Deze week vermeldt mijn agenda een ledenexcursie naar de Zouweboezem. Tja, dan maar alleen op pad. Een aantal jaren geleden waren we daar met een klein Rottaclubje, onder leiding van Henk Zomer. Het was nog niet officieel zomer maar wel zomers warm, net als deze week. Ik weet nog dat de hele route me wat te veel leek, dus halverwege ben ik destijds afgehaakt, vooral omdat er nergens beschutting is. We genoten enorm van de zwarte sterns die in supersonisch tempo hun jongen aan het voeren waren op de vlotjes die het Zuid-Hollands Landschap daar neergelegd heeft. Het is nu wat vroeger in het seizoen, ze zitten al wel te broeden, maar van kroost is nog niets te zien. Wel spectaculair hoe enkele tientallen sterns over het water scheren. Je hoort ze trouwens op het pad al.
Het plekje waar je kunt kijken biedt plaats aan misschien wel 10 tot 15 mensen, maar dan moet je naast elkaar zitten. Toen ik aankwam schrok ik wel even van het aantal auto’s, maar gelukkig hadden de natuurliefhebbers zich al aardig verspreid en kon ik op mijn gemak genieten. Het was trouwens weer erg warm, zeker voor de tijd van het jaar. Het is echt een spektakel hoe de sterntjes met hele groepen door de lucht scheren en voedsel halen / brengen aan de broedende ouders, zo’n 10 a 12 nesten lijkt het. Van de nieuwgierige bezoekers trekken ze zich niets aan. Ook enkele kuifeenden zitten in het gebiedje voor nageslacht te zorgen, vader kuif wijst een rivaal die te dichtbij komt even ferm zijn plaats. In het riet eromheen hoor je van alles, de enige die ik goed te zien krijg is de kleine karekiet, en ik hoor het kenmerkende geluid van de snor.
In de weilanden en in de lucht mooie aantallen grutto’s. Op het pad naar het vogelkijkscherm kom ik meer liefhebbers tegen, maar iedereen gedraagt zich corona-hoffelijk dus dat is plezierig. Op de plas zit die verdraaide kokarde-zaagbek die we in ons gebied al vaker zagen, ook hier weer bij een groepje kuifeenden. Verder tafeleend, slobeend, krakeend, zomertaling, grauwe ganzen. Vandaag geen purperreiger gezien, volgende keer hopelijk meer geluk.
De flora is vooral ontluikend: bitterzoet in knop, dotterbloemen, echte valeriaan, echte koekoeksbloem, en veel soorten gras, zoals gestreepte witbol, pluimzegge, grote vossenstaart, en nog veel meer die ik zo gauw niet van een naam kan voorzien. Het is een prachtig gebied, met doorkijkjes over het water, riet, een oude boomgaard, polderland.
Maar wat mis ik toch ons Rotta gezelschap, ik zie echt veel minder als ik alleen ben, en het is uiteraard een stuk minder gezellig. Deze keer maak ik de route evenmin af, maar dat is vooral omdat ik een afspraak bij de kapper heb, die doet of hij me niet herkent….
Als we volgend jaar dit bijzondere gebied willen bezoeken hoop ik dat we weer kunnen carpoolen, veel parkeerruimte is er niet, en in de broedtijd is het erg populair. Terugrijdend zie ik dat er aan de andere kant van de Lekdijk / Achthoven ook een kleine parking is gecreëerd, dat scheelt alweer. Horeca is er niet, wel enkele nu gesloten gelegenheden in het dorp Lexmond en het wegrestaurant bij Meerkerk, goed om te weten. Over een paar weken ga ik nog eens kijken of er al kroost te zien is.
Hopelijk is dit het laatste bericht over een afgelaste excursie, en kunnen we over niet al te lang weer samen van het buiten zijn gaan genieten.
Tekst en foto’s: Josien Hofs