het geleidelijk aan steeds helderder tot de zon goed doorkomt. U kunt zich voorstellen dat we onderweg genoten hebben van de wazige beelden met, soms onverwachts, een helder doorkijkje op het weiland met groepjes meeuwen.

 

Vanaf het vertrekpunt bij het bezoekerscentrum Gooi en Vechtstreek begint het vogelen al. Merels vliegen heen en weer in de nabijgelegen appelgaard, gaaien zijn er druk bezig met het verstoppen van eikels voor de wintervoorraad. Ik vang kort het geluid van de grote bonte specht op, evenals het gekwetter van de boomklever die in de dikke beuken zijn kostje bij elkaar zoekt en onze aandacht vraagt.

Langs de huizen aan de Noordereinde lopend, weerklinkt vanuit de tuintjes regelmatig het vertrouwde lied van de roodborst. De huismus is hier nog gewoon te zien, voor hem geen rode lijst. Een ekster vliegt uit de struiken op als we door het klaphekje gaan en dan langs een weiland komen waar we twee foeragerende ooievaars, een blauwe reiger en een zilverreiger zien. Wat dichterbij grazen enkele grauwe ganzen en wilde eenden.
Aan het eind van het pad gekomen staat een ooievaarsnest met een camera erop gericht, nog van het TV programma ‘Beleef de lente’.

Vanaf dit punt begint de eigenlijke wandeling, we lopen een rechthoek: een breed stuk grasland aan weerskanten begrensd door een rietkraag, waarachter water. Hier en daar zijn de oevers al meer verland en groeien er meidoorn, berk en zelfs de eik. Met de warme zon in de rug lijkt het bijna voorjaar terwijl de tjiftjaf, koolmees en winterkoning zingen.

Tijd voor een koffiestop. Als iedereen gezellig zit te kletsen en te drinken zorgt Jan-Kees voor consternatie. Wat heeft hij nou aan zijn broek hangen? Een kreeft! Een prachtige Amerikaanse rivierkreeft. Eerst schrikken we, maar dan komen we naderbij om het dier te bekijken. Het lijfje is donkerbruin vol rode spikkeltjes, de scharen en poten knalrood en hij mist een voelspriet. Het is een driftig baasje want hij dreigt voortdurend door met zijn scharen hoog geheven in de lucht te graaien. Ja, je moet wat als je door 25 man wordt aangestaard. Als hij door iedereen bewonderd is en op de foto gezet, wordt hij vlakbij de rietkraag neergezet, in de veronderstelling dat hij vandaar was ‘meegelift’ met Jan-Kees toen hij bij het water stond. Niets is minder waar, want even verderop zit er midden op het pad een jong kreeftje met maar één schaar. Ze graven zich in de grond in en je kunt het dus niet altijd voorkomen dat je, zonder er erg in te hebben, op trapt. We hebben er in totaal wel een achttal gevonden.

Als we de tocht vervolgen zien en ruiken we een stinkzwam. Hij doet zijn naam eer aan, maar er is nog geen vlieg op afgekomen. Deze komen op de lucht af, zetten zich neer op de paddenstoel en verspreiden zo de sporen.
Vanaf de plas klinkt voortdurend de bedelroep van twee jonge futen (gestreept koppie en nek) die zich liever nog even laten bedienen voor ze zelf op voedseljacht gaan. We richten de kijker op een eilandje waar we een blauwe reiger, een aalscholver, meerkoet en fuut waarnemen. In de heldere lucht zwermen al kleine groepjes spreeuwen, een vlucht landt even kort in de meidoorns en vliegt snel weer op om zich bij de anderen te voegen. Op de grond vinden we een ‘bessenhoop’ van een vos. Een miauwend geluid verraadt dat er een buizerd in de buurt is.

En welke vogels vliegen daar zo hoog?
Je ziet voornamelijk een wit onderlichaam met twee zwarte flappen van de vleugels, als ze verder zijn maakt het zonlicht er zilveren stippen van. Het zijn kieviten die waarschijnlijk uit Scandinavië komen. Een sperwer verschijnt op het toneel en zorgt voor onrust. Steeds meer vogels gaan de lucht in, zelfs de grote aalscholvers.
Twee korte pootjes, een lange staart, een beetje golvende vlucht zijn kenmerken van een andere overvlieger, een witte kwikstaart. Zo nu en dan fladdert er een koolwitje rond en zelfs een bont zandoogje en nog een oranje luzernevlinder. Ook diverse grote libellen die we niet op naam weten te brengen, ze zijn dan ook erg snel en wendbaar.
Een groen kikkertje springt net op tijd weg, voor een grote bergschoen de grond raakt.
De kopgroep ziet twee knobbelzwanen, tafeleenden en een bruine kikker.

Wat opvalt is dat hier de Amerikaanse vogelkers groeit, waarschijnlijk door vogels verspreid, we zien verder de gewone vogelkers en de lijsterbes. Nog bloeiende springbalsemien, koninginnenkruid en klaver.
 
We lunchen aan een plas, waar wel libellen zijn maar helaas geen enkele boomvalk. Dan twee overvliegende gaaien en één, twee, drie, vier en uiteindelijk vijf buizerds hoog in de lucht cirkelend en roepend.
Op de terugweg stuiten we op een groepje onbekende eenden. Er is wat gelijkenis met de smient, maar zonder de gele kopvlek en met een blauwige snavel. Anderen denken eerder aan de kuifeend. De meningen zijn verdeeld en door onze belangstelling vliegen ze op. Wie heeft een foto kunnen nemen?
Als laatste waarneming nog een paartje krakeend.

Het laatste stuk vergt nog wat inspanning, het is behoorlijk warm in de zon en we laten ons bij aankomst het drankje op het terras dan ook goed smaken. Even uitpuffen en napraten, waarna we nog een bezoekje brengen aan het bezoekerscentrum. Hier is op een grote maquette de hele streek in beeld gebracht. Het stuk waar we gewandeld hebben is nog maar een klein deel. Er is voor een volgende keer nog genoeg over om te beleven. Er worden boekjes gekocht en dan nemen we afscheid van elkaar en vertrekken richting huis.

Hartelijk dank aan de organisatoren Henk en Jan-Kees, en de topchauffeurs die er weer een hele geslaagde dag van hebben weten te maken.

Ina Geenen