Vanaf de Hesseplaats vertrokken rond 8 uur ’s ochtends 22 enthousiastelingen om gezamenlijk vogels te gaan spotten op de Zuid-Hollandse eilanden en Zeeland.

Verslag 1: Hans Sanders

De eerste stop was als vanouds bij de buitenhaven van Stellendam. Zowel de middelste als de grote zaagbek werd hier snel gespot. Bovenop de dijk zagen we de vele ganzen en eenden rusten en foerageren op het drooggevallen strand. Heel in de verte lagen wel 40 zeehonden op een zandplaat. Omdat het wel een koud hoekje was zo boven op de dijk met de winterse wind, werd er doorgereden naar de “Kwade Hoek“.

De Kwade Hoek is een brak nat weilandengebied dat doorsneden wordt door oude kreekrestanten. ’s Winters is het een goed ganzengebied met vaak duizenden brandganzen en in het voorjaar komen er veel weidevogels voor. Je kan hier goed zien dat het land en de zee continu in beweging zijn met telkens weer nieuwe duinvorming en verplaatsing door de wind. We liepen – met een omweg vanwege de nattige paden – door een oude duinenrij via de tussenvallei naar de volgende duinenrij. Door de harde wind waren er niet veel vogels actief. Wel werden er in de verte grote zilverreigers, een lepelaar en een kleurloze kiekendief gezien en hoorden enkelen een cetti’s zanger. Dat is niet moeilijk want deze vogel zingt altijd met de volumeknop op vol vermogen.

749 a

Ook komen we de Jutbak tegen van www.verlosdezee.nl . Een geweldig initiatief van kunstenaar Matthijs Lievaart in samenwerking met lokale kustbeherende instanties.

De reis werd na deze heerlijke “winter”wandeling voortgezet naar de Brouwersdam. Op diverse plaatsen werden er uiteraard diverse vogels gespot, zoals de grote stern, steenlopers, paarse strandlopers, drieteentjes, zwarte zee-eenden (voornamelijk bruine vrouwtjes), een aantal eiders (altijd mooi), brilduikers, aalscholvers, futen, tureluurs en scholeksters. Op de grote asfaltvlakte naast de sluizen streken zomaar 6 rotganzen neer en waren er veel “bedel”meeuwen (je kon niet ongemerkt lunchen).

Als vanouds lieten de grijze en gewone zeehonden zich volop bewonderen bij de sluizen. Na al deze hoogtepunten, werd er terug gereden naar een restaurant halverwege de dam. Hier was nog een mooi hoekje vrij, zodat de inwendige mens goed verzorgd kon worden en vooral de penningmeester zich flink liet fêteren (dat hoort bij de functie).
Normaal werd er vanaf hier doorgereisd naar de “inlagen” in Zeeland, maar vanwege de gesloten bruggen bij Hellegatsplein werd er nu via de Goeree teruggereisd. De naam Zeeland excursie blijft kloppen daar wij op de noordhoek van Zeeland op de Brouwersdam ruim vogels gespot hebben.

Door naar de volgende hoek, en die heette toepasselijk de Koudenhoek. Hier werd een vogelkijkscherm bezocht, waar het knus vertoeven is, met uitzicht op veel brandganzen. Ook was het turen naar wat legerende hazen een uitdaging voor onze vogelaars. Daarna ontstond er een discussie of de foeragerende roofvogel op het boerenland een slechtvalk of een havik was. Dick Hoek was er niet om uitsluitsel te bieden. Een havik met een valkenvlucht of een jonge slechtvalk, we zullen het nooit weten.
Na al deze hoeken bezocht te hebben werden de inzittenden herverdeeld en ging ieder met een tevreden gevoel huiswaarts.

Verslag 2: Anneke Zuidervaart

In de maand met de korte dagen is het opbeurend om een hele dag met je hoofd in de koude wind en een verrekijker voor je ogen over Zeeuwse wateren te speuren.
Een traditionele Rotta wandeling, waarvan de toonzetting ooit is gedaan door Henk en Jan Kees. Als de vissersschepen uit de haven van Stellendam vertrekken turen we naar de vogels die achterblijven: futen, kieviten, scholeksters én als specialiteit een grote en een middelste zaagbek.

Vandaag is ook Marion, zeer vroeg van huis gegaan om als Rotta ‘buitenlid’ deze excursie mee te maken. Haar telescoop richt zich op een verre zeehondenkolonie in het Haringvliet, waar we de grondvormen van zien en de rest met fantasie invullen. Vandaag is het brandganzen dag, met mooie momenten als ze in grote getale opvliegen. Bergeenden dobberen in het Haringvliet en aan de andere kant van de weg zijn veel tafeleenden te zien.

749 b

Bij de Kwade Hoek lopen we wat soppend door het landschap waar we de zeewolfsmelk ontdekken, speciaal voorkomend op Goeree-Overflakkee. Het ijzerhoudende water in een spontane kreek is roodbruin gekleurd en langs de rand lopen de sporen van een ree.
Een overvliegende bruine kiekendief verrast ons.

Op een zonovergoten Brouwersdam met veel wind rond onze hoofddeksels wandelen wat rotganzen tussen de meeuwen op het asfalt. In de zee zien we eidereenden die fel oplichten in de zon. De wat kleinere zwartbruin gekleurde zee-eenden zijn wiebelend in de golven wat lastiger in het oog te vangen. Maar met z’n kuifje is de middelste zaagbek onmiddellijk herkenbaar. Ook de brilduiker valt op door z’n zwart-wit kleurstelling.

Over de stenen en langs de waterrand scharrelen de steenlopers en de paarse strandloper. Na een lange studie en een voorzichtige nadering gaat een groepje kleine lopertjes verder onder de naam ‘kanoet’.

Met de N57 en Goedereede op de achtergrond lopen we voetje voor voetje op een pad naar een vogelkijkscherm. Ook daar grote groepen brandganzen. Een roofvogel zit in de verte op de grond te foerageren. De uitgang van het vogelkijkscherm wordt afgesloten door de statieven van de telescopen: we gaan niet weg voordat we de vogel een naam hebben gegeven. De vogelboeken gaan open en we studeren op de verschillende kenmerken van de verre vogel. Die inmiddels een deel van het voedsel af heeft moeten staan aan een buizerd. En was het nu een havik of een slechtvalk?
Het zekere weten is voor een beginnende vogelaar minder leerzaam dan het nagaan van alle uiterlijke verschillen.

Verslag: Hans en Anneke

Foto’s: © Marion en Anneke