Om even voor zes uur vanochtend wandel ik, gewapend met camera en kijker, samen met een stuk of twaalf vogelcursisten en drie begeleiders over een pad naar de Zevenhuizerplas.

De andere helft van de cursistengroep loopt de wandeling in tegengestelde richting.

Zonsopkomst boven het Dode Populierenbosje

De zon is zojuist opgekomen en zet het landschap voor eventjes in een warme oranje gloed. Vanaf de top van een kale boomstam loert een kraai op een van de nestholten in de stam die dienst doet als spreeuwenkraamkamer. Boven op een andere dode boom warmt een aalscholver zich aan de eerste zonnestralen.

Pad langs de Noordoever

Aria laat ons even halthouden en daagt ons uit te proberen een naam te koppelen aan de verschillende vogelgeluiden. Er is een koekoek met alweer een schorre ‘koek’ op het eind, er klinken vinken, mezen, winterkoninkjes en tjiftjaffen en af en toe ook een groenling.

Rietgors

Dan lopen we verder langs het Adriaan Huysmanpad en turen in de rietlanden aan de Noordoever van de plas naar blauwborst, rietzanger en kleine karekiet, die we wel horen maar nauwelijks te zien krijgen. Verschillende rietgorzen fladderen vechtend door het hoge riet. Soms schiet er eentje in een baltsvlucht omhoog om vervolgens na een vrije val in de dichte begroeiing te verdwijnen. Vanuit een struik heeft een fitis het hoogste lied. Boven onze hoofden zien we lepelaar, blauwe reiger en roerdomp met hun verschillende vleugelslag voorbij vliegen. In de dichte rietkragen zoeken we tevergeefs naar het woudaapje dat wel ergens moet zitten, we horen hem duidelijk ‘blaffen’, maar hij komt niet in beeld.

Op het water is een stelletje dodaarzen bezig, makkelijk herkenbaar aan het vuilwitte ‘poederdons’ op het achterlichaam, waaraan deze kleinste fuut zijn naam “dodde-aars” te danken heeft. Aria maakt ons attent op het typische lage gesnor van de snor, maar de vogel heeft zijn snor gedrukt en komt niet meer in beeld.

Zomertaling

Eendragtspolder

We steken de Middelweg over en wandelen langs de dijk van de Eendragtspolder langzaam weer richting ons startpunt. In de lucht klinkt het zingen van meerdere veldleeuweriken.

In het naastgelegen plas-drasgebied zien we een zomertaling met zijn prachtige verenkleed. Het is duidelijk een grondeleend, want zijn fraai getekende kop zit meer onder water dan er boven. Op een slikbank leert een moederkluut haar jongen foerageren. Een tafeleend met zijn karakteristieke roestbruine kop, zwarte hals en grijze rug kijkt ons met zijn priemende rode oog argwanend aan. Bewegingloos drijft hij achter een grote bos biezen uit het zicht.

Tafeleend

Veel vogels, veel spotters

Het is een zeer vogelrijk gebied en om die reden zeer geliefd is bij vogelspotters. Ook die zien we her en der tussen de rietkragen verscholen, geduldig wachtend op die ene bijzondere vogel voor de lens. Tegen half negen komen we weer terug op de parkeerplaats vanwaar we 2,5 uur eerder vertrokken voor deze wandeling van amper 2,5 kilometer.

Terug bij het Trefpunt wacht ons nog een uitgebreid, door een aantal enthousiaste leden voortreffelijk verzorgd ontbijt.

Rest mij aan het eind van dit verslag nog alle betrokkenen hartelijk te danken voor deze prettige en vooral leerzame vogelcursus.

Tekst en foto’s: Jan Smith