In 2020 maakten de bordjes bij de Limiettocht en de Kooipolder (tussen Bergschenhoek en Bleiswijk) de belofte waar: een bloeiende pracht met heel wat insecten en vlinders (zij het dat de variëteit nog niet heel groot was). Maar nu zullen voorbijgangers de wenkbrauwen fronsen bij de inmiddels niet meer passend lijkende tekst.
Eind augustus na een lange droge periode is allicht niet de beste tijd, maar ook vorige zomer viel me al op dat lang niet alle ingezaaide soorten terugkomen. Het stukje Kooipolder is zo te zien helemaal verruigd. Op het Patrijzenveldje aan de overkant staat de grote kaardenbol volop, uiteraard uitgebloeid. Daartussen nog enkele andere zoals wat beemdkroon, glad walstro, knoopkruid en kompassla.
Langs de Limiettocht veel gras, enkele ingezaaide soorten houden dapper stand. Wilde cichorei is zoals bekend een echte diehard, die redt het allicht. Behalve grote kaardenbol nog wat kaasjeskruid, scherpe boterbloem, jakobskruiskruid, akkerdistel en akkermelkdistel, dat is het dan wel voor zover ik kan zien.
Uiteraard is dit niet meer dan een indruk tijdens een wandeling. De vragen die het bij me oproept zullen vast wel een antwoord vinden. Was het zaaimengsel niet geschikt voor deze grond? Leverde het beheerplan niet het gehoopte resultaat? Is de aanhoudende droogte een doorslaggevende factor? Of ben ik te ongeduldig, dat kan natuurlijk ook. Ik ga maar eens te rade bij de Rotta-leden die het echt weten, in de Aves Visum van komende winter kunnen we er dan meer over berichten.
Een aanpassing op de informatiepaneeltjes zou te overwegen zijn: “hier wordt gewerkt aan”, zonder verwachtingen te wekken.
Teruglopend lacht het altijd parate duizendblad me toe vanuit de berm: het kan zo warm of koud niet zijn, pas gemaaid of betreden, het is er.
Tekst en foto’s: Josien Hofs