Voor het vierde jaar op rij maaien de Rotta-natuurwerkers de idylle in het Offenbachplantsoen in Berkel en Rodenrijs. Donderdag 17 september 2020 is een heerlijke nazomerdag en iedereen heeft er zin in. Zoals gebruikelijk pakt iedere vrijwilliger gereedschap naar keuze. Willem en John bedienen de maaibalk en de rest gaat met de zeis, de rijf of riek aan de slag. Margriet plukt nog gauw een veldboeket van de laatste bloeiende planten.
Het valt op hoeveel verschillende soorten insecten, vlinders, kikkers en padden in het hoge gras verscholen zitten. Bijen en hommels doen zich tegoed aan de nectar op de bloemen van klaver, knoopkruid, koekoeksbloem, wilde bertram, grote kattenstaart, boerenwormkruid, cichorei, watermunt, sint-janskruid en gele toorts. Op de heuvels in het midden van het terrein zien we veel muizengaten in de grond. Bij elkaar is het een teken dat er volop voedsel te vinden is. Goed nieuws is dat elk jaar nieuwe soorten kruiden, bloemen en dieren in de idylle verschijnen. Deze ochtend ziet Rien al snel een nestje van een dwergmuis, het kleinste knaagdier van Europa. Het is op deze plek een nieuwe soort en een teken dat de vegetatie zich in een goede richting ontwikkelt.
Naast veel padden zagen we deze zomer een kleine watersalamander. Tijdens zijn regelmatige vlindertellingen telt Bertus Bernhard tot wel 18 soorten vlinders in de idylle. De meest geziene vlinders zijn klein en groot koolwitje, distelvlinder en icarusblauwtje.
Bij de kruiden zien we opeens bloeiende wilde marjolein, niet heel bijzonder, maar beslist een aanwinst voor de insecten. Deze zomer zagen we bij de natte rietoever al enkele gevlekte rietorchissen en moerasandoorn, die hier beide vorig jaar voor het eerst zijn gezien. Ook de heldergele heelblaadjes, grote teunisbloem en zwarte toorts bloeien op deze plek dit jaar voor het eerst.
In augustus telde ik samen met Jan Greeve bijna 40 soorten bloeiende planten en kruiden, vooral op de nattere delen aan de waterkant en op de zonnige, droge zandheuvels. Ieder seizoen is wel iets moois te zien. Zwammen op de dode boomstammen tonen ons dat ook de afbraakprocessen in de natuur altijd doorgaan.
Er zijn naast nieuwe soorten ook punten die nog aandacht vragen. Op de vlakke terreindelen langs het fietspad groeien naast klavers nu vooral grassen en ruigtekruiden, zoals brandnetels en zuring. De eerste aanblik van de idylle is daardoor nog niet zo kleurrijk als veel buurtbewoners het graag zien. Jaarlijks is er overleg met alle bij het beheer betrokkenen over de ontwikkeling van de idylle. Hopelijk lukt het om maatregelen te nemen, zodat in komende jaren nog meer kleur en leven in de idylle te ontdekken is. Andere minpunten zijn de hondenpoep op de paden en de achtergelaten troep, zoals blikjes en flesjes. Het zou mooi zijn als meer buurtbewoners zich actief willen inzetten om de idylle netjes te houden.
Maaien is 2x per jaar nodig voor een goede ontwikkeling van de vegetatie op de langere termijn. Het maaien van de ruim een halve hectare grote idylle gebeurt zorgvuldig aan de hand van een vastgesteld maaiplan. Het maaien gebeurt in twee fasen op meerdere momenten in het jaar, zodat voor insecten en bodemdieren altijd genoeg voedsel en schuilplaatsen beschikbaar is. De eerste grasrijke delen zijn eind april gemaaid en de laatste maaibeurt is in oktober of november. Veel rozetten van nieuwe planten zijn dan al zichtbaar. Het is ieder voorjaar weer spannend om te zien hoeveel kruiden en bloemen de winter hebben overleefd. Droge en natte periodes in de lente en de zomer hebben veel invloed op groei en bloei.
De idylle in het Offenbachplantsoen is in 2016 aangelegd in opdracht van de gemeente Lansingerland na een burgerinitiatief van Jan Greeve uit Berkel en Rodenrijs. Er zijn meerjarige afspraken gemaakt tussen de gemeente en Rotta over het beheer, zoals het 2x per jaar maaien van de laagste delen en de heuvels in de idylle. De rest van het maaiwerk voert een groenaannemer uit in opdracht van de gemeente.
Tekst en foto’s: Henk Starink