Vroeg op! Om half vijf vanochtend zit ik slaapdronken op de rand van mijn bed en denk: ‘zo vroeg opstaan om ergens bij de Rottemeren naar vogeltjes te kijken? Ik lijk wel niet wijs!’

Maar anderhalf uur later voeg ik me, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, bij mijn medevogelcursisten voor een praktijkles in natuurgebied De Wiebertjes aan de noordrand van recreatiegebied het Hoge Bergse Bos in de gemeente Lansingerland.

Veel te zien en te horen

De zon is nog maar net een kwartier geleden opgekomen en probeert nu door de grijze lucht heen te breken. Af en toe strijkt er gouden licht over het rimpelloze water van de grote plas waarlangs we wandelen.

Het gebied kenmerkt zich door allerlei verschillende biotopen. Op de kruiden- en bloemrijke heuvelhelling hebben tjiftjaffen en winterkoningen het hoogste lied en op een kale tak van een eenzame struik spotten we zowaar een grasmus.

Grasmus

Op de uitgestrekte plas dobberen krakeenden, futen en wilde eenden. Op de nadering van onze 27 leden tellende groep rent een meerkoet tientallen meters razendsnel over het water op zoek naar een veilig heenkomen op de tegenoverliggende oever. In smalle kreken zoeken we tevergeefs naar de roerdomp, maar zien er wel een stel kuifeenden zwemmen.

Vanuit de hoge rietkragen horen we het geluid van rietgorzen, rietzangers en blauwborsten, pietepeuterige vogeltjes die zich maar moeilijk laten spotten. Af en toe schiet er echter plotseling zo’n bruin bolletje omhoog om vervolgens weer snel naar beneden te vallen – ‘een typische baltsvlucht’, vertelt Aria. Rien maakt ons attent op de zang van de kleine karekiet ergens diep verscholen in het riet.

De Wiebertjes

Bloeiend Rotta-gebied

We lopen langzaam verder over het door Rotta-vrijwilligers gemaaide, moerasachtige pad met aan weerszijden hoog opschietend hagelwitte fluitenkruid en uitbundig geel bloeiend koolzaad terwijl onze gidsen ons regelmatig attent maken op weer een ander vogelgeluid. Af en toe lopen we door een geurige wolk van bloeiende meidoorns die her en der verspreid langs het pad staan.

Koekoek

Schorre koekoek

Als vanuit de verte de roep van de koekoek klinkt, worden alle kijkers op de bosrand gericht in afwachting van de komst van die aparte vogel. Ons geduld wordt niet lang op de proef gesteld, want even verderop strijkt een mannetjeskoekoek neer in de top van een hoge berk. De slanke kop met korte snavel, de lange staart en puntige, naar beneden vallende vleugels, springen direct in het oog.

Zijn karakteristieke roep heeft vandaag iets eigenaardigs: de ‘koe’ klinkt zoals het hoort, maar de ‘koek’ heeft een schorre verbuiging. Als ieder groepslid de vogel door zijn of haar kijker heeft kunnen bestuderen, vervolgen we de tocht door dit wonderschone gebied.

2,8 kilometer in ruim 2,5 uur

Toegegeven, het is zeker geen wereldrecord, maar daar waren we vanochtend uiteraard ook niet naar op zoek.

Aan het eind van deze veldles vogelherkenning kan wel worden vastgesteld dat iedereen vele ervaringen rijker op huis aan gaat.

Met dank aan alle ervaren begeleiders.

Tekst en foto’s: Jan Smith