Vrijwilligers van de natuurwerkgroep van Natuur- en Vogelwacht Rotta werken aan meer natuurlijke bosranden in Park de Polder in Bergschenhoek. En dat is goed nieuws voor de natuurontwikkeling in dit gebied! Het werk vindt plaats met instemming van de gemeente Lansingerland.
In de komende jaren krijgen de bosvakken meer ecologische bosranden. Geleidelijke overgangen van bos naar het grasland zijn belangrijk voor veel soorten insecten, vogels en bodemdieren.
Park de Polder in Bergschenhoek is iets meer dan 10 jaar geleden aangelegd als natuurlijke verbinding tussen het natuurgebied de Vlinderstrik en de nog te bouwen wijk Wilderszijde. Het park in de Boterdorpse Polder West is zo’n 20 hectare groot en Rotta onderhoudt de bospercelen en de knotwilgen langs het bekende wilgenlaantje. Bij de inrichting van het park is gekozen om de oorspronkelijke kenmerkende rechte lijnen in het polderlandschap te handhaven. Droge, natte, open en besloten gebieden wisselen elkaar af. De bomen zijn al flink gegroeid en vormen de kern van de bospercelen.
De grenzen tussen bos en grasland zijn echter nog scherp en dat is geen natuurlijke situatie. Een goede bosrand bestaat nl. uit een mantel met struweel van struiken of hakhout. De buitenste rand vormt de zoom en die bestaat uit bloemrijke ruigtekruiden. Bij elkaar vormt zo’n bosrand een heel geleidelijke overgang van de bomen naar de omliggende graslanden.
Een goede bosmantel biedt verschillende habitats voor o.a. amfibieën, struweelvogels, uilen, roofvogels, insecten, marterachtigen, muizen en egels. Typische struweelvogels zijn blauwborst, roodborsttapuit, grasmus, heggenmus, winterkoning, kneu en fitis. Vogels vinden er natuurlijk voedsel, schuil- en nestelplekken.
Om dit bereiken worden veel nieuwe soorten lage bomen en struiken aangeplant. De oorspronkelijke beplanting in de bosjes zijn vooral wilg, zwarte els, berk en meidoorn. In de bosranden komen er maar liefst acht nieuwe soorten bij, nl. sleedoorn, sporkehout, wilde roos, vogelkers, lijsterbes, krenteboompje, zwarte bes en kardinaalsmuts. In combinatie met wilgenhakhout en takkenrillen ontstaat een heel afwisselende bosrand.
In februari is gestart met het uitdunnen van de bosranden en het verwerken van het snoeihout in nieuwe takkenrillen. Binnenkort gaan de jonge boompjes en struiken de grond in. De gemeente Lansingerland levert het plantgoed en de Rotta-natuurwerkers zorgen voor de aanplant.
Tekst en foto’s: Henk Starink