Een vroege publiekswandeling in het Bentwoud
Om 08.00 stonden we met zo’n 15 a 20 liefhebbers klaar om onder leiding van Rien van der Vorm het Bentwoud te verkennen, vooral op zoek naar de vroege vogels. Het was zoals aangekondigd een groot rondje, en we waren dan ook pas om 11.00 uur terug bij het startpunt. Onderweg waren er wel wat uitdagingen, zoals een steil hellinkje naar beneden en een heel smal plankje over een tamelijk brede sloot. Maar we hebben het gered, al dan niet met even omlopen.
Toen het werd aangelegd werden veel bomen aangeplant in rijtjes, dat gaat nu allemaal anders dan toen. Wat je ook gaat zien is dat na 20 jaren bomen het loodje leggen omdat het behoorlijk nat is, een abeel kan daar bijvoorbeeld niet zo goed tegen. Maar, zoals we altijd van Rien leren, dood hout is een bron van nieuw leven. Er worden nu kleinere groepen bomen aangeplant, wel in groepjes maar wat verder uit elkaar, zoals wilgen, haagbeuken en winterlindes. Deze soorten worden aangemerkt als bijdragend aan de biodiversiteit in het gebied.
Klein hoefblad
Sleedoorn
Van de lentebloeiers troffen we speenkruid, klein hoefblad, paardenbloem, grote ereprijs, vroegeling, kroontjeskruid en kleine veldkers. De sleedoorn staat al voor een deel in bloei, een naaktbloeier die eerst bloemen maakt en daarna pas blad. We zagen ook rode ribes met bloemen, een verwilderd exemplaar, afkomstig uit een tuin of park. Een exoot dus, die hoort daar eigenlijk niet. Of dat in het Bentwoud veel kwaad kan weet ik niet, in duingebieden wordt die wel bestreden omdat de inheemse begroeiing erdoor bedreigd wordt. Ook hier een daar een flinke pluk hangende zegge, met de kenmerkende driekantige stengel. Veel planten kondigen zich al aan met blad of rozetten, een van ons wijst op een bijzondere midden in een veld; Obsidentify biedt uitkomst: grote kaardenbol.
Grote kaardenbol
Omdat er nog geen blad aan de bomen zit zagen we aardig wat vogels, maar we moesten het, zeker in eerste instantie, vooral van gehoor hebben. Tjiftjaf, roodborst, winterkoning, vink, zanglijster en koolmees hoorden we het meest. Leuk een troepje staartmezen te zien, altijd in de weer. De roodborsttapuit liet zich goed bewonderen, die zit graag op een uitkijkpunt, voor ons ook prettig. De eerste veldleeuwerik liet zich horen in het open veld. Verder nog heggenmus, buizerd, torenvalk, kuifeend, wilde eend, krakeend, knobbelzwaan, meerkoet en een paartje futen. De lente is begonnen.
Wat is dit?
Opmerkelijk (zie foto) een geval hoog in een boom, wellicht een plek voor insecten die kunnen helpen ter bestrijding van de eikenprocessierups.
Zoals zo vaak zit de verrassing in de staart: vlak voor we kunnen uitblazen in restaurant Roest zien we zo maar 6 exemplaren van de rozet van de bijenorchis staan.
Het was weer een leuke, afwisselende en leerzame wandeling onder leiding van Rien, en zoals meestal bij de Rotta-activiteiten was het prachtig weer. Een natuurgebied als het Bentwoud is in alle seizoenen de moeite waard, maar terugkomen in juni is zeker leuk omdat er dan bijzonder veel in bloei staat.
Verslag en foto’s: Josien Hofs
